Wiet kweken met toestemming van de overheid is dinsdag een stap dichterbij gekomen. Een meerderheid van de Tweede Kamer stemde voor de ‘Wet gesloten coffeeshopketen’ van D66. Als de wet er echt komt, kunnen professionele telers een ontheffing krijgen om cannabis te kweken en aan coffeeshops te leveren.
77 Kamerleden stemden voor en 72 tegen. Behalve D66 waren onder meer PvdA, SP, GroenLinks, 50PLUS, Groep Bontes/van Klaveren (VNL), DENK en de Partij voor de Dieren vóór. Regeringspartij VVD, CDA, PVV, ChristenUnie en SGP waren tegen.
De voorstanders hopen dat de criminaliteit zal verminderen door gereguleerde wietteelt. Tegenstanders vinden het zeer onwenselijk dat softdrugs wordt ‘genormaliseerd’, zoals CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg het noemde.
SGP-leider Kees van der Staaij sprak van “een slecht signaal naar jongeren”. Van totale legalisering is in het voorstel geen sprake. Een wietkwekerij op zolder blijft bijvoorbeeld verboden.
Gemeentebestuurders en de cannabissector zelf reageerden verheugd. Volgens het Verbond voor Opheffing van het Cannabisverbod (VOC) is het einde van het “redeloze’’ verbod op hasj en wiet een “flinke stap dichterbij gekomen’’. Gemeenten als Tilburg en Breda staan al langer te popelen om de wietteelt in goede banen te leiden.
Ook de JOVD is zeer positief. "De overheid kan in Nederland nu eindelijk de wietteelt slimmer gaan reguleren. Daarnaast kan er nu ook veel beter gecontroleerd worden op de kwaliteit van softdrugs." Maar Kamerleden van de VVD delen het enthousiasme van hun jongerenorganisatie niet. Zij stemden tegen.
In het verkiezingsprogramma van de VVD wordt weliswaar vóór ,,slimme regulering’’ gepleit, maar het huidige voorstel heeft volgens de liberalen te weinig oog voor de gezondheidsaspecten van softdrugsgebruik.
Als de VVD-senatoren er net zo over denken, zijn in de Eerste Kamer de tegenstanders momenteel in de meerderheid. Maar hoe de verhoudingen er precies liggen, moet nog blijken. In de tussentijd zijn er Tweede Kamerverkiezingen, gevolgd door een kabinetsformatie waarin de te vormen coalitie een besluit zal moeten nemen over het al dan niet reguleren van de ‘achterdeur’.