Een verrassing, en toch ook weer niet. Zo kan Unilevers aankondiging dat de
52-jarige Paul Polman de nieuwe topman wordt, het best worden gekenschetst.
Het Brits-Nederlandse soep- en zeepconcern, bekend van merken als Omo,
Knorr, Dove en Becel, met 179 duizend medewerkers in honderd landen, laat
managers het liefst van binnenuit doorstromen naar de top. Tot 2005
hanteerde het concern een duo-model waarbij de Nederlandse en de Britse tak
elk een co-voorzitter leverden.
De Fransman Cescau mocht in april 2005 als eerste in z’n eentje leiding geven
aan de multinational, als chief executive officer. Maar ook Cescau
was een echte Unilever-man: hij werkte al sinds 1973 bij het concern.
Opvolger Polman wordt de eerste buitenstaander die Unilever mag
aansturen.
Polman beschikt echter over kwalificaties die bij uitstek relevant zijn
voor Unilever. Hij kent twee van de belangrijkste concurrenten op z’n
duimpje. 26 Jaar werkte Polman bij Procter & Gamble, maker van onder
meer Ariël en Pampers. Sinds 2006 vervulde hij topfuncties bij Nestlé, een
andere grote rivaal van Unilever.
Onder analisten werd Polmans directe stijl van leiding geven bij Nestlé zeer
gewaardeerd. Als financieel topman kreeg hij onder meer gedaan dat Nestlé’s
ultra-conservatieve financieringsbeleid licht werd versoepeld, door de
onderneming meer te laten lenen. Een kleine revolutie.
Toen de post van bestuursvoorzitter in het najaar van 2007 vrij kwam,
werd Polman dan ook getipt als favoriet. Maar de commissarissen kozen onder
leiding van de machtige Nestlé-veteraan Peter Brabeck uiteindelijk voor Belg
Paul Bulcke.
Polman kreeg als goedmakertje de leiding over de Amerikaanse tak van Nestlé.
Daarop leek alles weer pais en vree, maar de overstap is bij de Zwitsers
toch als een schok aangekomen. Afgelopen woensdag is Polman per direct
vertrokken.
Wanneer hij precies bij Unilever aan de slag mag, is nog niet helemaal
duidelijk. Polman's benoeming moet dit najaar door aandeelhouders worden
goedgekeurd. Unilever rept van een "ordentelijke overgangsperiode",
waarbij het vertrek van Cescau voor "het einde van het jaar"
gepland staat.
Polman treft in ieder geval een flink opgeschoonde onderneming aan.
Toen Cescau in 2005 aantrad als chief executive, had Unilever een aantal
zwakke jaren achter de rug. Voorgangers Antony Burgmans en Nial Fitzgerald
waren er niet in geslaagd van Unilever een geoliede groeimachine te maken.
In drieëneenhalf jaar heeft Cescau de groei en de winstgevendheid van Unilever
systematisch opgekrikt. Deels door meer uit te geven aan reclame en
marketing. Maar ook door de bezem te halen door het management, waarbij het
hogere kader niet is gespaard.
Tussen 2005 en 2007 werd in de laag van 'vice-president' en hoger zo'n
40 procent van de functies geschrapt. Verder is het aantal fabrieken
gereduceerd en zijn individuele landenorganisaties opgegaan in
overkoepelende divisies die verschillende landen dekken.
De doelstelling om de verkopen vanaf 2010 gemiddeld met 3 tot 5 procent te
laten stijgen, bij een winstmarge van meer dan 15 procent, ligt binnen
handbereik.
Vraag is uiteraard welke prioriteiten Polman zal stellen bij zijn aantreden.
Cescau heeft zich, met succes, vooral gericht op de interne organisatie. Met
een bekend trucje: spelen met reclame- en marketinguitgaven en snijden in de
overige kosten. Voor de hand ligt dat Polman zich nadrukkelijker richt op
expansie in opkomende markten. Azië, Latijns-Amerika en Oost-Europa: daar
liggen de echte groeikansen.
De voorzet is wat dit betreft al gegeven. Vanaf eind dit jaar splitst
Unilever zijn Oost- en West-Europese activiteiten. De Oost-Europese tak
wordt dan ondergebracht bij de divisie waar ook Azië en Afrika onder vallen.
Gelet op het belang van opkomende markten voor Unilever, is het opvallend dat
Polman's carrière zich grotendeels in Europa en de Verenigde Staten heeft
afgespeeld. Bij Procter diende hij onder meer in België, Nederland,
Frankrijk, Spanje, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Hij zal de
expertise die binnen Unilever is opgebouwd over de nieuwe groeiregio's goed
kunnen gebruiken.
Op andere vlakken lijkt Polman wel bij uitstek gekwalificeerd om lastige
knopen door te hakken. Bijvoorbeeld bij de telkens terugkerende strategische
vraag of Unilever zichzelf moet opsplitsen. Dat wil zeggen: van de
voedingstak en de divisie voor persoonlijke verzorging aparte bedrijven
maken.
In de financiële wereld is de heersende doctrine al jaren dat
ondernemingen met een scherpe focus beter presteren. Polman heeft ervaring
bij Procter en Nestlé, respectievelijk specialisten in huishoudelijke- en
persoonlijke verzorging, en voedingsmiddelen. Een betere uitgangspositie om
te beoordelen of zo'n tweedeling ook iets is voor Unilever, is moeilijk
denkbaar.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl