- In meer dan de helft van de recente cao’s zijn vroegpensioenregelingen afgesproken, meldt de Volkskrant.
- Hierdoor kunnen mensen drie jaar voor hun AOW-verjaardag stoppen met werken.
- Opvallend is dat deze afspraken vaak gelden voor alle medewerkers, dus niet alleen voor diegenen met zwaar werk.
Het vroegpensioen is terug van weggeweest. In meer dan de helft van de recente cao’s zijn regelingen voor het vroegpensioen opgenomen, meldt de Volkskrant.
Mensen kunnen door de vroegpensioenregeling drie jaar voor hun AOW-verjaardag stoppen met werken. Vaak gelden deze cao-afspraken voor alle werknemers, dus niet alleen voor mensen die zwaar werk verrichten. Dat laatste was echter niet het doel van de regeling.
Vakbeweging FNV en de Awvn, die werkgevers adviseert bij het cao-overleg, constateren de terugkeer van het vroegpensioen. Deze regeling, geen recht dus, is inmiddels vastgelegd in de cao’s van ruim een miljoen werknemers.
Werknemers kunnen sinds 1 januari hun werknemers de laatste drie jaar voor hun AOW-verjaardag een fiscaal gunstige uitkering meegeven. Deze mag bruto maximaal 22.164 euro per jaar zijn, de hoogte van de AOW voor samenwonenden. Als er meer wordt uitgekeerd, moet daarover 52 procent belasting worden betaald.
Deze uitkering kan door iemand die gebruikmaakt van de vroegpensioenregeling worden aangevuld met spaargeld of een aanvullend pensioen.
De Awvn verwacht dat er meer cao-afspraken over het vroegpensioen gemaakt zullen worden.
Trend: later met pensioen
De vraag is of de terugkeer van regelingen voor vroegpensioen de trend kan keren dat werknemers steeds later met pensioen gaan.
Sinds de afschaffing van het prepensioen is de pensioneringsleeftijd gestaag opgelopen. Begin deze eeuw was dat nog gemiddeld 61 jaar. Afgelopen jaar is dit gestegen naar 65,6 jaar, blijkt uit cijfers van het CBS.
Wat hierbij ook een rol speelt is de verhoging van de AOW-leeftijd, dus het moment waarop je het staatspensioen ontvangt. Die is ingevoerd vanwege de stijgende levensverwachting en de noodzaak om het staatspensioen betaalbaar te houden. De AOW wordt grotendeels gefinancierd door werkenden, aangezien gepensioneerden zijn vrijgesteld van het betalen van de AOW-premie.
Door de vergrijzing komen er verhoudingsgewijs minder werkenden te staan ten opzichte van het aantal gepensioneerden, waardoor de kosten van de AOW sterker drukken op jongere generaties.
In het pensioenakkoord tussen werkgevers en werknemers dat in 2019 werd beklonken, is afgesproken dat de AOW-leeftijd tot 2024 geleidelijk stijgt naar 67 jaar. Vanaf dat moment wordt deze gekoppeld aan de stijging van de levensverwachting.
Lees het volledige artikel over de terugkeer van vroegpensioen bij de Volkskrant.
[activecampaign form=24]