ANALYSE – Het leek allemaal zo positief: de Labour-partij had in zijn verkiezingsprogramma alles beloofd wat er maar te beloven viel: een groene industriële revolutie, herstel van collectieve voorzieningen, aanpak van armoede en ongelijkheid, een nieuw soort internationalisering en een nieuw referendum over een deal die de partij met de Europese Unie zal uitonderhandelen.
Toch pakte de verkiezingsuitslag desastreus uit: Labour heeft tientallen zetels verloren. Lijsttrekker Jeremy Corbyn zal zich bij de volgende verkiezingen niet meer verkiesbaar stellen, zegt hij. Maar hij wil voorlopig nog niet aftreden.
Waar is het misgegaan met Jeremy Corbyn? Het antwoord ligt bij Corbyn zelf: de Britten mogen hem niet.
Potentiële kiezers van Labour konden hem lastig plaatsen: ze vonden hem te veel anti-Brexit, of juist te veel pro-Brexit. Corbyn zou een zwakke leider zijn. Hij kwam niet goed uit de verf ten opzichte van ‘sterke’ leiders zoals Johnson en het ontbrak aan partijdiscipline. Labour-parlementariërs die voor de Brexit zijn, mochten bijvoorbeeld stemmen zoals ze willen.
Maar Corbyn werd ook verweten een autocratische leider te zijn. Hij is bevriend met Sinn Féin, de Ierse nationalistische partij die uit de terroristische IRA is ontstaan. En hij werd afgeschilderd als een Marxist die van het VK een soort Venezuela zou willen maken.
Een van de grootste problemen, te lang ontkend door Corbyn, is het antisemitisme binnen Labour. Wat begon als een interne partijcontroverse, heeft uiteindelijk het imago van de hele partij vergiftigd.
De geruchten over moslimhaat onder de Conservatieven, waar ook leider Boris Johnson mee flirtte, hebben de Conservatieve Partij daarentegen geen kwaad gedaan.
Er zijn ook gematigde parlementariërs binnen Labour, maar zowel binnen de partij als bij de kiezers leeft de angst voor dominantie van de radicale linkervleugel.
Tactisch stemmen: ook tegenstanders van de Brexit kozen voor de Conservatieven
Veel actiegroepen die zich hard maakten vóór behoud van het EU-lidmaatschap, gesteund door bekende Britten zoals acteur Hugh Grant, hadden kiezers aangespoord om tactisch te stemmen. Dat wil zeggen op de partij die de grootste kans had om de Conservatieven en hun beleid, inclusief de Brexit, te verslaan. Ook al was dat niet je 'eigen' partij.
Een voorbeeld van een kiesdistrict waar de Conservatieven potentieel kwetsbaar waren, is Wimbledon in Zuidwest-Londen. De Conservatieven zijn de grootste partij in Wimbledon, omdat de rest van de stemmen meestal verdeeld is tussen Labour en de Liberaal-democraten.
Toch hadden de kiezers in Wimbledon bij het Brexit-referendum van 2016 in meerderheid voor 'Remain' gestemd. En eerder dit jaar werd een kandidaat van de Liberaal-democraten verkozen bij de verkiezingen voor het Europese Parlement.
Bij de nationale verkiezingen van afgelopen donderdag liep het echter anders. Ondanks een meerderheid voor 'Remain' in Wimbledon heeft het Conservatieve parlementslid Stephen Hammond zijn zetel veilig gesteld, met 38 procent van de stemmen.
Een stem op de Lib Dems werd door veel Remain-aanhangers toch als te riskant gezien, omdat dit zou kunnen leiden tot een coalitie van de Liberaal-democraten met Labour. En dat was voor velen een groter schrikbeeld dan een Brexit onder leiding van de Conservatieven.
Labour heeft dus duidelijk onderschat hoe groot de afkeer van Corbyn was onder kiezers. Een dure inschattingsfout. De partij mag nu vijf jaar onder een dominante Conservatieve regering zijn wonden likken en werken aan een comeback onder een andere leider.
Lees meer:
- De overwinning van Boris Johnson kan het einde van het VK betekenen
- Voor Johnson komt de echte uitdaging nu pas: 1 jaar tijd om een handelsakkoord te sluiten met de EU
- Pond veert op na de zege voor Johnson, maar het risico op een ‘no deal’ is niet weg
- De Brexit bedreigt 25.000 banen van Britse seizoenswerkers in Europese skigebieden