- Unilever heeft door de oorlog in Oekraïne de activiteiten in dat land stilgelegd.
- De maker van huishoudelijke- en voedingsproducten heeft ook de import van en export naar Rusland gestaakt.
- De multinational verwacht dat de prijzen van producten zullen stijgen door hogere grondstofkosten en de crisis in toeleveringsketens.
- Lees ook: Grondstofprijzen suggereren dat inflatie gierend uit de hand loopt: wat betekent dat voor de beurs en economie?
Unilever veroordeelde deze week in een persbericht de invasie van Oekraïne als een “brute en zinloze daad van de Russische staat.” Het bedrijf kondigde ook meteen aan de import van en export naar Rusland voorlopig stil te leggen.
Daarnaast stopt de maker van huishoudelijke- en voedingsproducten – met merken als Axe, Magnum en De Vegatrische Slager – met adverteren en investeren in Rusland. “Wij voegen ons bij de roep om een einde aan deze oorlog en hopen dat vrede, mensenrechten en de internationale rechtstaat zegevieren”, schreef Unilever CEO Alan Jope.
Met deze beslissing volgt Unilever andere Nederlandse en internationale bedrijven die zich geheel of gedeeltelijk terugtrekken uit Rusland. Daar zitten veel bekende namen bij zoals ING, KPMG, Heineken, IKEA, Nike, BP, Apple, Google en Volkswagen.
Toch legt Unilever de activiteiten binnen Rusland niet geheel stil. Het bedrijf "zal doorgaan met het leveren van alledaagse essentiële voedsel - en hygiëneproducten, die gemaakt worden in Rusland, aan de mensen in het land."
Unilever heeft vier fabrieken in Rusland waar ijs, thee, cosmetica en schoonmaakmiddelen worden gemaakt. Desgevraagd wil een woordvoerder van Unilever deze beslissing, om de Russische activiteiten niet te staken, niet nader toelichten.
Ook Heineken en Philips geven aan beperkt actief te blijven in het land. De lokale Russische merken van de bierfabrikant blijven gebrouwen worden. En Philips wil alleen nog maar babyproducten en medische apparaten leveren. "Daar gaan we om humanitaire redenen mee door", zegt een woordvoerder aan RTL Nieuws.
Personeel in Oekraïne is veilig, maar een deel moet vechten
Sinds de Russische inval van Oekraïne heeft Unilever ook de activiteiten in Oekraïne stilgelegd. Tijdens een presentatie in het voedselinnovatiecentrum The Hive in Wageningen eind februari liet Hanneke Faber, president Global Foods, weten dat het bedrijf de situatie op de grond nauwlettend in de gaten hield.
"We hebben 146 werknemers daar", vertelde Faber op maandag 28 februari. "Die zijn allemaal veilig en terecht. Vijftig van hen, mannen, zijn opgeroepen in het leger."
Unilever stelde deze week ook vijf miljoen euro aan producten beschikbaar voor humanitaire hulp aan Oekraïne.
Vooruitzicht toekomst 'somber' door oorlog
In Wageningen sprak Faber over moeilijke tijden. "Het vooruitzicht is somber", vertelde ze. "Stijgende voedselprijzen, mede door de al tijden stijgende inflatie, zullen een realiteit zijn waar de consument in ieder geval op de korte termijn aan zal moeten wennen."
Unilever worstelt, evenals veel andere bedrijven wereldwijd, met een tekort aan menskracht als gevolg van de coronapandemie. Faber: "Het afgelopen jaar hebben we 200 robots extra ingezet in onze fabrieken ingezet. We kampen met problemen die andere fabrieken ook hebben: het vinden van personeel. Ik heb locaties in Amerika waar we vijftig procent van het personeel missen."
Faber wees daarnaast naar de nog altijd aanwezige ontregeling van toeleveringsketens. "De situatie in Oekraïne helpt niet mee." Maar hoopvol benadrukte Faber de missie van Unilever om producten goedkoper te krijgen door ze duurzamer, plantaardig en gezonder te maken. Mede door een verregaande digitalisering van fabrieken en voedselresearch, als gevolg van het personeelstekort.
Ontregeling internationaal aanbod van graan en andere landbouwproducten
In de afgelopen twee weken werd steeds duidelijker dat de problemen in de voedselsector groter dreigen te worden. Oekraïne legde onder andere de export van graan, melk- en vleesproducten stil vanwege de humanitaire ramp die zich in het land voltrekt. Door internationale sancties kan ook Rusland weinig meer exporteren.
Tezamen zijn Rusland en Oekraïne echter goed voor een kwart van de mondiale export van graan. In Italië, dat uit beide landen respectievelijk 100.000 ton en 120.000 ton importeerde in 2021, dreigt al een pastacrisis. In het door hyperinflatie en corruptie geplaagde Libanon, dat voor 90 procent afhankelijk is van tarwe en olie uit de twee landen, dreigt een veel ergere humanitaire crisis.
Landen als Nederland en Australië hebben al aangegeven meer graan te gaan inzaaien en exporteren. Maar daar kan een onvoorziene consequentie van de oorlog en de sancties tegen Rusland een stokje voor steken.
Van alle zeelui in de wereldwijde transportsector, 1,9 miljoen in totaal, heeft zeventien procent een Russisch of Oekraïens paspoort. Van deze 300.000 mensen zit momenteel 60.000 vast op zee door de sancties, schrijft The Wall Street Journal. Nog eens 50.000 zeelui moeten afgelost en vervangen worden.
Foreign Policy waarschuwt dan ook voor een nieuwe, nog veel ingrijpende supplychaincrisis. Waarin ook olie en gas, naast essentiële levensmiddelen, straks niet meer terechtkomen waar ze nodig zijn. En wil Poetin nog meer chaos veroorzaken, zo schrijft veiligheidsexpert Elisabeth Braw, dan "kan het Kremlin ook de nog overgebleven Russische zeelui sommeren niet de zee meer op te gaan. Dan valt de wereldwijde scheepvaart in elkaar, en ook het wereldwijde van goederen en voedingsmiddelen."