- Net als veel andere dingen is ook trouwens fors duurder geworden.
- Doordeweeks trouwen in een gemeentehuis kost dit jaar gemiddeld 10 procent meer dan voor corona. Het duurst ben je uit in Utrecht met een uitgebreide toespraak van een ambtenaar.
- Maar de ruim 800 euro die je daarvoor moet neerleggen, verbleekt in vergelijking met een zondag in Delft. Dat laatste kost een bruidspaar meer dan 2.000 euro.
- Lees ook: Ik ben een huwelijksplanner: dit zijn 6 dingen die koppels wel en niet moeten doen voor een succesvolle bruiloft
Doordeweeks trouwen in een gemeentehuis is in 2022 na twee jaren van corona gemiddeld 10,1 procent duurder geworden dan in 2019.
Het duurste trouw je van maandag tot en met donderdag met een uitgebreide toespraak van een ambtenaar in Utrecht voor 829 euro. Het goedkoopste is het Zeeuwse Noord-Beveland voor 155 euro, meldt trouwsite The Perfect Wedding die begin dit jaar de balans opmaakte onder alle 345 Nederlandse gemeenten.
Gemiddeld betalen stellen 412,99 euro om in het gemeentehuis te trouwen na een toespraak van een babs, een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand.
Wie op een vrijdag het jawoord wil geven, betaalt gemiddeld 429,45 euro, eveneens 10,1 procent meer dan voor corona. Op zaterdag zijn de tarieven met 693,34 euro gemiddeld 5,1 procent hoger dan in 2019. De duurste trouwdag is zondag, waar het tarief met 853,25 euro nu gemiddeld 6,7 procent hoger ligt dan voor corona.
Meer dan €2.000 voor een zondag in Delft
Het Noord-Hollandse Wormerland valt op in de cijfers, omdat die gemeente het trouwtarief verdubbelde ten opzichte van 2021 naar 770 euro.
De grootste provinciale prijsstijging is doorgevoerd in Friesland, waar trouwen op vrijdag 23,3 procent meer kost dan in 2019. In Zeeland werd de prijs in die tijd met net geen 5 procent het minst verhoogd.
Het meeste geld moeten bruidsparen op zondag in Delft neerleggen. Dan moet de portemonnee getrokken worden voor 2.139 euro, bijna veertien keer zo veel als doordeweeks trouwen in de goedkoopste gemeente Noord-Beveland.
In tien gemeenten ging de prijs omlaag, met als grootste daler het Zeeuwse Schouwen-Duiveland (-32,9 procent).