- Hybride werken zal er de komende jaren voor zorgen dat de vraag naar kantoren in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Eindhoven afneemt.
- Dat blijkt uit onderzoek van vastgoedadviseur CBRE.
- Kantooreigenaren moeten zich daarnaast voorbereiden op veranderende eisen van huurders.
- Lees ook: Werknemers eisen mogelijkheid om hybride te werken: 1 op 3 wil geen fulltime kantoorbaan.
Hybride werken, waarbij werknemers deels thuiswerken, is nog altijd onverminderd populair. Dat heeft op de langere termijn zijn weerslag op de vraag naar kantoorruimte, zo blijkt uit een onderzoek van vastgoedadviseur CBRE. Het adviesbureau verwacht dat de komende jaren steeds een krimp van de benodigde kantoorruimte per medewerker.
Thuiswerken bestond al jaren, met name onder zzp’ers en mensen met computergerelateerde banen, maar werd ten tijde van de coronapandemie pas echt algemeen gebruik. Het was niet langer thuis kunnen werken, het werd thuis moeten werken.
Ook nu de pandemie tot het verleden behoort, blijft thuiswerken een model dat werknemers aantrekt, al zijn steeds meer mensen teruggekeerd naar kantoor. Waar in 2021 mensen nog zo’n vier tot vijf dagen thuiswerkten, is dat anno 2023 één tot drie dagen.
Deze hybride vorm van werken vraagt om een nieuwe strategie van bedrijven, die met name in hun huisvesting moeten kijken hoe ze efficiënt met dit model kunnen omgaan, volgens CBRE.
Voorlopig zorgt het hybridemodel echter nog niet voor meer leegstand op de kantorenmarkt, zo blijkt uit het onderzoek, iets wat elders in Europa of in de VS wel waarneembaar is.
Leegstad kantoorruimte loopt op in 5 grote steden
Op den duur zal hybride werken wel zijn stempel drukken op de kantorenmarkt in Nederland, verwacht CBRE. Momenteel is er een leegstand van 5,5 procent qua kantoren in de vijf grote steden: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven.
De verwachting is dat de leegstand in de vijf grote steden de komende jaren oploopt en een piek zal bereiken rond 2028 en dan weer iets daalt.
CBRE spreekt zich ook uit over ander veranderend aspect op de kantorenmarkt: de eisen van huurders. Volgens het bedrijf willen bedrijven steeds meer “centrale, multimodale kantoren waar flexibiliteit en ESG hoog in het vaandel staan”. Die zijn er echter niet veel, en dat zorgt ervoor dat de huurprijzen zullen toenemen.
Voor beleidsmakers betekent dit volgens het bedrijf dat zij “ruimte moeten blijven bieden aan nieuwe kantoren op centrale locaties en de toekomstige extra leegstand in secundaire locaties moeten bedwingen met transformaties”.
Ook kantooreigenaren moeten zich bewust zijn van de veranderende eisen van huurders. Zo blijkt uit het onderzoek van CBRE dat de vraag naar flexibele kantoorruimtes de komende jaren met maar liefst 55 procent zal toenemen.
Eigenaren moeten hierop inspelen. “In het verleden is gebleken dat Nederlandse kantorenmarkt wendbaar is door veel kantoorruimtes een nieuw leven te geven op de woning- of de hotelmarkt”, zegt Sebastiaan van Nimwegen, Senior Director Capital Markets bij CBRE Nederland in een persverklaring. “Ook nu verwachten we – weliswaar een aanzienlijk kleinere – transformatiegolf in het komende decennium die de kantorenmarkt weer volledig in balans zal brengen”.
De verhouding tussen vaste werkplekken en gedeelde ruimtes verschuift de komende jaren flink, verwacht CBRE. Waar dit in het verleden 70 procent vaste werkplekken tegen 30 procent flexplekken op kantoor gebruikelijk was, gaat dit naar verwachting verschuiven naar 40 procent vaste werkplekken en 60 procent gedeelde ruimtes. Het aantal benodigde vierkante meters per werknemers daalt hierdoor ook.