- De Turkse lira is maandag ruim 10 procent procent in waarde gedaald ten opzichte van de euro.
- De koersval volgt op het ontslag van de baas van de Turkse centrale bank, die de rente afgelopen week had verhoogd om de inflatie te beteugelen.
- De politieke invloed van president Erdogan doet de stabiliteit van de lira geen goed.
De Turkse lira is maandag ruim 10 procent procent in waarde gedaald ten opzichte van de euro, nadat president Recep Tayyip Erdogan zaterdag de baas van de centrale bank van het land had ontslagen.
In de ochtend noteerde de Turkse munt op 9,50 lira per euro, terwijl de koers een dag eerder rond de 8,60 lira per euro was.
De aandelenbeurs in Istanbul ging maandag ook hard onderuit. De hoofdindex in Istanbul kelderde kort na opening van de markt met 6,7 procent.
Het besluit om Naci Agbal te vervangen als topman van de Turkse centrale bank kwam enkele dagen nadat de centrale bank de beleidsrente met 2 procentpunt naar 19 procent verhoogde.
Sahap Kavcioglu is inmiddels aangesteld als vervanger van de ontslagen Naci Agbal.
Agbal stond bij zijn aantreden in november bekend als vertrouweling van Erdogan en werd gezien als iemand die het vertrouwen in de lira, de slechtst presterende munt in de opkomende landen, kon herstellen. Hij was van 2015 tot 2018 minister van Financiën en leidde daarna het presidentieel bureau dat belast is met strategie en de begroting.
Als bankpresident probeerde Agbal de hoge inflatie in Turkije omlaag te krijgen door de rentes te verhogen. Erdogan heeft er echter herhaaldelijk op gehamerd de rentes laag te houden.
In november moest Murat Uysal ook al het veld ruimen als bankgouverneur. Toen werd geen reden gegeven voor de vervanging, maar een functionaris van de AK-partij stelde dat Uysal verantwoordelijk werd gehouden voor de duikvlucht van de lira.
De Turkse inflatie bedroeg in februari 15,61 procent, terwijl het inflatieniveau in oktober vorig jaar nog rond de 12 procent lag. Afgelopen week verhoogde de Turkse centrale bank zijn belangrijkste rentetarief van 17 procent naar 19 procent, om de snelle stijging van de prijzen van goederen en diensten af te remmen.