ANALYSE – De Turkse economie staat nog meer onder druk door de valutacrisis die vrijdag begon met een val van de nationale valuta – de lira – van meer dan 7 procent ten opzichte van de dollar. In een jaar tijd is de lira zelfs met ruim 35 procent in waarde gedaald.
Het is denkbaar dat deze crisis ook andere landen zal besmetten. Zo lopen sommige zwakke banken in Italië en andere Europese landen mogelijk een groot risico op grote verliezen bij een sterke daling van de lira.
De aanleiding voor val van de lira was de dreiging van president Trump om Turkije sancties op te leggen vanwege het vasthouden van de Amerikaan Andrew Brunson. Deze evangelische predikant wordt door Turkije beschuldigd van banden met de oppositionele Gulen-beweging.
Eerst waren de aangekondigde sancties nog beperkt – een bevriezing van tegoeden van een handvol Turkse beambten. Maar de Amerikaanse president Donald Trump twitterde daarna dat de sancties zouden worden uitgebreid met een importtarief van 20 procent op aluminium en een tarief van 50 procent op staal. Hoewel dit behoorlijke maatregelen zijn, hoeft dit niet perse tot een valutacrisis te leiden.
De economische groei van Turkije is immers robuust. Zo groeide de economie in 2017 met maar liefst 7 procent, twee tot drie keer zo snel in vergelijking met Nederland (3,2 procent) en de Verenigde Staten (2,3 procent).
Waar zit dan het echte probleem van Turkije?
Recep Tayyip Erdogan mist fundamentele kennis over de rol van centrale banken in de economie
Het lijkt erop dat president Recep Tayyip Erdogan essentiële economische kennis ontbeert om de rol van centrale banken in de strijd tegen inflatie te begrijpen. Dit is een belangrijke oorzaak achter de huidige zwakte van de lira.
Het principe is eenvoudig. Als de inflatie van een land stijgt, moet de centrale bank de rente verhogen om de inflatiestijging te stoppen en weer naar een lager niveau te brengen. Hoe hoger de inflatie, hoe hoger de rente moet zijn om deze te bestrijden.
In Turkije is de inflatie op het moment zo'n 16 procent, een schrikbarend hoog niveau voor een modern Europees land. De meeste moderne en hoogontwikkelde economieën streven naar een inflatieniveau van dicht bij de 2 procent op jaarbasis.
Vanwege de ongebreidelde inflatie verwachtten financiële markten dat de Turkse centrale bank de rente zou verhogen, maar de bank hield in juli de rente constant op 17,75 procent (wat al pijnlijk hoog moet zijn voor de Turkse economie).
Dat gaf financiële markten de indruk dat Erdogans centrale bank niet daadkrachtig genoeg optreedt tegen de inflatie en dus de wisselkoers van de lira.
'Omdat ik geloof dat rente de vader en moeder van al het kwaad is'
De reden achter dit kennelijke gebrek aan daadkracht van de Turkse centrale bank geeft je koude rillingen: Erdogan begrijpt niet hoe het rentebeleid van de bank werkt en wat de rol van rente in de economie is. In mei zei hij volgens Reuters (nadruk toegevoegd):
"Als de bevolking mij in de verkiezingen (van 24 juni, red.) het mandaat geeft om door te gaan, zal ik de vloek van de rente overwinnen", aldus Erdogan in een verkiezingsspeech voor zakenlui.
"Omdat ik geloof dat rente de vader en moeder van al het kwaad is."
In juli benoemde Erdogan zijn schoonzoon, Berat Albayrak, tot minister van Financiën. "Inflatie en rentestanden zullen dalen in de komende periode", aldus Albayrak in een toespraak op de Turkse tv. De Engelse kwaliteitskrant Financial Times schreef in reactie hierop dat "velen dit zien als een teken van Erdogans overname van 's lands monetaire beleid".
Erdogan is een conservatieve moslim die zijn land wil losweken van het westen en meer wil verankeren in de islam. Volgens die religie is het heffen van rente op schulden "riba", woekerrente, en is daarom "haraam" (zondig of verboden). Het kan dus goed zo zijn dat als Erdogan rente omschrijft als "het kwaad", hij dat letterlijk zo bedoelt.
Door de rente ongemoeid te laten geven ze een signaal aan financiële markten dat de wisselkoers van de lira voorlopig niet zal stabiliseren
Het probleem voor Turkije is dat hoge economische groei van de laatste jaren heeft geleid tot inflatie. Sterke economische groei is doorgaans gunstig en één van de redenen waarom Erdogan deze zomer werd herkozen. Maar een snelgroeiende economie drijft vaak ook de prijzen van goederen op, omdat de vraag ernaar groter is dan het aanbod.
Hoge inflatie schaadt een economie onder meer doordat het de waarde van de valuta ondermijnt. Er is geen vraag naar de lira als de waarde ervan morgen een fractie is van de waarde van vandaag. Valuta houden doorgaans hun waarde op de internationale valutamarkt als de binnenlandse prijzen stabiel zijn (dat wil zeggen: de inflatie is laag).
De enige manier voor de Turkse centrale bank om de waarde van de lira ten opzichte van bijvoorbeeld de dollar en de euro constant te kunnen houden is - op dit moment - om Turkse overheidsobligaties te verkopen en investeerders tot kopen te verleiden met een hoge rente. Op deze manier kan de bank een grote hoeveelheid lira van de markt halen, waardoor de geldhoeveelheid kleiner wordt.
Net als voor elke goed geldt ook voor de lira: een kleiner aanbod op de markt, hoe hoger waarde. Zo kan de prijs van de lira worden gestabiliseerd.
Helaas doen Erdogan en zijn schoonzoon het tegenovergestelde: door de rente ongemoeid te laten geven ze financiële markten de indruk dat de wisselkoers van de lira vooralsnog niet zal stabiliseren. Of Erdogan en Albayrak begrijpen niet wat ze moeten doen om de valutacrisis onder controle te houden, of ze zien rentebeleid als zo duivels dat ze nog liever met de gevolgen leven.
Hoe dan ook, beide is slecht voor de economie.