De wet maakt decentrale overheden medeverantwoordelijk voor het terugdringen
van het Nederlandse begrotingstekort. Dat moet omdat tekorten van gemeenten
of provincies door Brussel worden meegeteld bij de berekening van het
begrotingstekort, dat niet meer dan 3 procent mag bedragen.
Het kabinet vindt daarom dat niet alleen het Rijk, maar ook de provincies,
gemeenten en waterschappen hun steentje moeten bijdragen. Die hebben
ingestemd met de volgens Dijsselbloem al sterk versoepelde oorspronkelijke
voorstellen, maar een aantal provincies en gemeenten maakt zich nog steeds
zorgen en vreest voor banenverlies en voor het beperken van de ruimte om te
investeren.
Maar Dijsselbloem stelde dat die zorgen onterecht zijn. Het maximale
begrotingstekort geldt niet voor elke gemeente of provincie apart, maar voor
alle gemeenten of alle provincies samen. Dat betekent dat een gemeente of
provincie die in een jaar fors investeert in een infrastructuur of natuur
dat gewoon kan doen als alle gemeenten of provincies samen maar binnen de
norm blijven.
Maar afgezien daarvan zijn de afspraken ook nog eens erg versoepeld, zei
Dijsselbloem. Hij heeft al beloofd dat dit kabinet bij overschrijding van de
norm geen boetes zal geven, waar dat wel mogelijk is volgens de wet en dat
ook al kon in de oude wet. Bovendien is er overleg met provincies en
gemeenten over de uitvoering van de wet.
Dijsselbloem vroeg zich hardop af wie er nu nog bezwaren tegen kan hebben.
Over de principiële bezwaren van het CDA raakte hij geïrriteerd. ,,Erg
principieel komt het mij allemaal niet over, maar ik kan me vergissen.”
Kamerleden van VVD en PvdA hadden er eerder al op gewezen dat de wet HOF een
uitvloeisel is van een motie die een paar jaar geleden mede door het CDA is
ingediend en dat de oorspronkelijke wet is ingediend door Dijsselbloems
voorganger, de CDA’er Jan Kees de Jager.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl