Nederlandse bedrijven hebben in verband met de coronacrisis al voor zo’n €10 miljard uitstel van belastingen aangevraagd.
De horeca is koploper bij de aanvragen voor uitstel van de betaling van belastingen.
Bij kleinere bedrijven is uitstel van de btw-afdracht populair; grotere bedrijven maken veel gebruik van uitstel van loonheffingen.
Nederlandse bedrijven hebben vanwege de coronacrisis massaal uitstel van betaling aangevraagd en gekregen bij de Belastingdienst.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van voorlopige cijfers. In totaal gaat het om een bedrag van bijna 10 miljard euro aan uitgestelde belastingen.
Van 1 april tot en met 12 juni verleende de Belastingdienst aan 128.000 bedrijven drie maanden uitstel van betaling.
Bijna 21.000 van de 66.000 bedrijven met 10 tot 250 werknemers hebben uitstel aangevraagd.
Vooral de horeca had moeite met zijn financiële verplichtingen. In die sector mag 57 procent van de ondernemingen belastingen later betalen. In de financiële dienstverlening heeft slechts 14 procent van de bedrijven uitstel van belasting aangevraagd.
Wat betreft het soort belasting waarvoor bedrijven uitstel vragen gaat het in de meeste gevallen om uitstel van de omzetbelasting en loonheffingen.
Onderstaande grafiek laat zien dat bij kleinere bedrijven - eenpitters en bedrijven tot 50 werkzame personen - het grootste deel van het belastinguitstel om de btw draait (lichtblauwe balken). Bij grotere bedrijven, vanaf 50 personen tot meer dan 250 personen, is uitstel van de loonheffingen belangrijker (donkerblauwe balken).
De verzoeken om uitstel bij de Belastingdienst gaan om de inkomstenbelasting, Zorgverzekeringswet, vennootschapsbelasting, loonheffingen en omzetbelasting (btw).