- Privatisering via een beursgang of onderhandse verkoop is volgens een NLFI-rapport de beste optie voor de Volksbank.
- Een coöperatief model of in overheidshanden blijven genieten niet de voorkeur.
- Een onderhandse verkoop zou het snelst te realiseren zijn, want een beursgang vergt meer voorbereidingstijd.
- Lees ook: De Volksbank verliest opnieuw bestuurders: CEO en risicodirecteur vertrekken
Privatisering via een beursgang of onderhandse verkoop is de beste optie voor de Volksbank. Dat staat in een analyse van NLFI, de stichting die de overheidsbelangen in financiële instellingen beheert, die demissionair minister Steven van Weyenberg (Financiën) aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De Volksbank, die merken voert als SNS, ASN en RegioBank, kwam in staatshanden door de nationalisering van SNS Reaal in februari 2013. Het bank- en verzekeringsconcern was in grote moeilijkheden gekomen door aanhoudende verliezen bij zijn vastgoedfinancieringstak. De verzekerings- en vastgoedactiviteiten werden eerder al verkocht.
In de Tweede Kamer zijn de meningen over de toekomst van de Volksbank verdeeld. Sommige partijen zouden graag zien dat de bank in overheidshanden blijft om tegenwicht te bieden aan de commerciële banken die het bancaire landschap domineren. Ook gaan er stemmen op voor een coöperatief model, zoals de Rabobank dat kent.
Deze twee opties verdienen echter niet de voorkeur, stelt NLFI. Dat de Volksbank een staatsbank werd, was “uit nood geboren” en heeft geen toegevoegde waarde. De bank biedt geen producten en diensten aan die niet ook door anderen worden aangeboden, en vervult ook geen “uitzonderlijke rol” bij het veiligstellen van publieke belangen in de financiële sector.
Een coöperatiemodel is ook geen levensvatbare optie, meent NLFI. Coöperatieve banken zijn grotendeels afhankelijk van leden die kapitaal inbrengen en hebben beperkte toegang tot de kapitaalmarkt. Het risico is groot dat de overheid alsnog zou moeten bijspringen bij een ontoereikende kapitalisatie.
Een onderhandse verkoop zou het snelst te realiseren zijn: binnen een tot drie jaar. Een beursgang vergt meer voorbereiding en zou vijf tot zeven jaar duren. De analyse gaat niet in op de vraag of de Volksbank al klaar is voor een privatisering. Bij de laatste beoordeling concludeerde NLFI dat dit nog niet het geval was.
De analyse van NLFI dient ter voorbereiding op een "richtinggevend besluit" over de toekomst van de Volksbank. Dat is uiteindelijk aan het nieuwe kabinet. Maar NLFI vindt het wel van belang dat voor beide overgebleven opties de voorbereidingen alvast beginnen.
De Volksbank laat weten zich goed te kunnen vinden in de aanbevelingen van NLFI. De keuze voor een beursgang of verkoop "komt overeen met onze conclusie en analyse".
LEES OOK: De Volksbank krijgt boete van DNB wegens haperende witwascontrole
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl