Nieuwe vliegtuigen van Airbus en Boeing zijn inmiddels in staat ruim achttien
uur door te vliegen en passagiers te vervoeren naar bestemmingen die eerder
alleen met een of meerdere tussenstops konden worden bereikt. Maar
dergelijke lange vluchten zijn naar verhouding veel duurder dan kortere
routes omdat het brandstofverbruik veel sterker stijgt. Deze kosten worden
niet of nauwelijks gecompenseerd door de hogere prijs die maatschappijen
voor non-stop vluchten kunnen vragen.
"Om ver te vliegen, heeft het toestel veel kerosine aan boord
nodig en om de brandstof te vervoeren, gebruikt de machine ook meer
brandstof,” aldus een ingenieur. Een vlucht van achttien uur kost ongeveer
twee keer zo veel aan brandstof als dezelfde vlucht met drie tussenstops.
Verscheidene Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen die onlangs toestemming
hebben gekregen om op verschillende lange afstandsroutes te vliegen, hebben
de afgelopen maanden uitstel voor de exploitatie aangevraagd. Thai Airways
heeft aangekondigd de in 2005 gestarte route Bankgkok-New York (17 uur) op
te heffen. Verscheidene Airbus-toestellen die de lange afstanden af kunnen
leggen, wil de maatschappij verkopen.
De maatschappijen die vasthouden aan lange routes, bijvoorbeeld
Singapore Airlines dat non-stop van Singapore naar New York vliegt, proberen
meer business class passagiers te lokken om op deze manier meer inkomsten te
genereren.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl