Over pakweg dertig jaar heeft Nederland geen eigen aardgas meer. De grote bel
in Slochteren en de kleinere velden op de Noordzee zijn dan zo goed als
leeg. Als we slim zijn, geven we de paar miljard die het aardgas de staat nu
jaarlijks oplevert niet meteen uit, maar stoppen we de volledige opbrengst
in een staatsbeleggingsfonds. En leven we van het rendement dat zo’n fonds
oplevert.

Op die manier hebben we over vijftig jaar nog steeds plezier van de
grondstofrijkdom die we ooit hadden. Mooi idee, niet? Economen Peter Wierts
en Guido Schotten van De Nederlandsche Bank brachten het dinsdag nog eens
voor het voetlicht, in de hoop dat politici in Den Haag er in de aanloop
naar Prinsjesdag serieus mee aan de slag gaan.

Toch is de kans klein dat politieke partijen het idee van een beleggingsfonds
voor de aardgasbaten opeens massaal omarmen. In de loop der jaren is een
groot deel van de aardgasbaten immers geclaimd voor reguliere uitgaven. Die
kun je niet zomaar even schrappen, zolang het beoogde staatsfonds niet groot
genoeg is om enkele miljarden per jaar aan rendement op te leveren.

Het opzetten van een speciaal aardgasfonds vergt dus een ombouwplan dat
bestaande subsidies mogelijk bedreigt. Een mijnenveld voor politici die
graag op de vierkante centimeter opereren, van verkiezing tot verkiezing.

Het is een vaker terugkerend probleem bij elegante fiscaal-economische ideeën.
Ze botsen met de politieke werkelijkheid waarin deelbelangen de overhand
hebben.

Zo wordt al jaren door economen geopperd om geleidelijk de
inkomstenbelasting simpeler te maken. De grote uitruil betreft dan het
opgeven van fiscale douceurtjes zoals de hypotheekrenteaftrek en de
overregulering van de huurmarkt met huurprijslimieten en de huursubsidie.

De miljarden die het schrappen van woonsubsidies zou opleveren, kunnen
gestoken worden in verlaging van de schijftarieven voor de
inkomstenbelasting. Uiteraard zou je een dergelijke operatie over een lange
periode van vijftien jaar of meer moeten uitsmeren.

Zo'n fiscale mammoetoperatie heeft diverse macro-voordelen. Zo wordt
het arbeidsaanbod gestimuleerd doordat lagere belastingtarieven werken
aantrekkelijker maken, terwijl de huizenmarkt wordt bevrijd van verstorende
subsidies.

Maar op micro-niveau is afschaffing van bijvoorbeeld de hypotheekrenteaftrek
moeilijk te verkopen. Ook als je het geleidelijk zou doen en combineert met
het laten vallen van de overdrachtsbelasting.

De individuele huiseigenaar weet immers wat de renteaftrek hem
oplevert. Of eventuele compensatie in de vorm van lagere belastingtarieven
voor de individuele woningbezitter neutraal uitvalt, is onzeker. De
politicus die deze angst weg wil masseren, moet sterk in z'n schoenen staan.

Hetzelfde dilemma is van toepassing op de recente commotie over de praktijken
van zogenoemde private equity-investeerders. Die laden bedrijven zoals de
Hema en Ziggo vol met schulden, terwijl ze de rente op die schulden inzetten
als middel om zo weinig mogelijk belasting te betalen.

De renteaftrek voor ondernemingen drukt de belastingafdracht, en draagt
ook een fiscale ongelijkheid in zich. Dividend, ofwel de winstuitkering die
aandeelhouders krijgen, is namelijk wel belast.

In de huidige systematiek is het financieren van een bedrijf met schulden
daarom fiscaal aantrekkelijker dan financieren met eigen vermogen, ofwel
aandelen. Dit kun je eenvoudig opheffen door de aftrekbaarheid van
rentekosten af te schaffen. Voordeel hiervan is dat je de extra
belastinginkomsten die dit oplevert, kunt gebruiken om het tarief van de
vennootschapsbelasting te verlagen.

In de praktijk wordt de aftrekbaarheid van rentekosten echter volop
ingezet door landen als concurrentiemiddel om bedrijven te lokken. Alleen
als landen in de hele Europese Unie de renteaftrek gezamenlijk schrappen, is
dit een haalbare zaak.

Maar ook hier geldt: het is vrijwel onmogelijk om individuele lidstaten van de
EU op één lijn te krijgen. Die zijn namelijk allesbehalve geneigd om de
formele controle over de belastingheffing op bedrijven uit handen te geven
aan Brussel.

Het bedenken van oplossingen om economische ongerijmdheden aan te pakken is zo
moeilijk nog niet. Het vinden van politici die over de overtuigingskracht en
behendigheid beschikken om ze door te voeren, is een stuk lastiger.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl