- Wat verandert er in 2023 voor je persoonlijke financiën?
- Er staan flink wat fiscale en andere financiële wijzigingen op stapel: van het prijsplafond voor energie tot belastingverlagingen die gunstig uitpakken voor het netto loon.
- Bekijk 19 belangrijke zaken die je portemonnee in januari raken.
- Lees ook: Blik op je Geld in 2022: recordstijging prijzen energie, hypotheekrente drie keer zo hoog, drama op de beurs
Het nieuwe jaar is begonnen en dat brengt flink wat fiscale en andere financiële veranderingen mee. Business Insider belicht in een serie artikelen welke zaken van belang zijn voor je portemonnee bij de start van 2023.
Om het overzichtelijk te houden, behandelen we in dit artikel de 19 veranderingen met de grootste financiële impact voor huishoudens. Die lopen uiteen van belastingverlagingen voor werknemers tot de stijging van de AOW-uitkering, hogere zorgkosten, duurdere paspoorten en het einde van de jubelton.
Bekijk het overzicht hieronder, met handige verwijzingen voor wie meer verdieping zoekt:
1) Loon en inkomen: inkomstenbelasting omlaag, netto loon omhoog
Het kabinet Rutte probeert in 2023 de koopkracht van huishoudens te ondersteunen. De torenhoge inflatie neemt immers een flinke hap uit de maandelijkse uitgaven voor onder meer energie en voeding.
Het tarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting, die in 2023 loopt tot een inkomen van 73.071 euro, gaat omlaag naar 36,93 procent.
Daarnaast is er fiscaal voordeel via de verhoging van een aantal heffingskortingen, waaronder de arbeidskorting voor werkenden. Dit zijn bedragen die je in mindering mag brengen op de te betalen belasting.
De fiscale wijzigingen zorgen ervoor dat iemand die een modaal salaris van 3.086 euro bruto per maand verdient, er in 2023 netto 91 euro per maand op vooruit gaat.
Bekijk het overzicht van de gevolgen van de lagere belastingdruk op de netto lonen: Loonstrookje in januari 2023: dit krijg je er netto bij met salaris tussen de €1.500 en €7.500 per maand
2) Eigen woning: hypotheekrenteaftrek omlaag voor hogere inkomens
De overheid is bezig het fiscale voordeel van de hypotheekrenteaftrek stapsgewijs te beperken. Volgend jaar schuift de grens voor de hoogste belastingschijf iets op naar het inkomensdeel vanaf 73.071 euro. Het belastingpercentage over het inkomen boven deze grens is 49,5 procent.
Heb je fiscaal aftrekbare kosten zoals betaalde hypotheekrente waarmee je het inkomen boven de 73.071 wilt verlagen, dan geldt daarvoor een lager percentage dan het belastingtarief.
Voor 2022 is het maximale aftrekpercentage 40 procent en in 2023 zakt dit naar 36,93 procent. Dit verkleint het fiscale voordeel van de hypotheekrenteaftrek voor hogere inkomens.
3) Leengrens NHG-hypotheek gaat verder omhoog
Een lening met Nationale Hypotheekgarantie (NHG) is gunstig. Je geniet niet alleen rentevoordeel, maar hebt ook een vangnet als je door vervelende gebeurtenissen, zoals een echtscheiding, arbeidsongeschiktheid of werkloosheid, de hypotheeklasten niet kunt betalen.
Het grensbedrag om hiervoor in aanmerking te komen is gekoppeld aan de gemiddelde huizenprijs. Dit cijfer stijgt komend jaar van 355.000 euro naar 405.000 euro. Je kunt dus een duurdere woning kopen met een NHG-hypotheek.
4) Maximale hypotheek: alleen meer lenen bij loonstijging
Hoeveel je mag lenen voor je huis hangt mede af van de landelijke leennormen. Deze zijn gebaseerd op de 'financieringslastpercentages', die het budgetinstituut Nibud elk jaar vaststelt. Deze cijfers geven aan welk deel van je inkomen je maximaal aan je hypotheek mag besteden. De hoogte hiervan hangt af van je inkomen, de hypotheekrente en de vraag of de lening van één of twee inkomens moet worden betaald.
Kijken we naar de leennormen voor 2023, dan blijkt dat alleen huishoudens die volgend jaar meer gaan verdienen een hogere hypotheek kunnen afsluiten. Huishoudens die hetzelfde inkomen houden, kunnen minder lenen dan nu, vanwege de hoge inflatie. Het Nibud wil hiermee voorkomen dat huizenkopers zich te diep in de schulden steken.
Voor tweeverdieners is er een meevaller: zij mogen het tweede inkomen volledig meenemen bij de bepaling van de hypotheek. Nu mag dat nog maar 90 procent.
Lees ook: Maximale hypotheek in 2023: 3 scenario’s waardoor je meer of minder kunt lenen voor je huis
5) Vermogensbelasting in box 3 voor sparen en beleggen: nieuwe methode
Vanaf 2023 geldt er een overgangsregime voor de vermogensbelasting in box 3 tot en met 2025. De komende jaren hanteert de Belastingdienst nog steeds een zogenoemd fictief rendement voor spaargeld en beleggingen. Wel wordt dit toegepast op de daadwerkelijke hoeveelheid spaargeld en en andere bezittingen die onder box 3 vallen.
Voor 2023 zijn percentages vastgesteld voor het veronderstelde rendement van sparen en beleggen. Daarnaast is er ook een veronderstelde rente op schulden die in box 3 vallen. Het gaat om de volgende percentages:
- Spaargeld: 0,36%
- Beleggingen/overige bezittingen: 6,17%
- Rente op schulden: 2,57%
He gaat hier om voorlopige percentages. De Belastingdienst stelt de definitieve percentages voor het fictieve rendement in 2024 vast.
De nieuwe manier van het berekenen van de te betalen belasting in box 3 is niet eenvoudig. Lees hier aan de hand van een uitgebreid voorbeeld hoe dit in z'n werk gaat.
6) Fiscale jaarruimte voor opbouw pensioen gaat omhoog
Dit betekent niet dat er geen mogelijkheden meer zijn om fiscaal gefaciliteerd vermogen op te bouwen voor je pensioen. Integendeel. Er komt namelijk een versoepeling in de zogeheten jaarruimte. Dat is een regeling waarbij zowel werknemers als ondernemers fiscaal vriendelijk kunnen sparen of beleggen om een tekort in hun pensioenopbouw weg te werken.
De jaarruimte gaat vanaf 2023 flink omhoog. Daarnaast mag je straks langer gebruik maken van de jaarruimte. Je mag de jaarruimte nu alleen maar gebruiken voordat je de AOW-leeftijd hebt bereikt. Vanaf 2023 mag je daar nog vijf jaar bovenop tellen.
Ook de reserveringsruimte (voor wie in de afgelopen jaren niet de volledige jaarruimte heeft benut) wordt verlengd, van zeven naar tien jaar. Bovendien wordt het maximale bedrag van de reserveringsruimte verhoogd, naar 38.000 euro. Dit biedt ruimte om een inhaalslag te maken in de opbouw van je pensioen.
7) Minimumloon en AOW omhoog
Het bruto minimumloon bedraagt vanaf 1 januari 2023 voor werknemers van 21 jaar en ouder 1.934,40 euro. Ten opzichte van het bruto bedrag dat sinds 1 juli 2022 gold, is dat een stijging van 10,14 procent.
Ook de AOW-uitkering, die gekoppeld is aan het minimumloon, gaat omhoog. Procentueel is de verhoging echter minder sterk dan bij het minimumloon.
Kijk je naar de netto bedragen, dan ontvangt een alleenstaande AOW-er exclusief de loonheffingskorting vanaf volgend jaar 1.082 euro per maand. Dat is een plus van 7,5 procent ten opzichte van juli 2022 en betekent netto 75,50 euro per maand erbij.
Iemand die samenwoont of gehuwd is, krijgt in 2023 een netto uitkering van 736 euro per maand exclusief de loonheffingskorting. Dat is een plus van 6,9 procent vergeleken met juli 2022 en komt neer op ruim 47 euro per maand netto erbij.
Lees ook: AOW in 2023: dit blijft er netto over van bruto stijging van duidelijk minder dan 10%
8) Huren mogen beperkt stijgen in 2023
Doorgaans verhogen verhuurders van woningen de huur per 1 juli. Voor de sociale sector geldt in 2023 (en ook voor 2024 en 2025) dat de maximale huurverhoging niet is gekoppeld aan de inflatie, maar gelijk staat aan de CAO-loonontwikkeling van het voorgaande jaar minus 0,5 procentpunt.
In de vrije sector hoeven verhuurders zich normaliter niet te houden aan maximale huurverhogingen. Maar tijdens de coronapandemie heeft de overheid een tijdelijke maatregel ingevoerd. Van 1 mei 2021 tot 1 mei 2024 geldt ook voor de vrije sector een maximale huurverhoging bij bestaande huurders.
Ook in de vrije sector is de maximale huurverhoging in 2023 gebaseerd op de loonontwikkeling in plaats van op de inflatie. Er mag nog wel 1 procent bovenop komen. Huren in de vrije sector liggen boven de liberalisatiegrens van 763,42 euro (2022).
Lees ook: Dit gebeurt er met 7 vaste lasten in 2023: van energie en water tot huur, hypotheek en reiskosten
9) Minder voordeel elektrische leaseauto
Wie de auto van de zaak ook gebruikt voor privéritten, wordt geconfronteerd met een bijtelling: een bedrag dat bij je belastbare inkomen in box 1 wordt opgeteld. Dit is een bepaald percentage van de cataloguswaarde van de auto.
Voor elektrische leaseauto's is er een verlaagd percentage van 16 procent, maar dit geldt tot een bepaalde grens. Over het deel van de cataloguswaarde dat boven de grens uitkomt, betaal je 22 procent als bijtelling voor het belastbare inkomen.
Dit jaar geldt de verlaagde bijtelling nog tot maximaal 35.000 euro van de catalogusprijs. Komend jaar gaat die grens met 5.000 euro omlaag, naar 30.000 euro.
10) Korting op brandstofaccijns tot medio 2023
Sinds 1 april 2022 heeft het kabinet de belasting op benzine, diesel en LPG verlaagd, als tegemoetkoming in de hogere energieprijzen.
Deze korting blijft nog geldig tot 1 juli 2023. Daarna gaan de accijnzen weer omhoog, met respectievelijk 14 cent per liter voor benzine en 10 cent per liter voor diesel.
11) Onbelaste kilometervergoeding omhoog
De onbelaste reiskostenvergoeding wordt in 2023 verhoogd van 19 cent naar 21 cent per kilometer. Je kunt voor reiskosten dus een hogere vergoeding krijgen. In 2024 komt er nog een cent bij.
12) Kinderopvangtoeslag omhoog
Aanvankelijk was het kabinet van plan om de maximum uurprijs (het door de overheid bepaalde uurtarief waarover de Belastingdienst kinderopvangtoeslag uitkeert) vrij beperkt te verhogen. Maar na politieke druk komt er nog wat extra bij.
Voor opvang op een kinderdagverblijf stijgt het maximale uurtarief van 8,50 euro naar 9,12 euro. Voor gastouderopvang komt het bedrag straks uit op 6,85 euro. Dat is nu nog 6,52 euro. Voor buitenschoolse opvang stijgt het maximale uurtarief van 7,31 euro naar 7,85 euro.
13) Vrijstellingen voor schenkingen hoger
De vrijstellingen voor de schenkbelasting worden eveneens aangepast aan de inflatie. Deze indexatie is hoger: 6,3 procent.
Dit betekent dat ouders komend jaar 6.035 euro belastingvrij mogen schenken aan hun kind. Dat is nu nog 5.677 euro. Voor overige schenkingen geldt een vrijstelling van 2.418 euro (tegen 2.274 euro in 2022).
Daarnaast mogen ouders aan hun kind tussen de 18 en 40 jaar eenmalig een hoger bedrag belastingvrij schenken. Dat wordt komend jaar 28.947 euro (tegen 27.231 euro nu).
