Huishoudelijke producten en persoonlijke verzorging blijven het goed doen bij Unilever. De afdeling levensmiddelen liet daarentegen in 2012 wederom de zwakste groei zien.
De omzet van Unilever, dat bekend is van merken als Unox, Dove en Knorr, kwam vorig jaar uit op 51,3 miljard euro, een stijging van ruim 10 procent ten opzichte van 2011. Dat bleek woensdag bij de bekendmaking van de cijfers over het vierde kwartaal en heel 2012.
Daarmee kwam het bedrijf voor het eerst uit boven de grens van 50 miljard euro. Het concern heeft zich eerder ten doel gesteld om de komende jaren de omzet te laten stijgen tot 80 miljard euro.
Groei in Azië en Zuid-Amerika
Over het vierde kwartaal kwam de omzet uit op 12,6 miljard euro, wat
overeenkomt met de verwachting van analisten. De onderliggende omzetgroei
bedroeg over het kwartaal 7,8 procent en 6,9 procent over heel 2012.
Vooral Azië en Zuid-Amerika droegen bij aan de vooruitgang, met een
onderliggende omzetgroei over heel 2012 van ruim 11 procent. Ruim de helft
van de totale omzet van de producent van levensmiddelen en
verzorgingsproducten komt inmiddels uit de opkomende markten
Europa en Noord-Amerika bleven iets achter, hoewel ook daar de groeicijfers
beter waren dan in het jaar daarvoor.
Unilever is de afgelopen jaren steeds afhankelijker geworden van opkomende
markten. De omzet uit Azië, Afrika en Oost-Europa bedraagt nu 40 procent van
het totaal. In 2004 was dat nog 30 procent.
Non-food wint van food
De tak Levensmiddelen, met merken als Knorr en Becel, is voor een belangrijk
deel afhankelijk van de Europese markt en liet van alle divisies wederom de
zwakste groei zien. Over heel 2012 kwam de onderliggende groei uit op 0,8
procent. Financieel topman Jean Marc Huët onderstreepte in een toelichting
dat de divisie Refreshment, de tak waaronder (Lipton) thee en (Ola) ijs
vallen, wel stevige cijfers heeft neergezet.
De divisie Personal Care, met onder meer shampoo's en deodorant (Rexona,
Dove), liet in 2012 een onderliggende omzetgroei van 10 procent zien. In het
afgelopen kwartaal lag de groei zelfs nog iets hoger. Ook Home Care,
waaronder wasmiddelen (Cif, Omo) vallen, ging in de afgelopen maanden flink
vooruit.
Waar alle belangrijke concurrenten van Unilever een duidelijke focus hebben
(Nestlé en Danone: voeding; Procter & Gamble en Colgate-Palmolive:
non-food), hield Unilever altijd vol op beide paarden te kunnen wedden.
Maar Unilever lijkt nu ook de knoop te hebben doorgehakt: in non-food zit de
meeste groei, vooral door de verkoop van persoonlijke verzorgingsproducten
in Azië. Grote overnames waren er de laatste jaren vooral bij non-food: het
Russische persoonlijke verzorgingsbedrijf Kalina, het Amerikaanse Alberto
Culver (shampoo en conditioner) en de verzorgingsproducten van Sara Lee.
Daarentegen ging het Amerikaanse pindakaasmerk Skippy er onlangs uit, net als de diepvriesmaaltijdactiviteiten in de Verenigde Staten en eerder al, in Europa.
Grondstofprijzen
De nettowinst van Unilever kwam vorig jaar 7 procent hoger uit op 4,9 miljard
euro. Het operationeel resultaat steeg met 9 procent tot 7 miljard euro.
Financieel topman Huët zei te verwachten dat de grondstofprijzen waar Unilever
mee te maken heeft de komende tijd naar verwachting met lage percentages
(tot circa 5 procent) zullen stijgen.
Topman Paul Polman waarschuwde in het persbericht er al voor dat de prijzen
nog niet zijn gestabiliseerd. Ook de economische omstandigheden blijven
uitdagend, aldus Polman.
Sterke resultaten
Analist Richard Withagen van SNS securities noemt de resultaten van Unilever "sterker
dan verwacht". "Wat betreft de autonome groei en de volumes doen
weinigen hen dit na", aldus Withagen.
De lage groeicijfers bij de tak Levensmiddelen en de winstmargedaling bij
Personal Care, vooral door investeringen, doen Withagen weinig. "Als je
dit soort cijfers kan laten zien, dan mag de kost best voor de baat uitgaan."
Beleggers beloonden Unilever woensdag voor de sterke resultaten. Het aandeel
noteerde rond 12.15 uur 2,5 percent hoger op 30,05 euro.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl