- De pensioenleeftijd ligt in 2024 op 67 jaar, maar veel Nederlanders stoppen liever eerder met werken.
- Een paar jaar eerder met pensioen gaan, kost echter veel geld. Immers, je hebt geen inkomen uit werk en nog niet de leeftijd voor een AOW-uitkering en pensioen.
- Business Insider bespreekt hoe je de jaren van vervroegd pensioen kunt overbruggen door te sparen en beleggen.
- Lees ook: Hypotheek en pensioen: zo weet je of je straks rondkomt, lang voordat je AOW krijgt
De pensioenleeftijd ligt binnenkort op 67 jaar, maar veel Nederlanders staan niet per se te springen om zo lang aan het werk te blijven. Ze houden het liever op de oude AOW-gerechtigde leeftijd van 65 jaar. Een paar jaar eerder stoppen heeft echter een prijs. Business Insider bespreekt hoe je dit bij elkaar kunt sparen en beleggen.
Decennialang was 65 jaar de pensioenleeftijd, maar daar kwam in 2013 verandering in toen de AOW-gerechtigde leeftijd werd gekoppeld aan de levensverwachting. Bij het bereiken van de AOW-leeftijd kun je aanspraak maken op een uitkering van de staat. Deze is gebaseerd op het aantal jaar dat je in Nederland hebt gewoond. Of je hebt gewerkt, doet niet ter zake.
Wie werkt, kan daarnaast ook pensioen hebben opgebouwd bij een werkgever of via een lijfrenteverzekering. Een uitkering van pensioen dat naast de AOW is opgebouwd, kan tegelijk met de AOW-uitkering, maar ook eerder of later ingaan.
Op dit moment is de AOW-leeftijd 66 en 10 maanden, om vanaf 2024 te worden verhoogd naar 67 jaar. Dat blijft zo tot en met 2027. In 2028 wordt de AOW-leeftijd waarschijnlijk vastgesteld op 67 jaar en 3 maanden.
In principe stijgt de AOW-leeftijd per jaar dat de gemiddelde levensverwachting stijgt met 8 maanden in de komende decennia. Met deze calculator van de Sociale Verzekeringsbank kun je een idee krijgen bij welke leeftijd je waarschijnlijk recht hebt op de AOW-uitkering.
Nederlanders willen niet wachten tot 67 jaar
Het lijkt erop dat Nederlanders het idee van langer werken nog niet echt hebben omarmd. Werkenden van 25 tot 65 jaar willen eerder met pensioen dan op hun 67ste. In 2020 was 61,5 jaar voor hen de gewenste leeftijd om te stoppen met werken, bleek uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau.
Het gros van de werkende 55-plussers (70 procent) wil op de oude pensioenleeftijd van 65 jaar stoppen, bleek uit onderzoek van EenVandaag waar financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep in zijn nieuwsbrief over schreef. Twee derde van hen verwacht toch tot de AOW-leeftijd door te moeten ploeteren, omdat eerder stoppen niet haalbaar is. Immers, eerder stoppen betekent geen inkomen uit werk en geen AOW-uitkering en pensioen.
En meer 45-plussers vinden de gevolgen voor het inkomen ook een belangrijke overweging bij de leeftijd waarop ze denken te stoppen met werken, bleek uit het SCP-onderzoek.
In 2020 werd dit genoemd door 91 procent van de werkenden van 45 tot 65 jaar, tegen 84 procent in 2006. “Mogelijk komt dit doordat werkenden eerder stoppen met werken nu sterker in hun portemonnee voelen dan toen”, aldus het SCP.
Wat kost het om eerder met pensioen te gaan?
Als je nu een netto inkomen hebt van 3.000 euro per maand, dan loop je jaarlijks 39.000 euro mis als je het werkende leven eerder vaarwel zegt, berekende financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep in zijn nieuwsbrief van vorige week. Hierbij is ook rekening gehouden met het vakantiegeld dat je misloopt.
Wil je op je 65ste in plaats van op je 67ste met pensioen, dan moet je dus twee jaar overbruggen en ben je 78.000 euro kwijt. Hierbij is geen rekening gehouden met de toekomstige pensioenuitkering, die lager uitvalt omdat je eerder bent gestopt met werken en je in die jaren dus geen pensioen opbouwt.
Eerder schreef Business Insider hoe je een vervroegd pensioen kan bekostigen met de overwaarde van je huis. Heb je geen koopwoning, of kan of wil je geen gebruikmaken van de overwaarde, dan zou je een vervroegd pensioen mogelijk kunnen betalen door te sparen en beleggen.
We dragen een combinatie van sparen en beleggen aan omdat je daarmee de risico’s kan beperken. Met beleggen heb je in meerdere en mindere mate het risico je inleg te verliezen, terwijl dit in principe met sparen niet het geval is. Aan de andere kant levert beleggen op de langere termijn doorgaans een wat hoger rendement op dan sparen.
Hoe dichter je bij je pensioen komt, hoe minder risico je wilt nemen. Immers, je wilt niet voor je pensioen met lege handen komen te staan door een toevallige beurscrash. In het begin kun je daarom meer beleggen, met een kans op een wat hoger rendement, en naarmate de jaren vorderen zul je meer sparen.
Om deze optie betaalbaar te houden, is het wel van belang dat je tijdig weet dat je eerder met pensioen wilt. Zo kun je de inleg uitsmeren over een langere periode en deze relatief laag houden. Laten we zeggen dat je rond je 45ste bedenkt dat je eerder met pensioen wilt, zodat je nog zo’n 20 jaar hebt om te sparen en beleggen.
Met behulp van een tool van berekenhet.nl hebben we bekeken wat je jaarlijks moet inleggen om één, twee of drie jaar eerder met pensioen te kunnen. Hierbij gaan we uit van een jaarlijks rendement van gemiddeld 4 procent, dat past bij het relatief beperkte risico van deze strategie. In de berekening is de vermogensbelasting in box 3 meegenomen.
De onderstaande tabel toont het benodigde kapitaal, de maandelijkse inleg en wat je na 20 jaar hebt opgebouwd.
Te zien is dat je iets meer dan 100 euro per maand moet inleggen als je één jaar eerder met pensioen wilt. Stop je twee of drie jaar eerder met werken, dan wordt dat respectievelijk 215 en 325 euro per maand.
Nogmaals, hierbij is geen rekening gehouden met andere financiële gevolgen van een vervroegd pensioen. Denk aan het eerder genoemde lagere pensioeninkomen in de toekomst, omdat je minder pensioen opbouwt bij een werkgever.
Ook loop je mogelijk hypotheekrenteaftrek mis in de jaren dat je eerder stopt met werken, omdat je geen inkomen uit werk hebt in box 1 van de inkomstenbelasting, waarvoor je de hypotheekrente als aftrekpost kunt gebruiken. Je teert immers in op opgebouwd vermogen. Dat kan dan wel weer iets schelen bij de vermogensbelasting in box 3.
Als je de negatieve financiële aspecten van eerder stoppen met werken wilt compenseren, moet je de maandelijkse inleg wellicht opschroeven.