• De chemische industrie in Nederland heeft het zwaar, onder meer door de felle concurrentie uit Azië.
  • Toch bieden recente geopolitieke ontwikkelingen kansen, zegt CFO Bernard van Oost van Aluchemie tegen CFO.nl.
  • Lokale productie kan belangrijker worden in een wereld die is opgedeeld in machtsblokken.

De chemische industrie in Nederland heeft, ondanks grote uitdagingen, zeker een toekomst, volgens CFO Bernard van Oost van Aluchemie uit Rotterdam. In een interview met CFO.nl geeft Van Oost aan dat hij de recente geopolitieke ontwikkelingen als kans ziet voor Europese bedrijven.

Van Oost wijst erop dat de verschuiving van industriële bedrijvigheid uit Europa naar andere werelddelen niet per se een noodzaak is, omdat de globalisering mogelijk wordt afgeremd. De opdeling van de wereld in machtsblokken kan ervoor zorgen dat lokale productie weer belangrijker wordt.

Dit biedt Europese bedrijven voordelen, zoals het beter kunnen controleren van de productie en het naleven van hogere duurzaamheidsnormen. De focus op duurzaamheid binnen Europa kan de industrie in Nederland ten goede komen, mits men bereid is om de benodigde veranderingen door te voeren.

Van Oost erkent dat de kosten van de productie voor Europese chemiebedrijven steeds moeilijker te beheersen zijn, vooral in vergelijking met concurrenten uit Azië. De druk om kosten laag te houden en tegelijkertijd de kwaliteit van de producten te waarborgen, is een voortdurende zorg. Dit maakt het voor bedrijven in Europa lastig om te concurreren met goedkopere aanbieders, aangezien er steeds de dreiging is dat klanten voor goedkopere aanbieders kiezen.

LEES het hele interview op CFO.nl: Bernard van Oost (CFO van Aluchemie): “Er is een toekomst voor industrie in Europa, ook in Nederland.”