Het schiet nog steeds niet op met het aantal vrouwelijke commissarissen en bestuurders. Biedt een quotum uitkomst of moet deze ‘botte bijl’ in de kast blijven?
Nederland loopt in vergelijking met het buitenland ver achter met het aantal vrouwen in de raden van bestuur en in raden van commissarissen. Het streefcijfer in Nederland was dat die uiterlijk in 2016 voor 30 procent uit vrouwen moeten bestaan.
Maar geen enkel bedrijf voldeed aan die doelstelling, bleek vrijdag uit de Dutch Female Board Index, die jaarlijks wordt samengesteld door TIAS Business School.
Sterker nog: het aantal vrouwen in de top van beursgenoteerde bedrijven nam voor het tweede jaar op rij af.
In 2016 waren er nog in totaal vijftien vrouwen te vinden in de raad van bestuur en raad van commissarissen van 83 beursgenoteerde ondernemingen. Dit jaar is dat gezakt naar dertien bij 85 bedrijven. Daardoor is nu 6,2 procent van de bestuurders vrouw. Bij commissarissen is dat 24,6 procent.
Volgens de onderzoekers voldeden zes bedrijven aan het streven van 30 procent vrouwen in zowel het bestuur als de raad van commissarissen. Vorig jaar waren dat er maar twee. Volgens onderzoekster Mijntje Lückerath komt dat onder meer door bedrijven die wel al óf genoeg vrouwelijke bestuurders óf commissarissen hadden en die dit jaar op beide vlakken een voldoende scoren.
Achttien ondernemingen moesten het doen zonder vrouwelijke invloed. Ajax, FlowTraders en Pharming vielen daarbij in negatieve zin op met mannen op alle negen beschikbare functies.
Gebrek aan sancties
Het satirische tv-programma Zondag met Lubach richtte anderhalf jaar geleden zijn pijlen al eens op deze 'misstand'.
Cabaretier Arjen Lubach onthulde een site met daarop alle Nederlandse beursgenoteerde bedrijven met vijf of meer bestuurders waarvan bekend is dat vrouwelijke commissarissen en bestuurders geheel ontbreken. De site heeft de sarcastisch bedoelde url: dezemannenkunnengeenvrouwkrijgen.nl.
Lubach hekelde het gebrek aan sancties voor het niet halen van de doelen. De bedrijven moeten in hun jaarverslag uitleggen waarom het niet is gelukt, dat is alles. Wordt het niet tijd voor een vrouwenquotum, vroeg hij zich hardop af in het onderstaande fragment?
Duitsland voerde eind 2014 een vrouwenquotum in, Noorwegen deed dat al eerder. Maar de vraag is of een dergelijke maatregel ook daadwerkelijk zorgt voor meer vrouwen in de top van bedrijven. Onderzoek naar het vrouwenquotum in Noorwegen wijst daar niet op.
Nauwelijks effect quotum
Noorwegen introduceerde als eerste land ter wereld een vrouwenquotum voor directies: beursgenoteerde bedrijven moeten ten minste 40 procent van hun bestuurszetels voor vrouwen reserveren. Toch wordt de top van een gemiddeld Noors bedrijf nog steeds vooral bevolkt door mannen.
Slechts 6 procent van de Noorse beursgenoteerde bedrijven had in 2013 een vrouw aan het hoofd. Marginaal beter dan in de Verenigde Staten (5 procent).
Noorse beursgenoteerde bedrijven hebben wel meer vrouwelijke bestuurders gekregen sinds de invoering van het quotum en de salariskloof met hun mannelijke collega’s werd minder.
Maar tegelijkertijd vertrokken Noorse bedrijven en masse van de beurs. In 2003 telde Noorwegen nog 563 beursgenoteerde bedrijven: daar waren er in 2008 nog maar 179 van over. De groei van het aantal topvrouwen was niet groter dan in Denemarken, dat geen quotumsysteem heeft.
Vooroordeel werkgevers
Dan is er nog de vraag of vrouwen zelf wel een quotum willen. "Ten eerste blijven vrouwen twijfelen aan de reden waarom ze hun baan gekregen hebben", schreef econoom Sandra Phlippen daarover. Ze willen worden geselecteerd vanwege hun kwaliteiten, niet op basis van hun geslacht.
Maar er is nog een groter probleem, meent Phlippen. Werkgevers zijn bevooroordeeld in hun keuze voor nieuwe werknemers en kiezen vaker een man, ook als deze op papier minder geschikt is voor de functie. Uit wetenschappelijke studies blijkt dat anonieme sollicitaties tot veel meer geselecteerde vrouwen leiden.
Phlippen doet een voorstel voor een objectiever personeelsbeleid: het gezamenlijk evalueren van meerdere kandidaten tegelijk. Dan blijkt het vooroordeel van werkgevers om mannelijke kandidaten te selecteren bij bepaalde stereotype mannelijke functies volledig weg te vallen. De botte bijl kan in de kast blijven.