Bedrijven gaan de afgelopen jaren weer enthousiast leningen aan – en de favoriete manier van lenen lijkt tegen een variabele rente.
Daar maakt UBS Asset Management zich zorgen om, zegt het bedrijf in een gesprek met journalisten, want wat gebeurt er als de rente straks gaat stijgen of het economisch herstel hapert?
Dan liggen er flinke betalingsproblemen bij bedrijven op de loer. Banken kunnen daar keihard door geraakt worden – zij leiden immers verliezen als bedrijven hun leningen niet kunnen terugbetalen. Het gevolg? Mogelijk een volgende kredietcrisis.
UBS gaat ervan uit dat banken er beter voorstaan dan voorheen. Toch is ook nu de schuldenberg fors. Vooral de 6,3 biljoen dollar schuld van het bedrijfsleven is voor UBS zorgelijk – dat bedrag is groter dan de economieën van Duitsland en Frankrijk bij elkaar opgeteld. De twee landen produceerden in 2017 voor bijna 6,3 biljoen dollar aan goederen en diensten.
Het hoofd asset allocation van UBS, Erin Browne, zei in het gesprek met de media dat “het echte risico nu in de bedrijfskredietmarkt zit”. Volgens haar vervallen veel bedrijfsleningen in 2021 en 2022 en de verwachting is dat de Amerikaanse centrale bank voor die tijd nog een paar keer de rente gaat verhogen.
De bedrijven hebben dan plotseling hogere rentelasten, waardoor terugbetalen duurder wordt.
Browne voegde er wel aan toe dat UBS de kans op een economisch neergang in het komende jaar op vijftien procent schat. Zij ziet de bedrijfskredieten als een risicofactor die alle aandacht verdient, maar ze verwacht niet dat de markten al op zeer korte termijn geraakt zullen worden.
De lage renteverslaving
Maar niet alleen bedrijven lenen veel geld - ook overheden en huishoudens nemen enthousiast kredieten op. Daarom is naast UBS ook de Bank of International Settlements (BIS) op zijn hoede. Die wees een paar weken geleden ook op de gevaren van kredieten. De BIS is populair gezegd de bank voor centrale bankiers en zegt dat we ons in een zogenaamde 'kredietval' werken.
Daar houdt de BIS de centrale banken voor verantwoordelijk. Na de crisis van 2008 moesten centrale bankiers natuurlijk ingrijpen om de kredietcrisis te bestrijden, maar dat deden ze onder meer door schulden op te kopen en door de rentes extreem laag te houden.
Daarin schuilt de val. De economische groei en de financieringsmogelijkheden zijn inmiddels afhankelijk geworden van de lage rentes. Dat maakt het voor de centrale banken weer lastiger om de rentes te verhogen - afkicken aan de lage renteverslaving is moeilijk.
En juist die lage rente verleidt bedrijven en huishoudens om weer méér te lenen, waardoor de schuldenberg en de potentiële problemen groeien.
Werken met geleend geld zorgt voor een mooie hefboom zolang de economie goed draait. Maar als het economisch tegenzit, zijn schulden moeilijker terug te betalen. Zeker als ook de rentes oplopen.
De BIS ziet drie factoren die kunnen zorgen voor economische vertraging. Ten eerste kan een handelsoorlog economieën raken, ten tweede doen de oplopende renteniveaus de economieën geen goed en ten derde kunnen beleggers meer risico's gaan mijden en hogere (rente)vergoedingen eisen.
Met name in de commerciële vastgoedsector, bij huishoudens en in opkomende markten ziet de BIS risico's. Bij die opkomende markten zijn relatief veel schulden in dollars afgesloten. Bij een stijging van de dollar wordt aflossen én rente betalen duurder en dus moeilijker - met een mogelijke crisis als gevolg.