ANALYSE – De slechtste beslissing die Schotland op dit moment kan nemen is om na de Brexit onafhankelijk te worden. Althans, als je puur naar de economie kijkt.
Het Verenigd Koninkrijk mag in juni 2016 dan voor een Brexit hebben gestemd en de Schotten mogen daar dan ontdaan over zijn – dat verandert niks aan de manier waarop de Schotse economie functioneert. Er zijn tal van obstakels voor Schotland als het zijn meer dan 300 jaar lange verbintenis met het Verenigd Koninkrijk verbreekt.
Op 19 september 2014 stemde 55,3 procent van de Schotten er bij het onafhankelijkheidsreferendum voor om onderdeel van het Verenigd Koninkrijk te blijven. In 2016 stemde een ruime meerderheid van de Schotten ervoor om in de EU te blijven, terwijl in heel Groot-Brittannië krap 52 procent procent voor een vertrek stemde.
Het is heel begrijpelijk dat Schotland zich niet vertegenwoordigd voelt in de Britse Brexit-plannen. Premier Theresa May geeft immers niet alleen gehoor aan het Brexit-referendum. Ze gaat ook nog eens voor een “harde Brexit”. Het Verenigd Koninkrijk wil de interne markt verlaten om volledige controle over de immigratie te krijgen.
De eerste minister van Schotland, Nicola Sturgeon, zei maandag dat ze een nieuw Schots referendum wil zelfs voordat de Brexit is afgerond, ergens tussen de herfst van 2018 en het voorjaar van 2019.
Hoewel verwacht wordt dat premier May deze dinsdag artikel 50 in werking zal stellen en daarmee formeel het onderhandelingsproces start over het Britse vertrek uit de EU, zijn de formele gesprekken nog niet begonnen. En als ze artikel 50 inderdaad dinsdag in werking stelt dat zal het nog zeker twee jaar duren voordat Brexit een feit is.
Dus met andere woorden: Sturgeon wil dat de Schotten beslissen om nog geïsoleerder te raken, zonder dat ze weten wat de uiteindelijke deal is die premier May weet te sluiten over de Brexit.
Maar als we goed kijken naar wat Schotland in het verleden van de EU-leiders te horen heeft gekregen, is het duidelijk dat Schotland zichzelf ermee op zou blazen.
De belangrijkste economische pijler staat onder druk
Olie is de slagroom op de taart voor de Schotse economie. Cijfers van het National Institute of Economic and Social Research (NIESR) wijzen uit dat de Noordzee voor zo'n 11,5 miljard euro bijdraagt aan de Schotse economie.
Maar de Schotse olie-industrie is aan het worstelen, de reserves raken op en er wacht een hoge rekening voor de ontmanteling van bedrijven het verwijderen van de platforms voor olie- en gaswinning die niet meer in gebruik zijn.
Allereerst zijn de olieprijzen sinds juni 2014 drastisch gedaald. Inmiddels is de prijs wel weer wat opgekrabbeld, maar het blijft worstelen om de grens van 50 dollar per vat te doorbreken en omhoog te blijven gaan:
In 2015 waarschuwde gouverneur Mark Carney van de Bank of England Governor dat de gedaalde olieprijzen alleen al zouden zorgen voor een daling van het Schotse BBP met ruim 7 miljard euro in 2016. Want als een bedrijf dat olie produceert nauwelijks winst maakt, komen er ook minder belastingopbrengsten binnen.
Hoewel voormalig minister George Osborne van Financiën de belastingen verlaagde voor oliebedrijven om ze te ondersteunen, was dat niet genoeg voor ze om te blijven investeren en uitbreiden. De olieprijzen zijn te laag en de reserves raken op. En vergeet niet dat deze belastingverlagingen van Westminster komen.
We hebben al gezien dat BP en een groot aantal andere energiereuzen banen hebben geschrapt.
In 2014 liet de OPEC al zien dat de olie-industrie op de Noordzee in ernstige moeilijkheden verkeert. De hoeveelheid olie die in 2013 uit de Noordzee werd opgepompt was sinds 1977 niet meer zo laag geweest.
En daarbij komt nog dat de oliesector op de Noordzee geconfronteerd wordt met een tikkende tijdbom die het land alles bij elkaar 27,5 miljard euro kan gaan kosten - het probleem van de ontmanteling.
Onderzoeksbureau Wood Mackenzie denkt dat de ontmanteling van verouderde infrastructuur op de Noordzee binnen een paar jaar moet beginnen. Een van de belangrijkste problemen daarbij is wie de rekening gaat betalen.
Wood Mackenzie zegt dat het de schatkist volgens de huidige vooruitzichten 50 procent meer gaat kosten dan de oorspronkelijk geraamde ruim 18 miljard euro. Oliebedrijven gaan vanaf 2017 zo'n 60 miljard euro uitgeven, maar kunnen daar bijna de helft van terugkrijgen via belastingverlagingen.
Het is weliswaar de bedoeling is dat oliemaatschappijen zelf betalen voor de ontmanteling van de infrastructuur, maar belastingbetalers zullen uiteindelijk voor een groot deel van de kosten opdraaien.
Maar als Schotland met het Verenigd-Koninkrijk breekt, zal de rest van Groot-Brittannië niet meebetalen. De Schotten moeten dan zelf de kosten dragen.
De Schotse uitgaven zijn hoog
Zo'n tien tot twintig procent van de Schotse belastingopbrengsten komt uit de oliesector, tegen slechts 1,5 procent voor het Verenigd Koninkrijk als geheel.
In november 2016 kwam de IFS ook met een overzicht van de publieke uitgaven per regio en per hoofd van de bevolking. Daaruit blijkt weer hoeveel de Schotse bevolking profiteert.
Dienstverlenende bedrijven zullen niet blijven
Dus als Schotland alleen afhankelijk zou zijn van zijn eigen economie, dan zou het gezien de teloorgang van de oliesector serieus in de problemen komen.
Daarbij komt nog dat veel dienstverlenende bedrijven al plannen aan het maken zijn voor na de Brexit. Het slechte nieuws: ze zijn niet van plan zich in Schotland te gaan vestigen of er te blijven.
Ja - Schotland zal opnieuw het EU-lidmaatschap moeten aanvragen
Tijdens de eerste ronde van de campagne voor Schotse onafhankelijkheid beloofde het ja-kamp twee dingen aan de kiezers:
1. Schotland zou het pond houden als nationale munt.
2. Het zou deel blijven uitmaken van de EU.
Maar bestuurders van het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie hebben herhaadelijk hebben gezegd dat beide zaken zeker geen automatisme zijn bij onafhankelijkheid. Sterker: ze zijn zelfs "onmogelijk".
Nu Groot-Brittannië binnen twee jaar de EU gaat verlaten, is het onwaarschijnlijk dat Schotland het pond kan behouden als het onafhankelijk wordt van het Verenigd Koninkrijk. Maar als het opnieuw het EU-lidmaatschap moet aanvragen is het ook onwaarschijnlijk dat Schotland de euro kan invoeren.
Een onafhankelijk Schotland zal zich geconfronteerd zien met een ongelooflijke hoeveelheid problemen en onzekerheid. Het land kan dan geen beroep meer doen op de Britse Unie om te helpen.