14) Eenmalige schenking van ruim een ton voor aankopen woning verdwijnt
Er geldt ook een nóg grotere eenmalige schenkingsvrijstelling van 106.671 euro als het geld wordt aangewend voor een eigen woning. Maar dat belastingvoordeel – ook wel de 'jubelton' geheten – gaat verdwijnen.
In 2023 mag je nog een eenmalige belastingvrije schenking doen van maximaal 28.947 euro voor een koophuis. En in 2024 verdwijnt de vrijstelling helemaal.
15) Premie basisverzekering zorg gemiddeld €10 per maand omhoog
Voor de basisverzekering van de zorg ben je in 2023 gemiddeld 138,45 euro per maand kwijt. Dat is 10,19 euro meer dan nu, ofwel ruim 122 euro op jaarbasis. De gemiddelde jaarpremie bedraagt hiermee 1.661,40 euro, bij een standaard eigen risico van 385 euro.
De bedragen lopen wel flink uiteen. Volgens Zorgwijzer bedraagt het verschil tussen de goedkoopste en duurste polis 402,60 euro op jaarbasis. Het loont dus de moeite om verzekeringen met elkaar te vergelijken. Er is keuze genoeg, want er worden 68 verschillende polissen aangeboden.
16) Collectiviteitskorting zorgverzekering verdwijnt
Dit jaar kun je nog maximaal 5 procent korting krijgen op je zorgpremie als je een collectieve verzekering hebt afgesloten, via bijvoorbeeld je werkgever, sportclub of patiëntenvereniging. Bijna 60 procent van de Nederlanders maakt daar gebruik van.
Helaas gaat die korting in 2023 verdwijnen, waardoor de premie van een basispolis voor iedereen gelijk wordt.
17) Maximale kosten van paspoort en ID-bewijs omhoog
De maximale kosten die gemeenten mogen rekenen voor paspoorten en ID-bewijzen gaan in 2023 omhoog.
Vanaf 18 jaar geldt vanaf 1 januari een maximumtarief van 77,87 euro voor een nieuwe paspoort. Een nieuw identiteitsbewijs mag maximaal 70,38 euro kosten. Hiermee wordt een paspoort ruim 2 euro duurder en een ID-kaart kost iets minder dan 2 euro extra.
18) Zelfstandigenaftrek gaat verder omlaag
De zelfstandigenaftrek is een belangrijke aftrekpost voor ondernemers die onder de inkomstenbelasting in box 1 vallen. Nog wel, want het kabinet bouwt de zelfstandigenaftrek de komende jaren versneld af, in ruil voor een verhoging van de arbeidskorting (zie verderop). Doel hiervan is het verschil tussen zelfstandige ondernemers (zzp'ers) en werknemers bij de inkomstenbelasting te verkleinen.
De zelfstandigenaftrek gaat in 2023 met 1.280 euro omlaag naar 5.030 euro. Je gaat hierdoor als zelfstandige ondernemer per saldo meer belasting betalen.
19) Prijsplafond energie
Het prijsplafond voor energie zorgt ervoor dat je in 2023 in principe maximaal 1,45 euro per kuub gas en 0,40 euro per kWh stroom betaalt, tot een jaarverbruik van 1.200 kuub gas en 2.900 kWh stroom.
Als een huishouden met het energieverbruik boven de volumelimieten uitkomt, gaat de marktprijs van de energieleverancier gelden.
Bij de volumegrenzen van het prijsplafond wordt echter niet gekeken naar het kalenderjaar 2023. Het draait vooral om het moment waarop de jaarafrekening voor individuele klanten wordt vastgesteld.
Er is een richtlijn opgesteld voor een gemiddeld verbruik van gas en stroom voor elke dag van het jaar. In totaal telt dit in 365 dagen tot respectievelijk 1.200 kuub en 2.900 kWh. De energieleverancier hanteert twee peildata: vanaf 1 januari tot het moment van de jaarrekening. En vervolgens de resterende periode vanaf de jaarrekening tot het eind van het jaar.
Lees hier hoe de afrekening onder het prijsplafond voor energie precies in z'n werk gaat.