Minister Wopke Hoekstra (Financiën) houdt er rekening mee dat het kabinet nog wel een tijdje moeite zal hebben om alle voorgenomen uitgaven en investeringen waar te maken. Dat heeft de bewindsman gezegd tijdens het verantwoordingsdebat, waarin kabinet en Tweede Kamer terugblikken op 2018.
Vorig jaar bleven miljarden euro’s op de plank liggen dat het kabinet had willen uitgeven aan bijvoorbeeld infrastructuur, of om nieuwe leerkrachten, politieagenten en militairen aan het werk te krijgen. Dat komt mede door de economische voorspoed en toegenomen werkgelegenheid. Aannemers hebben de klussen voor het uitzoeken, en ook bij de zoektocht naar nieuw personeel heeft de overheid veel concurrentie.
Verscheidene Kamerleden vroegen Hoekstra hoe het kabinet zijn plannen dit jaar wel ten uitvoer denkt te brengen. “Ik kan niet beloven dat dit onderwerp zich in de nabije toekomst niet nog een keer gaat voordoen”, temperde de minister de verwachtingen. Hij wees erop dat de arbeidsmarkt “nog krapper” is geworden.
Hoekstra benadrukte dat het kabinet er wel hard aan werkt. “Alle ministers willen dolgraag doen waar de samenleving behoefte aan heeft”, zei hij. “Maar we hebben momenteel te maken met enorme schaarste. Vijf jaar geleden was het veel eenvoudiger geweest om bijvoorbeeld bouwers aan het werk te zetten.”