- De gemeente Hardenberg moet zich opnieuw buigen over een verzoek van een vrouw voor thuiszorg, oordeelt de Centrale Raad van Beroep.
- Ze bleef na haar eerste aanvraag in 2006 voor een groot deel verstoken van voorzieningen, meldt Binnenlands Bestuur.
- Ze kwam in brancard naar de zitting en vertelde daar wat ze hoopte te bereiken met de procedure: “Te kunnen douchen”.
De gemeente Hardenberg moet het verzoek van een vrouw voor thuiszorg opnieuw in behandeling nemen. De vrouw die in een brancard naar de zitting kwam, deed haar eerste aanvraag 18 jaar geleden. Ze bleef na verschillende afwijzingen en procedures voor een groot deel verstoken van voorzieningen.
Dat blijkt uit een vonnis van de Centrale Raad van Beroep, waar Binnenlands Bestuur over schrijft. Tijdens de zitting werd de vrouw gevraagd wat ze hoopte te bereiken met de procedure: “Te kunnen douchen”, antwoordde ze.
De Raad erkent dat de vrouw “niet steeds de meest effectieve weg” heeft gevolgd om haar doel te bereiken. Maar oordeelt ook dat van de gemeente mag worden verwacht dat ze niet zo afwachtend had gehandeld.
De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo 2015 (Wet maatschappelijke ondersteuning), die ervoor moet zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen met voorzieningen als thuiszorg.
In het vonnis benadrukt de Raad de "bijzondere omstandigheden" en de "onhoudbare situatie" van de vrouw. De hoogste bestuursrechter op onder meer het gebied van sociale voorzieningen, raadt de partijen aan een "oplossingsgerichte" houding aan te nemen.