Tanja de Wolf (32), illustrator, kreeg ruim een half jaar geleden last van
haar rechteronderarm: tintelende vingers, een pijnlijke pols. Niet veel
later schoof de pijn door naar haar hele arm, schouder en nek. "Het
werd erger als ik achter de computer zat, maar zelfs in het weekend voelde
het alsof mijn hele arm in brand stond.’

Eigenlijk zou ze er even tussenuit gaan, want voor haar staat vast: de pijn in
haar arm heeft te maken met de herhalende bewegingen die ze voor haar werk
moet maken. Maar rsi – repetitive strain injury- durft ze niet in de mond te
nemen. ‘Ik lijd liever aan iets duidelijks als carpaal tunnel syndroom, of
een tennisarm. Ik nam laatst een collega in vertrouwen over mijn klachten,
maar die zei: rsi, dat bestaat toch niet meer. Zelf vind ik het ook
behoorlijk 2003 klinken.’

Maar volgens Sandra Oudshof, bestuurslid van de RSI Vereniging, is de ziekte
hartstikke actuuel. Om meer aandacht te vragen, organiseerde zij daarom
afgelopen zaterdag een rsi-congres in de Jaarbeurs. ‘Ik begrijp mensen als
Tanja wel; RSI is een tijd ontzettend gehypet, terwijl je er nu niets over
hoort.’

Nadat de de overheid eind jaren negentig, begin deze eeuw steeds meer aandacht
besteedde aan de ‘computerziekte’, en de media vaker schreven over de
ellende van een muisarm, herkennen meer en meer werknemers de symptonen bij
zichzelf. Gevolg: hogere zorgkosten en meer ziekteuitval. Om deze kosten in
te perken, gaf de overheid de aandoening een nieuwe naam: KANS. De
onderzoeksbudgetten werden verminderd, en de mediaaandacht verslate

Maar ook de onwetendheid onder artsen zorgde voor minder aandacht volgens
Oudshof: ‘Zij weten vaak ook niet precies hoe ze moeten behandelen, waardoor
de algemene aandacht voor rsi is verminderd. Maar nog altijd heeft 25
procent van de beroepsbevolking in mindere of meerder mate last van rsi.’

De positieve connotatie van het nieuwe medische begrip is volgens Oudshof geen
toeval: bedrijfsartsen en werkgevers richten zich tegenwoordig vooral op een
spoedige herstel van de werknemer. De klachten zijn voor de patienten - vaak
gemotiveerde, perfectionistische werknemers - een 'kans' om hun
belastingspatroon te verbeteren.

Maar zo simpel ligt de zaak anno 2009 niet. UIt de lezingen op de conferentie-
van wetenschappers en artsen - komt naar voren dat patienten vaak zes a acht
verschillende behandelingen krijgen. Onduidelijk is het of patienten meer
baat hebben bij fysiotherapie dan bij oefentherapie - zoals mensendieck.

Een andere belangrijke vraag die vooralsnog onopgelost blijkt, is of rsi
zuiver een lichamelijke aandoening is, of dat het ook de oren zit. Volgens
socioloog Wim Eshuis wordt er stelselmatig te weinig onderzoek gedaan naar
sociale factoren. Eshuis deed onderzoeker naar juridiche procuderes waarbij
rsi een rol speelt. 'De rol die iemand heeft in het arbeidsproces is vaak
van doorslaggevende waarde', legt hij uit. Een voorbeeld is een
koekjesverpaksters, wiens dossier ik heb bestudeerde. Zij was een
alleenstaande moeder, én uitzendkracht. Deze vrouw was zo bang haar baan te
verliezen, dat ze niet durfde aan te geven dat ze pijn had, totdat het te
laat was.'

Marjon van Eijsden, revalidatiearts bij het Academisch Ziekenhuis in
Maastricht, kwam in haar onderzoek tot de conclusie dat angst een belangrjke
rol speelt bij KANS-klachten. 'Mensen komen heel bang op mijn spreekuur. Ze
zijn als de dood dat ze nooit meer kunnen werken, dat het nooit meer
overgaat. Maar juist door dat soort gedachten komen ze in een neerwaartse
spiraal.' Zij behandelt rsi inmiddels als fobie.

Ondanks de nadruk op psychologische en sociologische factoren ontkent niemand
op het congres dat rsi - of KANS- geen lichamelijke basis heeft. De pijn
begint met overbelasting. Eshuis: 'Maar de nadruk heeft wel te lang gelegen
op ergonomische oplossingen. De beste muizen en stoelen, en dan gaan de
klachten over. UIt mijn onderzoek blijkt dat andere factoren, zoals
plotselinge werkdruk, en de mate van assertiviteit een soms even belangrijke
rol spelen.'

De RSI Vereniging hoopt dat de overheid en de media hun interesse weer een
beetje terugkrijgen. Oudshof: 'Jaarlijks kost RSI onze sammeneving nog
steeds 2 miljard euro, van ziekteverzuim tot zorgkosten. Dat lijkt me reden
genoeg om een heldere richtlijn te ontwikkelen, zodat patienten als Tanja de
Wolf beter worden geholpen.'

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl