Mei is de maand dat de meeste werknemers hun vakantiegeld uitgekeerd krijgen. Wat levert dat op als je het geld deels op een spaarrekening zet? En zijn er interessante alternatieven?

Als de loonstrookjes in mei binnenkomen, krijgen de meeste werknemers hun
vakantiegeld bijgeboekt. Iets minder dan de helft van de werknemers wil het
vakantiegeld aan de zomervakantie besteden, zo blijkt uit een recente peiling
van financiële dienstverlener MoneYou.

Maar op plaats twee en drie van favoriete bestemmingen van vakantiegeld staan
respectievelijk ‘sparen voor een specifiek doel’ (35 procent van
respondenten) en ‘appeltje voor de dorst’ (25 procent). Veel Nederlanders
zetten een deel van hun vakantiegeld dus in ieder geval tijdelijk opzij.

Sparen geen vetpot

Jammer genoeg zijn het magere tijden voor spaarders. Door belastingverhogingen
die vanaf oktober vorig jaar zijn doorgevoerd, kampte Nederland de afgelopen
maanden met een inflatiepiekje. Deze week bleek
dat
de inflatie in april is gedaald tot 2,6 procent, vooral dankzij
lagere prijzen van benzine en voedingsmiddelen.

Maar 2,6 procent inflatie is nog altijd fors meer dan de hoogste variabele
spaarrente, die op 2,05 procent ligt. Dat tast de koopkracht van geld aan.

Uit onderstaande grafiek blijkt dat je spaargeld minimaal drie jaar moet vast
zetten om gelijke tred te houden met de inflatie. Al is het wel zo dat het
Centraal Planbureau verwacht
dat de inflatie verder terugloopt tot gemiddeld 2 procent in 2014.

Wie meer dan 21.139 euro aan spaargeld en beleggingen heeft, moet daarover 1,2
procent belasting betalen in box 3. Tel je dit percentage op bij de
verwachte inflatie over 2014, dan heb je een rendement van 3,2 procent nodig
om je spaargeld waardevast te houden. In de praktijk zou je spaargeld dan
meer dan acht jaar moeten vast zetten, wat niet heel aantrekkelijk klinkt
gelet op de relatief lage rentestanden.

Alternatieven voor sparen

Spaar je voor een specifiek doel, zoals bijvoorbeeld een vakantie over één of
twee jaar waar je wat extra's voor nodig hebt, dan ligt het voor de hand
spaargeld tijdelijk te parkeren op een kortlopend deposito of een vrij
opneembare rekening. Daar word je niet rijk van, maar je hebt het geld dan
wel alvast apart gezet.

Wie vakantiegeld voor langere tijd niet nodig heeft, kan ook andere
alternatieven overwegen, zoals beleggingen.

Wil je zekerheid over behoud van de inleg, dan kom je al snel uit bij
(staats)obligaties van solide landen of bedrijven. Voor geld dat je goed
kunt missen zijn aandelen een alternatief. Mits je niet al te zenuwachtig
wordt, als je op korte termijn verlies lijdt. Want beleggen in aandelen
brengt sowieso extra risico's mee.

Opbrengst aandelen en obligaties

Onderstaande grafiek brengt voor een periode van tien jaar in beeld hoe dit
kan uitpakken. Te zien is wat een belegging in respectievelijk de AEX-Index,
inclusief dividend, en tienjarige Nederlandse staatsleningen in totaal had
opgebracht vanaf het startjaar. Uitgangspunt is dat het geld eind mei wordt
belegd.

Het specifieke instapmoment kan vooral voor aandelen veel uitmaken. Wie
bijvoorbeeld eind mei 2002 op een, achteraf gezien relatief hoog niveau, de
AEX-Index kocht, heeft per mei 2013 een totaalrendement van slechts 11
procent.

Een belegging in staatsobligaties, waarvan de rente in 2002 op circa 4,9
procent lag, had via de couponuitkeringen (tot en met juli 2012) in totaal
49 procent rendement opgeleverd.

De grafiek is uiteraard een momentopname, maar maakt wel twee dingen
duidelijk. Over een periode van tien jaar kan het rendement op aandelen
eigenlijk alle kanten op. Wie in mei 2007 de AEX-index kocht, staat nog
steeds op verlies, maar wie in 2009 durfde te kopen heeft een forse winst
van inmiddels 60 procent te pakken.

Voor Nederlandse staatobligaties geldt dat het rendement gelijkmatiger is en
de risico's kleiner zijn. Maar lastig is wel dat de rente op tienjarige
leningen de afgelopen tijd steeds verder is gedaald.

Inmiddels betaalt de staat minder dan 1,5 procent rente op tienjaarspapier.
Dat maakt een langetermijnbelegging in staatspapier een stuk minder
aantrekkelijk dan tien jaar geleden. Zeker ook in verhouding tot
spaardeposito's van banken.

Kortom, echt makkelijk is de keuze tussen sparen en beleggen niet.
Vakantiegeld eventjes opzij zetten, om er over een paar maanden of een jaar
iets leuks mee te doen, is daarom helemaal zo gek niet.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl