Stel: je hebt met sparen en beleggen een aanzienlijk bedrag bij elkaar weten te krijgen. Of je kreeg een flinke erfenis, of een winnend lot uit een loterij. Hoe groot moet zo’n bedrag zijn om een beetje prettig te kunnen rentenieren?
Het antwoord op deze vraag hangt af van diverse zaken. Om te beginnen natuurlijk: je levensstijl. Kun je met 2.000 euro per maand netto uit, of ben een big spender die veel meer nodig heeft?
Daarnaast zijn een aantal financiële aannames van belang ten aanzien van je kapitaal: hoelang wil je maandelijks of jaarlijks geld kunnen uitkeren aan jezelf? Van welk rendement op het vermogen ga je uit? Moet de periodieke uitkering waardevast blijven en dus meestijgen met de inflatie? En moet het vermogen in stand blijven, of mag je het in de loop van de tijd ‘opeten’?
Gelet op de extreem lage spaarrentes is het momenteel bijzonder lastig om ‘klassiek’ te rentenieren. Ofwel: je laat het vermogen in tact en leeft van de rente-opbrengsten. Als spaarrentes of obligatierentes 4 or 5 procent zijn, kan dat een optie zijn. Maar zelfs spaarrentes die tien jaar vast staan, leveren momenteel maar net iets meer dan 1 procent rente op.
In de onderstaande voorbeelden kijken we wat 1 ton, 3 ton, 5 ton of een miljoen euro maandelijks kan opleveren, waarbij we een aantal keuzes maken. Om te beginnen mag het opgebouwde kapitaal in 25 jaar tijd worden opgemaakt: dit betekent dat je maandelijkse uitkering wat hoger kan zijn, maar dat het kapitaal na 25 jaar dus ook weg is. Verder nemen we aan dat je vermogen aanhoudt in box 3 van de inkomstenbelasting.
Wat het rendement op het vermogen betreft gaan we uit van een gemiddeld rendement van 2 procent per jaar over de komende 25 jaar. Het idee is hierbij dat je weinig risico neemt en mikt op een vrij zeker rendement.
Zoals gezegd zijn spaarrentes momenteel erg laag, maar het idee is dat spaarrentes en rentes van obligaties in de komende jaren weer wat gaan oplopen.

We houden ook rekening met geldontwaarding. Een euro is over 5, 10 of 25 jaar minder waard dan nu. Prijzen stijgen normaal gesproken. Laten we ervan uitgaan dat de geldontwaarding, de inflatie door de jaren gemiddeld 1,6 procent is. De 1,6 procent inflatie is gebaseerd op data sinds 1995 van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Je reële rendement bij een vast rendement 2 procent en een inflatie van 1,6 procent is dan 0,4 procent per jaar.
Dan is er nog de belasting op vermogen, de vermogensrendementsheffing in box 3. Daar houden we ook rekening mee. Je hebt nu eenmaal meer vermogen dan het vrijgestelde bedrag van 31.000 euro. Wij gaan in de berekening uit van de huidige wetgeving in box 3.
Het is wel goed om te beseffen dat de wetgeving wijzigt in 2021. Spaarders en beleggers krijgen dan een hogere vrijstelling in box 3 van 50.000 euro per persoon. Maar dat laten we hier dus buiten beschouwing.
Als je al deze factoren meeneemt (2 procent rendement per jaar, 1,6 procent inflatie en de huidige belasting in box 3) kun je uitrekenen wat 1 ton, 3 ton, 5 ton of 1 miljoen euro oplevert gedurende 25 jaar. Dat hebben we gedaan met behulp van deze tool van berekenhet.nl.
De uitkomst is te zien in onderstaande tabel:
Een ton is op zich veel geld, maar als uitkeringspotje voor de lange termijn levert 100.000 euro 'slechts' een paar honderd euro per maand op. Dat is weinig om echt van te rentenieren.
Met drie ton zit je op een uitkering van ongeveer 1.000 euro per maand. Als aanvulling op een AOW-uitkering van bijvoorbeeld 812 euro per maand als je samenwoont, is dat best aardig. Maar heel rijk ben je dan nog niet.
Vanaf 5 ton heb je een uitkering van zo'n 1.500 euro per maand. Dat is nog niet heel veel als je vroeg wil stoppen met werken, maar als aanvulling op de AOW-uitkering begint dit wel een serieus bedrag te worden.
En met een miljoen? Dan heb je een aardig netto inkomen van zo'n 3.000 euro per maand. Als je niet al te extravagant leeft, kan je daar aardig van rondkomen.
Rentenieren: meer rendement kan behoorlijk uitmaken
Zoals gezegd levert sparen momenteel erg weinig op. Maar historisch gezien is een 'risicovrij' rendement van zo'n 4 procent niet heel vreemd. Laten we aannemen dat je in box 3 gaat beleggen tegen gemiddeld 4 procent rendement na kosten per jaar.
In het huidige systeem in box 3 geldt dat de belastingdruk hoger wordt als het totale vermogen hoger is, dus de som van spaargeld en beleggingen. De aanname van de fiscus is dat als je tonnen hebt je niet alleen spaart maar ook belegt waardoor je meer rendement moet kunnen maken. Een rendement van 4 tot 5 procent is volgens de fiscus niet onmogelijk.
Als we uitgaan van een gemiddeld jaarrendement op het vermogen na kosten van 4 procent, een inflatie van 1,6 procent en de belastingheffing in box 3, krijg je het volgende beeld:
Wat je misschien opvalt is dat de maandbedragen niet enorm toenemen, ondanks het veel hogere rendement. We rekenen nu met 4 in plaats van 2 procent. De uitkeringen zij grofweg 'maar' een kwart hoger. Dat komt omdat je al vrij vlot een deel van je kapitaal 'opeet'. Dat opgenomen bedrag rendeert vervolgens niet meer. Het rente-op-rente effect werkt hier niet echt.
Het prettige van de bedragen is wel dat het netto maandelijkse uitkeringen zijn. Bij inkomsten uit arbeid zou er eerst nog de inkomstenbelasting in box 1 vanaf gaan.
Lees meer over sparen, beleggen en vermogen:
- Sparen wordt straks in box 3 lichter belast en beleggen juist heel zwaar: dit kun je nog met een Spaar BV
- Dit zijn de 10 beste landen om van je pensioen te genieten, als je hecht aan een prettig leefklimaat en goede zorg
- Zo rijk word je in 10, 20, 30 of 40 jaar door een kop koffie per dag te besparen – bereken je eigen Latte Factor