De Brits-Nederlandse multinational Unilever heeft er nooit aan willen tornen:
de splitsing van de divisies voor persoonlijke verzorging (shampoo, zeep) en
voeding (margarines, olie, soep). Maar onder topman Paul Polman ligt het
accent wel sterker op de persoonlijke verzorging, waar de groei vooral in
opkomende economieën sterk is.
In de eerste drie maanden van dit jaar was dat ook bij de verkopen goed
zichtbaar, zo bleek donderdag bij de presentatie van de kwartaalcijfers.
Opkomende landen, vooral in Azië, trokken de kar en leverden een omzetgroei
van 9,2 procent, terwijl Europa 3,1 procent kromp.
Bij de divisies lieten de onderdelen voor persoonlijke verzorging en
huishoudmiddelen een groei van respectievelijk 8,3 en 9,4 procent zien,
terwijl de omzet bij de voedingstak een half procent kromp.
Margarines Unilever onder druk
Dat laatste had vooral te maken met zwakke prestaties bij de verkopen van
margarines. Becel, Blue Band en consorten doen het niet goed genoeg, zo
erkende financieel topman Jean-Marc Huet donderdag in een toelichting op de
cijfers.
Voor analisten was dit reden om een balletje op te werpen over een mogelijke
afsplitsing, aangezien bijvoorbeeld ook pindakaasmerk Skippy al is verkocht. "Ik
vraag me af of we niet op het punt zijn beland waar Unilever verkoop van
onderdelen moet overwegen die structureel teleurstellend presteren",
stelde analist Graham Jones van Panmure Gordon tegenover persbureau Bloomberg,
in een reactie op zwakke verkopen van margarines bij Unilever.
De top van Unilever denkt echter de margarineverkopen op eigen kracht te
kunnen oplappen, aldus financieel topman Huet donderdag.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl