Bijna driekwart van de jongeren steekt in de vakantie de handen uit de mouwen. Maar met de kennis over hun rechten is het niet zo best gesteld, met alle gevolgen van dien. We zetten tien dure misverstanden over vakantiewerk voor je op een rij.
Afgelopen zomer deed 73 procent van de jongeren vakantiewerk, zo blijkt uit het jaarlijkse Vakantiewerkonderzoek van FNV Jong. Dat is iets meer dan in 2017. Winkels, horecagelegenheden en de zorg waren de populairste werkgevers.
Maar uit hetzelfde onderzoek blijkt dat 37 procent van de jongeren naar eigen zeggen niet goed is geïnformeerd door hun werkgevers over hun rechten en plichten. Dat is zonde, want wie zijn rechten niet kent – over bijvoorbeeld uitbetaling voor overwerk – kan veel geld mislopen.
We zetten tien misverstanden rond vakantiewerk voor je op een rij.
Misverstand 1: Een minderjarige mag niet zelfstandig een contract afsluiten
Je kind hoeft geen 18 te zijn om zelfstandig een arbeidsovereenkomst aan te gaan. Vanaf 16 jaar mag hij dat al doen. Heeft je kind die leeftijd nog niet bereikt, dan moeten de ouders toestemming geven. Dit hoeft niet expliciet: je krijgt een maand de gelegenheid om bezwaar te maken, waarna de arbeidsovereenkomst moet worden vernietigd. Doe je dat niet, dan heb je impliciet toestemming gegeven en kan je kind gewoon aan de slag.
Een schriftelijke arbeidsovereenkomst is overigens in principe niet verplicht: je kunt zowel mondeling als schriftelijk een overeenkomst aangaan, tenzij hierover anders is bepaald in de CAO.
Misverstand 2: Een vijftienjarige mag achter de kassa werken
Welk bijbaantje je kind als vakantiewerk mag hebben, hangt af van de leeftijd. 13- en 14-jarigen mogen alleen klusjes en licht werk doen, zoals oppaswerk, betaalde karweitjes in huis, fruit plukken, helpen bij vakken vullen of folders of huis-aan-huisbladen bezorgen.
Werken met machines en giftige stoffen, kranten bezorgen en achter de kassa is op die leeftijd nog niet toegestaan. Ook mogen ze niet werken in een restaurant of café waar alcohol wordt geserveerd en is spullen tillen die zwaarder zijn dan tien kilo verboden. Daarnaast is toezicht van een volwassene vereist.
Op 15-jarige leeftijd mag je kind licht, niet-industrieel werk doen. Denk bijvoorbeeld aan vakken vullen in een supermarkt of reclamedrukwerk of avondkranten bezorgen. Fabriekswerk, met zware spullen sjouwen, vrachtwagens lossen en achter de kassa werken, mag nog steeds niet.
Is je kind 16 of 17 jaar, dan mag hij of zij bijna elk soort werk doen, behalve gevaarlijk werk, zoals werken met gevaarlijke stoffen (zoals bestrijdingsmiddelen) of in een lawaaiige omgeving. Daarnaast mag het werk hem of haar niet belemmeren om naar school te gaan. Ook werk tegen stukloon is niet toegestaan.
De belangrijkste regels vind je hier.
Misverstand 3: ... en hij mag de hele zomervakantie door werken
Kinderen mogen niet onbeperkt werken. Voor 13- en 14-jarigen gelden de grootste restricties. Zij mogen bijvoorbeeld niet op zondag, vroeg in de ochtend (voor 7 uur) en ‘s avonds na 19 uur werken. Tijdens schooldagen mag je kind maximaal twee uur werken.
Tijdens vakanties zijn de regels wat soepeler. Je kind mag dan maximaal 7 uur per dag en 35 uur per week werken. Maar de hele vakantie doorwerken, is verboden: je zoon of dochter mag maximaal vier vakantieweken werken, waarvan drie aaneengesloten.
Bij 15-jarigen is de maximale werktijd iets ruimer. Zo mogen ze maximaal zes vakantieweken per jaar werken, maar de hele zomervakantie doorwerken zit er niet in: ze mogen maximaal vier aaneengesloten aan de slag. Werken op zondag is onder voorwaarden toegestaan.
Jongeren van 16 en 17 jaar mogen gemiddeld 40 uur en maximaal 45 uur per week werken. De tijd die zij op school zijn telt ook mee als arbeidstijd. ‘s Nachts werken, oproepdiensten draaien en overwerken is niet toegestaan. Ook hebben 16- en 17-jarigen recht op extra rusttijden.
Misverstand 4: Ook als mijn kind maar twee uur werkt heeft hij recht op een pauze
Scholieren hebben recht op een pauze van een half uur als ze langer dan 4,5 uur op een dag werken. Bij zestien- en zeventienjarigen kunnen dit ook twee pauzes van een kwartier zijn.
Misverstand 5: Alle scholieren hebben recht op het minimumloon bij vakantiewerk
Het is een misverstand om te denken dat je altijd recht hebt op het minimumjeugdloon: dit geldt namelijk pas vanaf vijftien jaar. Het uurloon van dertien- en veertienjarigen ligt vaak redelijk in de buurt van dat van een vijftienjarige, maar een werkgever mag ook minder betalen.
De hoogte van het minimumjeugdloon hangt af van de leeftijd en het aantal gewerkte uren per week. Voor 15-jarigen is dit vanaf 1 juli 490,70 euro per maand, uitgaand van een volledige werkweek. Dat komt neer op 2,84 tot 3,15 euro per uur, afhankelijk van de omvang van de werkweek (36, 38 of 40 uur).
Voor zestienjarigen bedraagt het bruto minimumloon omgerekend 3,26 tot 3,62 euro per uur en voor zeventienjarigen 3,73 tot 4,15 euro.
Het loon kan soms hoger lijken dan het minimumjeugdloon, maar reken jezelf niet te rijk. Een werkgever kan ervoor kiezen om je vakantietoeslag van 8 procent maandelijks uit te, in plaats van te wachten tot mei of juni.
Misverstand 6: Mijn kind heeft alleen recht op het minimumloon
Het minimumjeugdloon is, zoals de naam al aangeeft, een minimum. In de CAO kan een hoger tarief zijn afgesproken. De werkgever moet zich daar dan aan houden.
Daarnaast moet het loon aansluiten bij de aard van de werkzaamheden. Doet je kind werk met extra verantwoordelijkheden, zoals aansturen van andere medewerkers of de winkel afsluiten, of heeft hij inmiddels meer ervaring, dan hoort hij hiervoor ook meer betaald te krijgen, conform de afspraken in de CAO.
Misverstand 7: Het salaris van vakantiewerk mag worden afgestemd op eventuele fooien
Fooien zijn niet inbegrepen in het loon. Het salaris mag hier ook niet op worden afgesteld. Daarnaast zijn fooien die je kind ontvangt voor hem of haar bedoeld en niet voor de werkgever.
Misverstand 8: Een kwartiertje overwerk hoeft niet te worden uitbetaald
Een werkgever mag zijn personeel verplichten om langer door te werken, mits dat redelijk is. Deze extra tijd moet altijd worden betaald of worden gecompenseerd in vrije tijd. Dit geldt ook als de medewerker zijn targets niet haalt.
Tot vorig jaar gold een kwartiertje langer werken nog niet als overwerk, maar inmiddels wel. Dus ook als je kind maar vijftien minuten langer doorwerkt, heeft hij recht op een vergoeding.
Als je kind vaste uren heeft afgesproken, moet hij deze uren ook werken en ook uitbetaald krijgen. Een nulurencontract is flexibeler: je kind werkt alleen als er werk is. Is er minder werk dan vooraf was bedacht, dan mag de werkgever je kind naar huis sturen. Maar draait hij meer uren, dan moeten deze worden uitbetaald.
Misverstand 9: Een werkgever mag opgebouwde vakantiedagen altijd uitbetalen
Behalve het gewone maandsalaris heeft een vakantiekracht ook recht op vakantietoeslag van 8 procent (ook wel vakantiegeld genoemd) en vakantiedagen.
Het opgebouwde vakantiegeld wordt meestal pas uitbetaald als het vakantiewerk erop zit, maar een werkgever kan er ook voor kiezen om dit maandelijks uit te keren.
Vakantiedagen mag een werkgever alleen uitbetalen als de CAO dat toestaat en de werknemer de gelegenheid heeft gekregen om (onbetaald) vakantie te nemen.
Let er goed op dat de opgebouwde vakantiedagen en het vakantiegeld ook echt worden uitbetaald. Dat gebeurt niet altijd.
Misverstand 10: Is je kind ziek? Dan heeft hij pech
Als je kind ziek wordt - ook als hij vakantiekracht is - heeft hij recht op doorbetaling van zijn salaris voor de uren die hij op het rooster stond ingepland of voor het gemiddelde aantal uren van de afgelopen maanden.
De werkgever moet in principe de eerste twee jaar minimaal 70 procent van het loon doorbetalen. Zakt het inkomen hierdoor onder het minimumloon, dan kan je kind een aanvullende uitkering aanvragen, waarmee het inkomen wordt aangevuld tot het minimumloon. Voor oproepcontracten gelden andere regels.
Tot slot: Vergeet niet geld terug te vragen van de fiscus voor vakantiewerk
Op het brutoloon wordt belasting ingehouden. Meestal is dit te veel. Een deel van dit geld kun je terugvragen van de Belastingdienst. Dit mag met terugwerkende kracht tot vijf jaar geleden. Je kind kan nu dus nog geld terugvorderen voor vakantiewerk over 2014.