• Het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving hebben de economische gevolgen van de verkiezingsprogramma’s doorgerekend.
  • Tien politieke partijen verstrekten daarvoor een gedetailleerde lijst aan concrete maatregelen.
  • Business Insider keek voor 7 partijen naar de belangrijkste voorstellen rondom de inkomstenbelasting (inclusief de hypotheekrenteaftrek), het vermogen in box 3 en de erfbelasting.

Tien politieke partijen (VVD, CDA, D66, GroenLinks, SP, PvdA, de ChristenUnie, SGP, DENK en 50PLUS) hebben in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart een gedetailleerde lijst van hun plannen voor de volgende kabinetsperiode 2021-2025 doorgegeven aan het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).

De economen analyseerden de verkiezingsprogramma’s en rekenden de economische gevolgen daarvan door.

Deze ramingen moeten met name gebruikt worden om de plannen van verschillende partijen met elkaar te vergelijken en zijn minder geschikt als losstaande voorspellingen, zei PBL-directeur Hans Mommaas tijdens de persconferentie op maandag.

Zijn collega directeur Pieter Hasekamp van het CPB verzekerde tijdens zijn presentatie dat er veel onderlinge verschillen zijn. “De partijen kiezen voor grote hervormingen.”

Business Insider spitte de economische analyse van de verkiezingsprogramma’s door voor de belangrijkste plannen rondom de inkomstenbelasting in box 1, box 3 en erfbelasting.

Wij geven de economische gevolgen aan (lastenverzwaring of -verlichting) aan die het CPB ten opzichte van het huidige beleid (basispad) heeft berekend. Het basispad voor de middellange termijn zet het instituut uiteen in zijn recente raming.

Wij keken naar de volgende zeven partijen: VVD, CDA, D66, GroenLinks, SP, PvdA en de ChristenUnie.

De partijen maken gedurfde voorstellen van een vijfschijvenstelsel voor inkomstenbelasting tot het overhevelen van de eigen woning van box 1 naar box 3:

Box 1: tarief inkomstenbelasting en hypotheekrenteaftrek 

VVD: belastingvoordeel lagere inkomens, tegenvaller hogere inkomens

De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) stelt voor om terug te gaan naar een drieschijvenstelsel voor inkomstenbelasting.

Voor de eerste circa 22.000 euro aan inkomen geldt dan een tarief van 35,48 procent. De tweede schijf, tussen 22.000 euro en 68.508 euro, krijgt met een tarief van 37,03 procent te maken. Het huidige toptarief blijft ongemoeid.

In 2021 geldt er voor inkomens tot 68.508 euro een belasting van 37,10 procent in box 1. Daarboven is het toptarief van kracht van 49,50 procent.

Ook personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd gunt de VVD een lager belastingtarief van 17,58 procent in de eerste schijf (2021: 19,20 procent) en in de tweede schijf een lager tarief van 19,13 procent (2021: 37,10 procent) omdat zij geen AOW-premie betalen.

Deze plannen, die volgens het CPB goed zijn voor een lastenverlichting van 3 miljard euro, pakken vooral voordelig uit voor mensen met lagere inkomens.

De hoge inkomens worden juist op een verkapte wijze geraakt door een ander plan van de VVD. De partij wil de schijfgrens van het toptarief (inkomen vanaf 68.508 euro in 2021) gedurende de kabinetsperiode bevriezen.

Dat betekent dat de topgrens van de laatste schijf niet mee zal bewegen met inflatie. Als de meeste lonen wel geïndexeerd worden voor de hogere prijzen van producten en diensten, moet een groter aantal mensen het hoogste belastingtarief betalen.

Deze maatregel vertaalt zich in een lastenverzwaring van 1,5 miljard euro in 2025, aldus het Planbureau.


CDA: belastingvoordeel lagere inkomens, tegenvaller hogere inkomens

Het CDA verlaagt het tarief van de eerste schijf van de inkomstenbelasting (dat nu loopt tot 35.130 euro) van 37,10 procent in 2021 naar 34,4 procent. Dat pakt voordelig uit voor belastingbetalers met lagere inkomens.

Maar de christelijke partij wil ook de lengte van de eerste schijf iets omlaag brengen. Die moet lopen tot een inkomen van maximaal 65.000 euro, in plaats van de huidige grens van 68.508 euro. Daarmee moeten mensen met hogere inkomens sneller het toptarief van 49,50 procent in box 1 betalen.

Per saldo resulteren deze maatregelen in een lastenverlichting van 6,9 miljard euro in 2025, berekende het CPB.


D66: tegenvaller midden- en hogere inkomens, hypotheekrenteaftrek naar nul in 2030

D66 wil een vijfschijvenstelsel introduceren voor de inkomstenbelasting. Voor de eerste schijf blijft een tarief van 37,10 procent gelden. Voor de tweede en de derde schijf komt de belasting in box 1 uit op respectievelijk 41,03 procent en 44,93 procent. Voor de vierde schijf geldt een tarief van 49,50 procent.

De vijfde schijf geldt voor de topverdieners met inkomens boven de 150.000 euro. Zij moeten op een inkomstenbelasting van 55 procent rekenen.

Deze aanpassingen raken met name midden- en hoge inkomens en leiden tot een lastenverzwaring van 8,5 miljard euro in 2025, aldus het CPB.

Maar D66 stopt daar niet. De partij wil ook de grens tussen de derde schijf en de vierde schijf naar 63.504 euro verlagen en wil dat bedrag jaarlijks niet aanpassen voor bijvoorbeeld inflatie. Dit raakt hogere inkomens, die door de aanpassing sneller het tarief 49,50 procent in box 1 moeten betalen. Het CPB raamt dat deze maatregel een lastenverzwaring van 3,1 miljard euro in 2025 bedraagt.

Ook willen de sociaal-liberalen de hypotheekrenteaftrek tegen 2030 volledig afbouwen. Dat verhoogt de lasten met 2,9 miljard euro in 2025, aldus het CPB. De totale lastenverzwaring tegen 2030 bedraagt 7,2 miljard euro.


GroenLinks wil een vierschijvenstelsel introduceren voor de inkomstenbelasting. De nieuwe tarieven komen dan uit op 35 procent over het inkomen tot 27.000 euro, 38,5 procent over het inkomen tussen de 27.000 en 65.000 euro, en 50 procent over het inkomen tussen 65.000 en 200.000 euro.

Boven de 200.000 euro komt er een nieuw toptarief van 60 procent. De schijflengtes gaan niet met verloop van de tijd veranderen.

Per saldo leiden deze aanpassingen tot 500 miljoen euro lastenverlichting

GroenLinks schaft ook de hypotheekrenteaftrek af. Deze wordt volledig uitgefaseerd in 2030. Dit is een lastenverzwaring van 3,0 miljard euro in 2025 en 7,3 miljard euro in totaal.


SP: belastingvoordeel lagere inkomens, tegenvaller hogere inkomens, beperking hypotheekrenteaftrek

De Socialistische Partij (SP) wil een vijfschijvenstelsel invoeren voor box 1.

Het tarief van de eerste schijf, voor inkomen tot 22.000 euro, wordt verlaagd naar 36 procent.

Voor de tweede belastingschijf (inkomen van 22.000 tot 37.000 euro) en derde belastingschijf (inkomen van 37.000 tot 67.000 euro) geldt een inkomstenbelasting van 39,5 procent.

Voor de vierde belastingschijf (inkomen van 67.000 tot 150.000
euro) stellen de socialisten een tarief van 52 procent voor. Daarboven geldt een belasting van 65 procent.

De inkomstenbelasting wordt verlaagd voor mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt. Voor deze groep geldt in de eerste schijf een lager
belastingtarief van 18,1 procent en in de tweede schijf een lager tarief van 21,6 procent omdat zij geen AOW-premie betalen.

In dit kader is het belangrijk om te noemen dat de SP de AOW-leeftijd in 2023 terug naar 65 wil brengen.

Al deze aanpassingen aan de inkomstenbelasting betekenen per saldo een lastenverzwaring van 5,3 miljard euro in 2025.

