Het idee dat hogere inkomens via extra bestedingen de economie aanjagen, als je de belasting voor rijken verlaagt, klopt niet.
Dat stellen twee Britse onderzoekers in een studie naar belastingbeleid in de afgelopen 50 jaar in 18 landen.
Het zogenoemde ’trickle-down’ effect werd onder meer door Donald Trump gebruikt om belastingen voor de rijkste Amerikanen te verlagen.
Belastingverlaging voor de hoogste inkomens veroorzaakt meer ongelijkheid en draagt niet bij aan de welvaart van lagere inkomens en middeninkomens, stellen onderzoekers in een studie naar de rijkste landen in de wereld.
Die kan worden gezien als een streep door de zogeheten ’trickle-down economics’, de theorie achter het economisch beleid van onder anderen de Amerikaanse presidenten Ronald Reagan en Donald Trump.
Volgens die theorie komt geld dat de rijken niet aan belasting hoeven te betalen via extra consumptieve bestedingen uiteindelijk bij de lagere inkomens terecht.
Onderzoekers David Hope (London School of Economics) en Julian Limberg (King’s College London) stellen dat belastingverlagingen voor de allerrijksten in de afgelopen 50 jaar alleen de allerrijksten hebben geholpen, en niet hebben gezorgd voor meer banen of economische groei.
"Beleidsmakers moeten zich geen zorgen maken dat het verhogen van de belasting voor de rijken om de financiële kosten van de pandemie te dekken hun economieën schaadt", zegt Hope tegenover persbureau Bloomberg.
De auteurs van de studie onderzochten de effecten van belastingen op inkomen, kapitaal en activa in 18 lidstaten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
Britse regering overweegt hogere vermogensbelasting op gaten in begroting te dekken
De bevinding is goed nieuws voor bijvoorbeeld de Britse minister van Financiën Rishi Sunak, die de belastingen op vermogen mogelijk wil verhogen om het begrotingstekort enigszins omlaag te krijgen. Zo'n belastingverhoging zal onevenredig op het conto van de rijkste Britten komen.
De bevindingen suggereren ook dat plannen voor een eenmalige vermogensbelasting van 5 procent voor de 8 miljoen rijkste Britten de economie van het Verenigd Koninkrijk geen onherstelbare schade zal toebrengen. Zo'n eenmalige belasting werd vorige week door een commissie voorgesteld.
De conclusies van Hope en Limberg geven argumenten tegen redeneringen die vooral vaak klinken in politieke debatten in de Verenigde Staten. Met name de Republikeinen stellen vaak dat beleid dat de rijksten helpt, uiteindelijk ook goed is voor de rest van de economie.
De tijdsspanne van de studie loopt tot 2015, maar onderzoeker Hope zegt dat de conclusies ook toepasbaar zijn op de belastingverlaging voor de rijksten die president Trump in 2017 doorvoerde.
Nederland: hogere vrijstelling in box 3 helpt kleinere spaarders
In Nederland wordt de vermogensbelasting in box 3 vanaf 2021 zo aangepast dat mensen met kleinere vermogens meer belastingvoordeel krijgen. Dit gebeurt via een verhoging van de fiscale vrijstelling voor spaargeld en beleggingen naar 50.000 euro per persoon.
Aangezien spaargeld aanhouden op vrij opneembare rekeningen in veel gevallen vrijwel geen rente meer oplevert, biedt de verhoging van de vermogensvrijstelling enige lucht. Dat geldt helemaal voor fiscale partners die volgend jaar een dubbele vrijstelling van in totaal 100.000 euro hebben.
Maar hiermee is de kous niet af. Het systeem waarbij de overheid in box 3 uitgaat van een fictief rendement blijft bestaan. Dit wordt hoger naarmate je meer vermogen hebt. De overheid belast het fictieve rendement in 2020 tegen 30 procent en in 2021 tegen 31 procent.
In de praktijk betaal je in 2021 boven de vrijstelling van 50.000 euro tot een ton een belasting van 0,59 procent over dit vermogensdeel. Tussen de één ton en één miljoen euro is de heffing volgend jaar 1,4 procent en daarboven is de heffing op het vermogen afgerond 1,8 procent.
Deze belastingpercentages zijn volgend jaar net iets hoger dan in 2020. Gevolg is dat, ondanks de hogere vrijstelling van 50.000 euro per persoon, niet iedereen beter af is.
Business Insider rekende eerder uit dat je zonder fiscaal partner vanaf een vermogen van 136.400 euro volgend jaar méér belasting betaalt in box 3; en voor fiscale partners geldt dat ze met een gezamenlijk vermogen van meer dan 272.800 euro meer vermogensbelasting betalen in 2021.