De voorzitter van de VVD, Henry Keizer, heeft vrijdag een omstreden zakendeal verdedigd.
In een gesprek met de pers sprak hij tegen dat hij niet integer zou hebben gehandeld bij de overname in 2012 van uitvaartbedrijf De Facultatieve in Den Haag.
“Er is niemand benadeeld en niemand bevoordeeld”, aldus Keizer. Volgens hem is er “heel integer” gehandeld. Hij zou de onderneming niet voor een “appel en ei” hebben gekocht, zoals media hadden gemeld. Door die berichten was hij in opspraak geraakt.
Onderzoeksplatform Follow the Money (FTM) onthulde afgelopen weekend dat Henry Keizer, sinds 2014 de partijvoorzitter van de VVD en rechterhand van Mark Rutte, in 2012 met drie zakenpartners praktisch voor 30.000 euro eigenaar werd van uitvaartorganisatie De Facultatieve.
Een vreemd bedrag voor een organisatie die op dat moment 800 werknemers heeft, een omzet van 106 miljoen euro draait en een nettowinst boekt van 2,9 miljoen. Deskundigen bestempelden de deal als treffend voorbeeld van de graaicultuur.
Keizer ziet dat anders. Hij wees op de toenmalige afspraken om de waarde van de onderneming vast te stellen. Daar gingen alle partijen mee akkoord. Volgens hem heeft het geen zin daar nu nog over te discussiëren: "Over waarde valt altijd te twisten.''
Binnen de VVD gingen al stemmen op voor een onderzoek naar de integriteit van de voorzitter. Daarop kondigde Keizer aan volledige openheid van zaken te geven.
Overigens mocht het journalistieke platform dat de zaak aan het licht bracht zelf niet naar binnen bij de persbijeenkomst. Een journalist van NOS zette daar dit filmpje van op twitter:
Zo ging het er net aan toe toen @FTM_nl en @PowNed geweigerd werden #keizer pic.twitter.com/pT6RIS4yjY
— Albert Bos (@bosalbert) 28 April 2017