Al meer dan tien jaar adviseert Hummel bedrijven hoe te besparen op de
niet-strategische kosten, alles wat niet noodzakelijk is voor het draaiend
houden van de onderneming. "De pennen en de potloden", zoals hij het zelf
omschrijft. Van zaken als personeel en marketingkosten houdt hij zich verre.

De methode die Hummel gebruikt, is zestien jaar geleden bedacht door
Fred Marfleet, die hem ontwikkelde tot een franchiseconcept. Inmiddels
werken meer dan zevenhonderd mensen in dertig landen volgens deze methode.
Hummel is regiomanager Benelux.

Hij zegt de niet-strategische kosten met gemiddeld 20 procent terug te kunnen
brengen. "En als je bedenkt dat die 10 procent van de totale kosten
uitmaken, dan scheelt het ongeveer 1 procent netto." Hij paste de
methode onder meer toe bij Deutsche Bank, Ikea, Ernst & Young en Frans
Maas.

De reden dat zoveel bezuinigd kan worden op de niet-strategische
kosten, is volgens Hummel dat in de meeste bedrijven de inkoop er maar een
beetje bijgedaan wordt, er is geen centraal beleid.

Een voorbeeld, brievenbakjes: "Als er een nieuwe besteld moet worden, krijgt
de medewerker een gids met kantoorartikelen waaruit hij mag kiezen. Die
kiest dan natuurlijk een luxe bakje van het merk Leitz."

Hummel maakt meteen een einde aan dit soort praktijken, en beperkt deze
keuzevrijheid. "Ik moet de eerste persoon nog tegenkomen, die vindt dat een
Leitz brievenbakje beter is dan een van Ahrend."

Soms levert het weerstand op: "Bij een advocatencollectief zaten twee
secretaresses die per se wilden aantonen dat de post-its van 3M beter waren
dan huismerk. Die hebben toen de memoblaadjes tegen het raam geplakt en zijn
met een timer gaan kijken welke eerder losliet." Toen heeft Hummel het maar
gelaten. "Als het zo gevoelig ligt, moet je mensen lekker 3M laten plakken."

Daarnaast is het aantal leveranciers belangrijk. "Als we binnen zijn
bij een bedrijf, wil ik meteen de grootboekrekeningen zien. Hoeveel
leveranciers heeft een bedrijf? Zijn het er veel, dan weet je dat er veel te
besparen valt."

"Degenen die in een bedrijf de bestellingen doen, genieten over het algemeen
erg van de macht die ze hebben over hun leveranciers. Daarom hebben ze er
ook zoveel. Kunnen ze ze tegen elkaar uitspelen. Het is een verdeel en
heers-strategie. Ze denken, hoe meer leveranciers ik heb, des te
belangrijker ik ben."

Hummel brengt in kaart hoeveel nodig is, en vraagt alle leveranciers
een offerte te maken. Degene die het scherpste aanbod doet, mag alles
leveren.

De bespaarspecialist werkt zoveel mogelijk met bestaande leveranciers.
“Wanneer wij met een nieuwe komen, dan gaat het bedrijf bewijzen dat de oude
beter waren, en de boel saboteren.”

Niet altijd lukt het om veel te bezuinigen. “In 5 procent van de gevallen doen
bedrijven het al goed. Nog eens 5 procent wil of kan het niet. Dan is de
leverancier de schoonzoon van de inkoper, of spelen er andere belangen."

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl