Volkswagen wil de komende jaren tientallen miljarden investeren in nieuwe technologieën en fabrieken. Intussen leunt de Duitse autobouwer zwaar op luxemerken Audi en Porsche.

Tot 2018 steekt de grootste autofabrikant van Europa ruim 84 miljard euro in nieuwe typen voertuigen en modernere productiefaciliteiten, zo maakte het Duitse autoconcern vrijdag bekend.

Volkswagen heeft de afgelopen jaren al flinke investeringen gedaan in een groot aantal nieuwe fabrieken en overnames van merken als Porsche, Scania, en MAN. In 2012 zei het concern in 3 jaar zo’n 50 miljard euro te besteden aan uitbreidingen.

De autobouwer, die in 2018 Toyota en General Motors wil inhalen als de grootste autobouwer ter wereld, lijkt deze lijn nu door te zetten.

Topman Martin Winterkorn wees er echter op dat het concern ook goed op de kosten blijft letten. Ook analisten denken dat de piek aan investeringen en innovatie bijna voorbij is. In september zei Volkswagen nog dat de komende tijd de riem iets verder zou moeten worden aangetrokken om de winstgevendheid te stuwen.

Audi en Porsche

Dit jaar is al wel gebleken dat het Volkswagen-concern zeer zwaar leunt op zijn twee luxe-merken Audi en Porsche. Die leveren een relatief kleine bijdrage aan de omzet, maar zijn zeer belangrijk voor de winst.

Van de totale operationele winst van 8,6 miljard euro over de eerste negen maanden kwam 3,7 miljard euro van Audi en 1,9 miljard euro van Porsche. Ofwel: 65 procent van het totaal. Bij het Volkswagen-merk bleef de winst over de eerste drie kwartalen steken op 2,1 miljard euro.

Deze grote tweedeling in de winstgevendheid noopte de Duitse autoprofessor Ferdinand Dudenhöffer onlangs tot de uitspraak, dat het VW-concern vanuit financieel oogpunt beter opgesplitst kan worden. "Elke financiële investeerder zou zeggen. Kom, we splitsen de boel op", aldus Dudenhöffer tegenover het blad Focus.

Uit de investeringsplannen van VW zelf spreekt in ieder geval een heel andere visie op de toekomst van Europa's grootste autobouwer.

Bron: Z24/ANP

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl