De vooral bij particulieren populaire beleggingen in turbo’s worden vanaf oktober aan strengere regels onderworpen.
Voor bijvoorbeeld turbo’s op aandelen mag de verhouding tussen de eigen inleg en leningen niet meer dan één op vijf zijn.
De regels gaan gelden voor alle turbo’s die in Nederland worden aangeboden.
De vooral bij particulieren populaire beleggingen in turbo’s worden vanaf oktober aan strengere regels onderworpen. De verliezen bij die producten kunnen hoog oplopen.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) staat daarom niet langer toe dat niet-professionele beleggers onbeperkt gebruikmaken van geleend geld bij het speculeren op koersstijgingen of -dalingen.
Bij turbo’s speculeren beleggers op een daling of stijging van bijvoorbeeld een aandeel, munteenheid of beursindex. Die onderliggende waarde hebben ze zelf niet in bezit, maar wordt gekocht door de aanbieder van turbo’s. Doordat de particuliere belegger maar een klein deel van de belegging zelf betaalt, zijn de mogelijke winsten veel groter dan wanneer ze zelf de aandelen kopen. Maar de verliezen kunnen ook veel heviger zijn. Dat heet de hefboomwerking.
De AFM ziet al langer met lede ogen aan hoe particuliere beleggers grote risico’s aangaan door beleggingen met geleend geld. De kans is bij hefboomproducten namelijk groot dat zij hun volledige inleg kwijtraken. Volgens de toezichthouder leed tussen juni 2017 en juni 2018 zo’n 68 procent van de niet-professionele beleggers in turbo’s een verlies van gemiddeld 2680 euro.
Turbo's: verhouding tussen eigen geld en lening mag maximaal 1 op 5 zijn
Vanaf 1 oktober stelt de AFM daarom een bovengrens in voor de verhouding tussen geleend en eigen geld. Voor bijvoorbeeld turbo's op aandelen mag de verhouding tussen de eigen inleg en die van brokers als DeGiro of BinckBank binnenkort niet meer dan één op vijf zijn. Bij turbo's in cryptomunten is dat maximaal één op twee. Als grote beursgraadmeters worden gevolgd zijn de regels wat losser. Hier wordt de maximaal toegestane verhouding tussen eigen en geleend geld één op twintig.
Vijf jaar geleden legden aanbieders van turbo's, ook wel speeders of sprinters genoemd, zichzelf beperkingen op om de risico's voor particuliere beleggers te verkleinen. Maar de AFM zag na onderzoek dat sommige aanbieders alsnog over die afgesproken bovengrenzen heen gingen.
Dit najaar moeten aanbieders van turbo's ook precies vermelden wat de kans op verlies is bij die beleggingen, en dus niet alleen maar flinke winsten voorspiegelen. Daarnaast zijn bonussen voor klanten om verder te gaan met turbobeleggingen uit den boze. Turbo-aanbieders mogen bijvoorbeeld geen tegoed voor transactiekosten aanbieden om klanten over te halen nog meer te beleggen. Maar ook prijzengeld voor het winnen van competities in turbohandel mag voortaan niet meer.
De regels gelden voor alle turbo's die in Nederland worden aangeboden. Het maakt daarbij niet uit of de aanbieders in een ander land van de Europese Unie zijn gevestigd.