- Eten en drinken wordt dit jaar nog duurder, concluderen economen van ABN AMRO in een nieuw rapport.
- Volgens de bank kan het niet anders dan dat consumenten dit in de portemonnee gaan voelen.
- Uit onderzoek van ABN AMRO komt naar voren dat de prijs bij 40 tot 55 procent van de consumenten een grotere rol speelt dan bijvoorbeeld gemak en duurzaamheid.
- Lees ook: FrieslandCampina verhoogt prijzen, nu de zuivelgigant zelf meer moet betalen voor melk, energie, cacao en vanille
Eten en drinken wordt nog duurder, concluderen economen van ABN AMRO in een nieuw rapport.
Doordat de samenleving van het slot gaat, zullen meer voedingsmiddelen worden geproduceerd. Maar omdat de productiekosten hard oplopen, kan het niet anders dan dat consumenten dat in de portemonnee gaan voelen.
Producenten zijn meer geld kwijt aan onder meer grondstoffen en transport en door stijgende energiekosten. Hogere kosten zetten een rem op de productiegroei, aldus de bank. De productie van voedingsmiddelen zal volgens ABN AMRO dit jaar maar 1 procent stijgen. De drankenproductie zal zo’n 5 procent toenemen.
Producenten zullen stevige onderhandelingen moeten voeren met supermarkten over de prijzen. Door concurrentiedruk kunnen ze niet de hoofdprijs vragen.
Hoe de producenten uit "deze strijd" komen is volgens ABN AMRO afhankelijk van een aantal factoren. Naast merk en schaalgrootte speelt ook de beschikbaarheid van alternatieven een rol. Verder verschilt het per producent hoeveel efficiëntiemaatregelen ze kunnen nemen.
Als de winstmarges te veel onder druk komen te staan, kan dit de investeringen van bedrijven raken. Dat kan weer ten koste gaan van de innovatiekracht en de duurzame koers, meent ABN AMRO.
Volgens de bank gaan consumenten bij te grote prijsstijgingen op zoek naar goedkopere alternatieven. Uit onderzoek van de bank komt naar voren dat prijs bij 40 tot 55 procent van de consumenten een grotere rol speelt dan bijvoorbeeld gemak en duurzaamheid. Verder zegt ruim een kwart van de ondervraagden minder op duurzaamheid te letten als de boodschappen daardoor flink duurder worden.
Oorlog in Oekraïne zorgt voor duurder eten
De vrees voor hogere voedingsprijzen werd donderdag alleen maar groter nadat Russische troepen delen van Oekraïne binnenvielen. Die landen zijn belangrijke leveranciers van granen en eetbare oliën.
Oekraïne en Rusland zijn bijvoorbeeld goed voor ongeveer een kwart van de wereldwijde handel in tarwe en voor een vijfde van de verkoop van maïs. Verder zijn de landen goed voor 80 procent van de wereldwijde export van zonnebloemolie.
De crisis heeft de tarweprijs naar het hoogste niveau sinds 2012 gestuwd. Ook mais en sojabonen werden duurder. De prijs van palmolie steeg tot recordhoogte.
Een ander probleem is de droogte in Zuid-Amerika die de vooruitzichten voor de sojavoorraden heeft vertroebeld. Palmolie, dat wordt gebruikt in duizenden producten van koekjes tot shampoo, wordt ook fors duurder doordat een tekort aan arbeidskrachten de productie van de belangrijkste producent Maleisië beperkt.
De inflatievooruitzichten worden nog verergerd door de stijgende kosten van meststoffen. De markt voelt nu al de druk van de verminderde kaliumleveringen uit Belarus na de sancties van de Verenigde Staten. Elke vermindering van de export van voedingsstoffen uit Rusland zal de prijsdruk verder opvoeren. Als boeren minder meststoffen gaan gebruiken, kan dit leiden tot minder oogsten wat de voedselprijzen verder onder druk kan zetten.