Levensmiddelenfabrikant Unilever staat op het punt om zijn Russische activiteiten te verkopen, meldt de Financial Times op basis van ingewijden.

De Britse zakenkrant schrijft dat het bedrijf achter merken als Magnum en Dove de onderdelen in Rusland verkoopt aan chemiegroep Arnest, die eerder bezittingen van Heineken in het land overnam.

De Russische tak van Unilever was vorig jaar goed voor ongeveer 1 procent van de omzet en nettowinst van het bedrijf, schrijft de Financial Times. Er staan vier fabrieken in het land, die samen goed zijn voor netto-activa van ongeveer 600 miljoen euro.

Unilever wilde niet reageren. In Russische media RBS en Kommersant klonk al dat de regering de deal wil goedkeuren. Unilever zou 500 miljoen dollar kunnen krijgen voor zijn onderdelen.

Eerder wilde Unilever niets weten van een verkoop van zijn overgebleven activiteiten in Rusland na de Russische inval in Oekraïne. Andere westerse bedrijven kozen er in 2022 wel voor om het land te verlaten.

Actief blijven in Rusland was 'minst slechte optie'

Volgens Unilever-topman Hein Schumacher was doorgaan in Rusland "de minst slechte optie". Een sluiting van de activiteiten zou nationalisatie betekenen en bij een verkoop zou de Russische staat te veel kunnen profiteren, zei hij in juli 2023.

Unilever zei ook alle import en export met Rusland en kapitaalstromen naar het land te hebben gestopt.

De Oekraïense regering bekritiseerde het beleid van Unilever. Kyiv noemde de maker van Knorr-bouillon en Axe-deodorant zelfs een internationale "sponsor van de oorlog" in Oekraïne.

LEES OOK: Unilever schrapt 3.000 kantoorbanen in Europa: gevolgen voor Nederland nog onduidelijk