De SP wil de hypotheekrenteaftrek afschaffen boven een eigenwoningschuld van 350.000 euro. Dit staat gelijk aan een lastenverzwaring van 1,2 miljard euro in 2025 en 1,1 miljard euro in totaal, aldus het CPB.

PvdA: belastingvoordeel lagere inkomens, tegenvaller hogere inkomens, hypotheekrenteaftrek naar nul in 2036

Ook de Partij van de Arbeid (PvdA) stelt zich een vijfschijvenstelsel voor in box 1.

Voor mensen die de pensioenleeftijd nog niet hebben bereikt, gelden de volgende tarieven: 35 procent voor het inkomen onder de 22.000 euro, 40 procent voor het inkomen tussen 22.000 en 37.000 euro, 41 procent voor het inkomen tussen 37.000 euro en 67.000 euro, 52 procent voor het inkomen tussen 67.000 en 150.000 euro. Daarboven geldt een toptarief van 60 procent.

Voor personen die de grens van de AOW wel hebben gepasseerd gelden in
de eerste schijven van het vijfschijvenstelsel lagere tarieven.

Bij elkaar tellen de voorgestelde wijzigingen aan de inkomstenbelasting op tot een lastenverzwaring van 4,6 miljard euro in 2025, aldus het planbureau.

De PvdA wil de hypotheekrenteaftrek geleidelijk afschaffen, in stappen van 3 procentpunt per jaar. Daardoor wordt de hypotheekrente in 2036 niet meer aftrekbaar in box 1. Dit zorgt voor extra lasten van 1,2 miljard euro in 2025 en 6,8 miljard euro in totaal.


ChristenUnie: belastingvoordeel lagere inkomens, tegenvaller topinkomens

De ChristenUnie laat het huidige tweeschijvenstelsel intact. Wel stelt de partij een verlaging van het tarief van de eerste schijf naar 35 procent. Dit zorgt voor een forse lastenverlichting van 8,4 miljard euro tegen 2025, berekenden economen bij het CPB.

Voor de hogere inkomens, wil de ChristenUnie het toptarief van de inkomstenbelasting op 50 procent zetten. De partij stelt verder voor om de schijfgrens van het toptarief naar het inkomensdeel vanaf 70.000 euro te brengen in 2025. Deze stappen brengen per saldo een lastenverzwaring van 800 miljoen euro met zich mee in 2025.

Belasting in box 3: vermogensbelasting op spaargeld en beleggingen

VVD: geen wijzigingen


CDA: heffing op gerealiseerd rendement in plaats van fictief rendement

Het CDA wil het huidige systeem van vermogensbelasting in box 3, waar met een fictief rendement gerekend wordt, vervangen door een heffing op het rendement dat daadwerkelijk behaald is.

De partij stelt daarbij een heffingsvrij inkomen uit spaargeld en beleggingen van 1.049 euro in 2025 voor.

Deze voorstellen betekenen een lastenverlichting van 100 miljoen euro, rekende het planbureau door.


D66: tegenvallers voor hoge vermogens

D66 is van plan om een nieuwe belasting te introduceren voor vermogens hoger dan een miljoen euro. Tussen de 1 miljoen en 2 miljoen euro wordt
1 procent belasting geheven op het vermogen. Over vermogen boven 2 miljoen euro geldt 2 procent.

Verder willen de sociaal-liberalen een progressief belastingtarief in box 3 instellen. Tot een inkomen uit vermogen van 20.000 euro zou dan een tarief van 31 procent gelden; boven de 20.000 euro neemt het belastingtarief toe tot 40 procent.

Ook is D66 van plan om schulden hoger dan 100.000 euro niet langer verrekenbaar te maken met bezittingen in box 3 (met uitzondering van studieschulden).

Deze maatregelen tellen op tot een lastenverzwaring van 2,9 miljard euro in 2025, rekende het CPB door.


GroenLinks stelt veel ingrijpende wijzigingen voor die vermogende burgers zullen raken.

Om te beginnen wil de partij huiseigenaren met een eigen woning die meer dan 1 miljoen euro waard is, daarover vermogensbelasting laten betalen. Voor de berekening van de waarde van de eigen woning wordt rekening gehouden met de resterende hypotheekschuld.

Verder wordt de winst bij de verkoop van koopwoningen die gekocht zijn na invoering van de maatregel belast in box 3, na correctie voor de landelijke trend in huizenprijzen.

Daarnaast komt er een algemene vermogensbelasting op het bruto bezit, met een algemene vrijstelling van 1 miljoen euro. Er wordt 1 procent belasting geheven over een vermogen tussen de 1 miljoen
en 2 miljoen euro, en 2 procent over vermogen boven 2 miljoen euro.

Verder gaat GroenLinks de vermogensbelasting niet meer baseren op een fictief rendement. Dat wordt vervangen door een nieuw systeem, waarin de belasting over het daadwerkelijke gerealiseerde rendement betaald moet worden. Het inkomen uit spaargeld en beleggingen onder 1.000 euro is dan heffingsvrij.

De linkse partij wil bovendien ook een progressieve tariefstructuur in box 3 invoeren, die gelijk is aan de tarieven en schijflengtes in box 1.

Al deze plannen tellen op tot een lastenverzwaring van 5,2 miljard euro in 2025.


SP: eigen woning naar box 3, heffing op gerealiseerd rendement in plaats van fictief rendement

De SP is voornemens een additionele vermogensbelasting in te voeren van 1 procent huishoudvermogens tussen de een en twee miljoen euro. Vanaf
twee miljoen euro geldt een tarief van 2 procent. Deze heffingen gelden voor vermogen en een eigen woning met de waarde vanaf 750.000 euro.

Verder willen de socialisten een progressief tarief in box 3 introduceren: over de eerste 20.000 euro geldt een tarief van 36 procent. Op vermogen dat daarboven ligt, geldt een tarief van 40 procent.

De bovengenoemde plannen betekenen een vermeerdering van lasten van zo'n 2 miljard euro in 2025, aldus het CPB.

De SP wil net als veel andere partijen het huidige systeem in box 3, dat gebaseerd is op een fictief rendement vervangen met een heffing op daadwerkelijk rendement. Daarbij moet een heffingsvrij inkomen van 874 euro in 2025 gelden, luidt het voorstel.


PvdA: nieuwe vermogensbelasting, heffing op gerealiseerd rendement in plaats van fictief rendement

De PvdA wil de volgende vermogensbelastingen in box 3: een tarief van 1 procent voor vermogens tussen 100.000 en 500.000 euro, 2 procent voor tussen 500.000 en 1 miljoen euro, 3 procent tussen 1 miljoen en 5 miljoen euro, 4 procent tussen 5 miljoen en 10 miljoen euro.

Daarboven geldt een tarief van 5 procent. Dit telt op tot een lastenverzwaring van 4,6 miljard euro in 2025, concludeerden de economen bij het Planbureau.

De PvdA is net als veel andere partijen van plan om in plaats van het huidige box 3 systeem een heffing op daadwerkelijk rendement in te voeren.


ChristenUnie: eigen woning naar box 3, fors hoger heffingsvrij vermogen

De ChristenUnie wil de eigen woning en de bijbehorende schuld in jaarlijkse stappen van 10 procent overhevelen naar box 3. Dit is een lastenverzwaring van 700 miljoen euro in 2025, becijferde het Planbureau. Uiteindelijk, als het eigen huis voor 100 procent in box 3 valt, bedraagt de totale lastenverzwaring 9,3 miljard euro.

Verder wil de christelijk partij het heffingsvrije vermogen in box 3 geleidelijk verhogen naar 250.000 euro voor alleenstaanden en 375.000 euro voor paren. Dit staat gelijk aan een lastenverlichting van 700 miljoen euro in 2025 en als de transitiefase afgerond bedraagt de totale lastenverlichting 6,7 miljard euro.

De ChristenUnie voert verder een tarief van 40 procent in voor het vermogen boven 1 miljoen euro. De lastenverzwaring die daarmee gepaard gaat is 300 miljoen euro, rekende het Planbureau door.

Erfbelasting

VVD: geen bijzondere plannen


CDA: geen bijzondere plannen


D66: hogere tarieven erfbelasting en hogere vrijstelling

D66 wil de tarieven voor d erfbelastingt onafhankelijk maken van de relatie van de ontvanger met de erflater. Tot 150.000 euro zou dan een tarief van 30 procent gelden en daarboven een tarief van 40 procent. In 2021 beginnen de tarieven bij 10 procent en lopen op tot 40 procent.

Voor kinderen en kleinkinderen stelt D66 een hogere vrijstelling van 36.000 euro (2021: 21.282 euro) voor. Voor ouders daalt de vrijstelling licht naar 50.000 euro terwijl voor overige erfgenamen de vrijstelling naar 12.000 euro (2021: 2.244 euro) gaat.

Deze plannen betekenen volgens het CPB per saldo een lastenverzwaring van 0,7 miljard euro in 2025.


GroenLinks wil net als D66 de erfbelasting onafhankelijk maken van de relatie van de ontvanger met de erflater. Onder de 100.000 euro wordt het tarief 25 procent, tussen de 100.000 en 200.000 euro 35 procent en boven de 200.000 euro 45 procent.

Verder zijn er plannen om de vrijstellingen te verhogen. Alle ontvangers krijgen een jaarlijkse vrijstelling van 27.000 euro. Daarnaast houden kinderen met een handicap en partners de vrijstellingen die momenteel gelden voor deze groepen, waarbij voor partners tevens de eigen
woning wordt vrijgesteld van erfbelasting.

Per saldo betekent dit dat lasten met 700 miljoen euro omhoog gaan.


SP: hogere tarieven erfbelasting

Voor de erfbelasting wil de SP een gezamenlijk tarief invoeren voor kinderen en kleinkinderen door het gemiddelde van de huidige tarieven te nemen. Dit betekent een tarief van 14 procent in de eerste
schijf en 28 procent daarboven. Dit plan brengt volgens het CPB met zich hogere lasten van 400 miljoen euro mee in 2025.

Vervolgens past de SP de tarieven in de eerste en tweede schijf voor alle groepen aan.

De SP wil tarieven in de tweede schijf van de erfbelasting zodanig verhogen dat daarmee 300 miljoen euro opgehaald wordt. Het CPB heeft bij deze maatregel geen schatting gemaakt over de impact op de lasten.


PvdA: extra schijf erfbelasting en hogere vrijstelling

De PvdA is van plan om de vrijstelling in de erfbelasting voor alle ontvangers naar tenminste 5.000 euro te brengen.

Verder wil de partij een derde schijf aan de erfbelasting toevoegen voor erfenissen van meer dan 1 miljoen euro. Het tarief voor partners in deze schijf wordt 30 procent, voor kleinkinderen (en verdere afstammelingen) 40 procent en voor overige erfgenamen 45 procent. Hiermee is een lastenverzwaring van 100 miljoen euro gemoeid.


ChristenUnie: hogere tarieven erfbelasting, lagere vrijstelling

De plannen van ChristenUnie rondom de erfbelasting is om de tarieven te verhogen en de twee schijven samen te voegen, waarbij er wat tarief betreft geen onderscheid meer is naar hoogte van de erfenis.

Enig onderscheid naar de relatie van de ontvanger met de erflater blijft in stand: het tarief voor kinderen en partners wordt 26,3 procent, voor de overige erfgenamen wordt het tarief 40 procent.

Deze aanpassingen tellen op tot een lastenverzwaring van 1,2 miljard euro in 2025, aldus het CPB.

De christelijke partij wil de vrijstellingen in de erfbelasting verlagen. De vrijstelling voor partners gaat naar 500.000 euro (2021: 671.910 euro) terwijl de vrijstelling voor ouders en gehandicapte kinderen naar 50.000 euro daalt (respectievelijk in 2021: 50.397 euro en 63.836 euro).


De vrijstelling voor kinderen en kleinkinderen moet volgens de ChristenUnie naar 10.000 euro (2021: 21.282 euro) en de vrijstelling voor overige erfgenamen naar 1000 euro (2021: 2.244 euro).

De lagere vrijstellingen doen de lasten in 2025 toenemen met 300 miljoen euro, aldus het CPB.

Lees meer over de Tweede Kamerverkiezingen: