- Koning Willem-Alexander sprak dinsdag in de troonrede zijn zorg uit dat Nederlanders het vertrouwen verliezen in de politiek en het bestuur.
- Uit een peiling van EenVandaag blijkt dat slechts 15 procent van de ondervraagden vertrouwen heeft in het kabinet Rutte IV.
- Tegelijk constateert de koning dat een ruime meerderheid tevreden is over het functioneren van de democratie in Nederland.
- Lees ook: Prinsjesdag 2022 in teken van steun koopkracht vanwege hoge inflatie
Het is “zorgwekkend” dat mensen “in een volwassen democratie als de onze het vertrouwen verliezen in het oplossend vermogen van politiek en bestuur”, zei koning Willem-Alexander dinsdag in de troonrede voor Prinsjesdag.
“We leven in een tijd van tegenstrijdigheden en onzekerheid”, aldus de koning. “Het is tegenstrijdig dat bestaanszekerheden onder druk staan en armoede toeneemt in een periode van economische groei en lage werkloosheid. Tegenstrijdig is het dat mensen zich in ons vrije land onvrij voelen om hun mening te geven uit angst voor harde reacties of zelfs bedreigingen.”
Volgens de koning realiseert het kabinet zich dat Nederlanders kritisch zijn op de werking van het “politiek-bestuurlijke bestel”. “Tegelijkertijd is een ruime meerderheid tevreden over het functioneren van de democratie.” Het kabinet ervaart dat dan ook als een aansporing om “maatregelen te nemen die echt nodig zijn en daarover open en transparant te zijn”.
Uit peilingen van onder meer het EenVandaag-opiniepanel komt het beeld naar voren dat het vertrouwen in de politiek buitengewoon laag is.
Volgens EenVandaag, dat peilde onder ruim 30.000 panelleden, heeft slechts 15 procent vertrouwen in het kabinet. Alleen in 2013, na miljardenbezuinigingen, was die score lager: toen had nog 14 procent vertrouwen in het kabinet. Dit jaar krijgt het kabinet een 3,3 als rapportcijfer, aldus EenVandaag.
Lees hieronder de volledige tekst van de troonrede van 2022:
"Leden van de Staten-Generaal,
Wij leven in een tijd van tegenstrijdigheden en onzekerheid. Het is tegenstrijdig dat bestaanszekerheden onder druk staan en armoede toeneemt in een periode van economische groei en lage werkloosheid. Tegenstrijdig is dat mensen zich in ons vrije land onvrij voelen om hun mening te geven, uit angst voor harde reacties of zelfs bedreigingen. En zorgwekkend is ook dat mensen in een volwassen democratie als de onze het vertrouwen verliezen in het oplossend vermogen van politiek en bestuur.
Daarnaast groeit de onzekerheid van mensen over de dag van morgen en de verder weg gelegen toekomst. Over koopkracht en woningnood. Over de opvang van asielzoekers en de oorlog in Oekraïne. Maar ook over de grote veranderingen die op ons afkomen op terreinen als arbeidsmarkt, klimaat, energie en stikstof. Al deze onderwerpen zijn bepalend voor de manier waarop wij en onze kinderen straks wonen, werken, ondernemen en met elkaar samenleven.
Toch mogen we houvast ontlenen aan de manier waarop ons land in het verleden stapsgewijs grote veranderingen heeft doorgemaakt. Die geleidelijkheid is wezenlijk. Niet alles kan en hoeft tegelijk, ook niet in het hier-en-nu. Vaak beseffen we pas achteraf hoe ingrijpend ontwikkelingen zijn geweest. Denk bijvoorbeeld aan de periode van de industriële revolutie of, dichterbij, de introductie van het internet. Denk aan de grote ruilverkavelingen en de bouw van grote nieuwe woonwijken in de tweede helft van de vorige eeuw. Of denk aan de moeilijke periode van de naoorlogse wederopbouw.
Zo sprak mijn grootmoeder in 1948 bij haar inhuldiging de volgende woorden tegen uw voorgangers. Ik citeer:
‘Wij bevinden ons op dit ogenblik van de wereldgeschiedenis in een toestand, waarin alles aankomt op onze houding tegen de dreiging van nieuwe onheilen. Nederland moet niet alleen drijvende blijven op de wilde golven van het wereldgebeuren. Het moet zelf zijn koers bepalen, en bovendien trachten met de andere volken samen de koers uit te zetten van de ganse wereldvloot.’
Einde citaat. In die onzekere jaren hebben onze ouders en grootouders gezamenlijkheid en veerkracht getoond. Van ons wordt nu, onder heel andere omstandigheden, hetzelfde gevraagd. Daarin staat Nederland overigens niet alleen. Andere landen staan voor vergelijkbare opgaven. Niemand kan voorspellen hoe de wereld eruitziet als de kinderen van nu zelf kinderen hebben.
Maar het zal anders zijn, want onze huidige manier van leven stuit op economische, sociale en ecologische grenzen. Dat vergt een andere economie en arbeidsmarkt. Een andere omgang met ruimte en natuur. Andere manieren van wonen, werken, ondernemen en reizen. En andere vormen van samenleven. Wat niet verandert, is dat samenwerking Nederland sterker maakt dan polarisatie. Dat is van alle tijden.
Het kabinet realiseert zich dat Nederlanders kritisch zijn op de werking van het politiek-bestuurlijke bestel. Tegelijkertijd is nog altijd een ruime meerderheid tevreden over het functioneren van de democratie. Voor het kabinet is dat een aansporing om, hoe moeilijk en omstreden ook, die maatregelen te nemen die echt nodig zijn en daarover open en transparant te zijn.
Begin dit jaar startte het kabinet met een ambitieuze toekomstagenda voor 2030 en daarna – in de overtuiging dat volgende generaties, net als wij, een goed leven moeten kunnen leiden in een schoon en veilig land met kansen voor iedereen. Dat perspectief moet er zijn voor mensen van elke geloofsovertuiging, geaardheid, leeftijd, herkomst, opleiding of beroep. Voor inwoners van stad én platteland. Hier én in Caribisch Nederland, in samenwerking met Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
Voorgaande generaties hebben de basis gelegd voor de voorspoed en vrije manier van leven die zo kenmerkend zijn voor ons land. Nu wordt die manier van leven bedreigd door de brute agressie van Rusland tegen Oekraïne. Sinds 1945 leven wij in Nederland in vrede. Nu is een oorlog dichtbij en wordt de internationale rechtsorde en daarmee onze eigen vrijheid aangevallen.
We zeggen op 4 en 5 mei heel gemakkelijk dat de waarden van vrijheid en democratie niet vanzelfsprekend zijn en dat ze actief onderhouden moeten worden en doorgegeven. Nu worden we geconfronteerd met de vraag: wat hebben we daar dan concreet voor over – moreel én materieel? De gastvrije opvang en alle hulp die vanuit Nederland direct beschikbaar kwam, geven daarop een eerste antwoord.
De regering kiest met overtuiging voor militaire en humanitaire steun aan Oekraïne, internationale sancties tegen Rusland, en eensgezindheid en nauwe samenwerking in de Europese Unie, de NAVO en de Verenigde Naties. Oekraïne heeft het volste recht zichzelf te verdedigen. Eens te meer blijkt dat voor Nederland de EU, de NAVO en de VN de ankers zijn van het buitenlands en veiligheidsbeleid.
Het kabinet heeft de voorgenomen extra investeringen in defensie met brede parlementaire steun kunnen versnellen en verhogen. Dat is nodig nu verschillende landen streven naar een wereld waarin het recht van de sterkste geldt. In dat wereldbeeld worden democratie, soevereiniteit en vrijheid uitgehold. Daartegen moet Nederland samen met zijn internationale partners een dam opwerpen. Dat vraagt om een goed toegeruste krijgsmacht voor een veilig Europa en een krachtige NAVO. Het vraagt een doelgerichte, democratische en zelfbewuste Europese Unie, die een grotere rol pakt op het wereldtoneel. En het vraagt van Nederland dat het zijn bredere internationale verantwoordelijkheid blijft nemen. Internationale samenwerking via hulp en handel draagt bij aan vrede, veiligheid en een menswaardig bestaan wereldwijd.
Een direct gevolg van de oorlog en de internationale sancties tegen Rusland is dat gas, elektriciteit en voedsel flink duurder zijn geworden. De gevolgen voor mensen, gezinnen en bedrijven zijn ernstig. Financiële problemen leiden tot meer schulden, faillissementen, gezondheidsproblemen en kinderarmoede.
Het is pijnlijk dat steeds meer mensen in Nederland moeite hebben met het betalen van hun huur, boodschappen, zorgpremie of energierekening. Daarom komt het kabinet met een ongekend fors maatregelenpakket van ruim 18 miljard euro, vooral ten behoeve van de lage en middeninkomens. Maar zelfs daarmee kunnen niet alle prijsstijgingen voor iedereen volledig worden gecompenseerd.
Sommige maatregelen zijn bedoeld voor de korte termijn. Het kabinet werkt aan een prijsplafond voor energie, zodat mensen hun energierekening kunnen blijven betalen. De belastingverlaging op brandstof en de energietoeslag lopen door in 2023. De zorgtoeslag en de basisbeurs voor studenten gaan komend jaar omhoog. Deze maatregelen worden onder andere gedekt door een tijdelijke extra bijdrage van gas- en oliemaatschappijen. Daarnaast komen er structurele inkomensverbeteringen voor lage en middeninkomens.
Per 1 januari gaan het minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen met 10 procent omhoog. De huurtoeslag en het kindgebonden budget worden hoger. Voor werkenden daalt de inkomstenbelasting en stijgt de arbeidskorting, zodat werken meer loont. Deze maatregelen worden onder andere gedekt door hogere belastingen op winst en vermogen, waarbij het midden- en kleinbedrijf zoveel mogelijk wordt ontzien. Uiteraard steunt het kabinet de inwoners van Caribisch Nederland op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die ook te maken hebben met stijgende prijzen.
Het kabinet zoekt hierbij steeds naar de juiste financiële balans. Koopkrachtverbetering is hard nodig. Tegelijkertijd is het onverantwoord rekeningen door te schuiven naar de jongeren van nu, of noodzakelijk beleid te vertragen. De toekomstagenda duldt geen uitstel.
Het kabinet zal al het mogelijke doen om een breed draagvlak te krijgen voor de aanpak van het stikstofprobleem. Industrie, mobiliteitssector én landbouw moeten de uitstoot naar beneden brengen. Het doel is natuurherstel, een vitaal platteland en een goede toekomst voor de Nederlandse boeren. Daarom is halvering van de stikstofuitstoot onontkoombaar, ook vanwege gerechtelijke uitspraken en om te zorgen dat de vergunningverlening niet stil komt te liggen.
Tegelijkertijd zijn er begrijpelijke emoties van boeren die vrezen voor de toekomst van hun familiebedrijf, waar ze zo trots op zijn, vaak al generaties lang. De omslag naar kringlooplandbouw vraagt veel, maar biedt boeren perspectief op een goede toekomst en een fatsoenlijk inkomen. Het is belangrijk om komend jaar voldoende tijd te nemen voor de precieze uitwerking per gebied. Soms zal een andere bedrijfsvoering uitkomst bieden, soms nieuwe technologie, soms bedrijfsverplaatsing, en soms zal uitkoop de beste optie zijn. Ook banken, veevoerfabrikanten, supermarkten en consumenten hebben een eigen verantwoordelijkheid. Het komende jaar werkt het kabinet met alle partijen verder aan gezamenlijke oplossingen.
De urgentie van klimaataanpak en energietransitie wordt alleen maar groter nu er recent vragen zijn gerezen over de gasvoorraad voor komende winter en onze afhankelijkheid van Russisch gas. Dat vraagt om verschillende acties. Samen met de andere EU-lidstaten werkt Nederland aan energiebesparing en een nog snellere overstap naar schone energie. De Nederlandse gasopslagen zijn goed bevoorraad en worden nog verder gevuld. Het doel is dat Nederland voor het einde van 2022 onafhankelijk is van fossiele brandstoffen uit Rusland.
Ondertussen moet het oog gericht blijven op de langere termijn, want de toekomst wacht niet. Het streven naar 60% minder CO2 -uitstoot in 2030 vraagt nu om actie. Het kabinet richt zich op een snelle verduurzaming van de industrie, op meer windenergie en groene waterstof, en op een nieuwe rol voor kernenergie. Mensen die hun huis energiezuiniger maken, kunnen daarvoor subsidie krijgen. De droogte van deze zomer onderstreept nog eens hoe belangrijk het is dat we voorbereid zijn op extreme weersomstandigheden en ons aanpassen aan klimaatverandering.
Een belangrijke vraag voor de toekomst blijft hoe goede en persoonlijke zorg voor iedereen beschikbaar en betaalbaar blijft. Nieuwe oplossingen zijn nodig. Daarin staat het begrip passende zorg centraal. Dat betekent: voor iedereen de juiste zorg op de juiste plek op het juiste moment. Door de eerstelijnszorg van huisartsen en wijkverpleging te versterken, kunnen meer mensen dicht bij huis worden geholpen. Op basis van het Preventieakkoord blijft het kabinet sportbeoefening en een gezonde leefstijl stimuleren – voorkomen is nu eenmaal beter dan genezen. Corona is nog niet weg en het kabinet bereidt zich uiteraard voor op de mogelijkheid van een volgende pandemie.
De situatie op de woningmarkt is nijpend. Een goed en betaalbaar koop- of huurhuis is voor steeds meer mensen onbereikbaar, vooral voor starters en jongeren. Daar mogen we ons niet bij neerleggen. Iedereen heeft recht op een eigen thuis in een veilige, bereikbare en aantrekkelijke wijk en daar ligt een kerntaak voor de overheid. Het kabinet trekt de regie over de volkshuisvesting en ruimtelijke ordening weer naar zich toe.
De Nationale Woon- en Bouwagenda formuleert een ambitie van 900.000 nieuwe woningen tot en met 2030. De praktijk is weerbarstig, maar de urgentie is hoog en daarom is een versnelling in de woningbouw dringend noodzakelijk. Samen met provincies, gemeenten, woningbouwcorporaties en de bouwsector wil het kabinet die versnelling realiseren, inclusief de bijbehorende infrastructuur en vervoersmogelijkheden.
Zorgen voor veiligheid in een sterke en goed functionerende rechtsstaat is een andere kerntaak van de overheid. De aanpak van georganiseerde criminaliteit heeft de hoogste prioriteit. Nationaal en internationaal moet het verdienmodel van de georganiseerde misdaad worden verstoord. Het moet veel makkelijker worden criminele vermogens af te pakken en crimineel handelen vanuit de gevangenis een halt toe te roepen.
Het kabinet investeert fors in een betere bescherming van de hoeders van onze rechtsstaat, zoals advocaten, rechters, politici, bestuurders en journalisten. Over de volle breedte is er ruimte voor meer personeel en nieuwe technologie, van Openbaar Ministerie tot rechtspraak, van politie tot fiscale opsporing en van gevangeniswezen tot reclassering. Aan de preventieve kant wordt samengewerkt om via opleiding, werk en begeleiding te zorgen dat jonge mensen niet in de criminaliteit terechtkomen. Daarnaast werkt het kabinet aan een betere toegang tot het recht. De griffierechten voor burgers en het midden- en kleinbedrijf gaan omlaag en de vergoedingen voor de sociale advocatuur gaan omhoog.
Alle inwoners van Nederland moeten hun recht kunnen halen en het kabinet voelt de absolute plicht recht te doen aan de inwoners van het aardbevingsgebied in Groningen en de slachtoffers van de toeslagenaffaire. Het blijft pijnlijk en beschamend dat zoveel mensen en gezinnen in grote problemen zijn gekomen door fouten en nalatigheid van de overheid. Alles is gericht op zo snel mogelijke compensatie en zo snel mogelijk herstel. Helaas kost dat tijd, ondanks de inspanningen van veel mensen en een ruime inzet van middelen.
Om nieuwe schrijnende situaties te voorkomen, werkt het kabinet ondertussen aan verbetering van de publieke dienstverlening en daarmee aan mogelijk herstel van vertrouwen. Regels kunnen en moeten eenvoudiger en minder rigide, zodat bijvoorbeeld bijstandsgerechtigden niet meteen in de problemen komen als zij een extraatje ontvangen.
Deze zomer ontstond er in korte tijd een tekort aan opvangplekken voor asielzoekers, met schrijnende en ongewenste situaties als gevolg, zowel voor de mensen die hier een veilig heenkomen zoeken als voor de medewerkers van opvanglocaties en omwonenden. Het kabinet rekent zich dit aan en werkt met gemeenten en andere betrokken organisaties aan oplossingen. Ons asielsysteem is en blijft gebaseerd op het uitgangspunt dat er in ons land altijd een plek is voor mensen die vluchten voor oorlog, geweld en onderdrukking. Wie hier kan blijven, krijgt alle rechten en plichten om volwaardig mee te doen en in onze samenleving te integreren.
Investeren in de toekomst van ons land begint met goed en toegankelijk onderwijs. Kansengelijkheid betekent dat elk kind het optimale uit zichzelf kan halen en dat begint met goed leren lezen, schrijven en rekenen. Daaraan geeft het kabinet de allerhoogste prioriteit. Er is geld om, samen met gemeenten en maatschappelijke instanties, te zorgen voor huiswerkbegeleiding, sportmogelijkheden en andere kansen voor kinderen en jongeren voor wie dat niet vanzelfsprekend is.
Daarnaast investeert het kabinet in meer doorstromingsmogelijkheden, zodat leerlingen op een eigen moment de stap kunnen zetten naar het best passende niveau. Grote investeringen in mbo, hoger onderwijs en wetenschap brengen rust en ruimte voor docenten en studenten. De herinvoering van de basisbeurs vanaf het studiejaar 2023-2024 moet voor jonge mensen zoveel mogelijk de financiële drempels wegnemen om te gaan studeren.
Alleen met een goed opgeleide beroepsbevolking kunnen we bouwen aan een innovatieve en ondernemende toekomst. Nederlandse ondernemers en hun personeel hebben tijdens de coronacrisis veerkracht getoond. Het is een hard gelag dat zoveel bedrijven nu opnieuw met grote problemen te maken krijgen vanwege enorme kostenstijgingen.
Zeker in het midden- en kleinbedrijf, dat zo belangrijk is voor ons land, hebben veel ondernemers het moeilijk. Versterking van het mkb-ondernemersklimaat is nodig, bijvoorbeeld door te zorgen voor een betere toegang tot financiering en ondersteuning bij verduurzaming. Het kabinet blijft ook verder investeren in het toekomstige verdienvermogen van ons land. Belangrijk zijn een aantrekkelijk vestigingsklimaat, ruimte voor de topsectoren en innovatieve start-ups, en het benutten van alle kansen die digitalisering biedt. Belangrijk is ook een goed functionerende arbeidsmarkt, zeker nu veel bedrijven kampen met personeelstekorten. Het kabinet vindt dat een vaste baan de norm moet zijn en werkt daarom aan een nieuwe balans tussen vaste en flexibele contracten.
Goed werkgeverschap loont en ook arbeidsmigranten verdienen een fatsoenlijke behandeling. Om te stimuleren dat mensen meer uren gaan werken, worden in de loop van deze kabinetsperiode de kosten voor kinderopvang voor alle werkende ouders bijna geheel vergoed. Het kabinet werkt aan een nieuw pensioenstelsel dat klaar is voor de toekomst en beter past bij een arbeidsmarkt waarin de meeste mensen tijdens hun leven meerdere werkgevers hebben. In het nieuwe stelsel is er eerder perspectief op indexatie en krijgen mensen beter zicht op de opgebouwde pensioenpot.
Het is onvermijdelijk dat beleidsvoornemens vaak in geld, cijfers en jaartallen worden uitgedrukt. Maar in wezen gaat het steeds om de kwaliteit van onze samenleving. In dat streven is een bruisende en voor iedereen toegankelijke culturele en creatieve sector onmisbaar. Het culturele leven is in de coronaperiode hard geraakt. Het kabinet investeert daarom in herstel, vernieuwing en groei, want cultuur confronteert, maakt moeilijke zaken bespreekbaar en verbindt mensen.
In een samenleving waarin geen plaats is voor racisme en discriminatie, en waarin iedereen zich gehoord en erkend voelt, is een open blik nodig op de minder mooie bladzijden uit onze geschiedenis. Niet om met opvattingen van nu te oordelen over onze voorouders, wel met oog en gevoel voor wat onze geschiedenis betekent voor verschillende groepen en culturen die deel uitmaken van onze samenleving. Dat geldt nadrukkelijk voor het hele Koninkrijk en voor alle landen waarmee wij vanwege de geschiedenis een speciale band hebben.
Door het gesprek over het verleden te voeren, wil de regering bijdragen aan noodzakelijke erkenning en de verbinding tussen mensen. Hoe moeilijk en emotioneel dat gesprek soms ook is, onze blik op het verleden kan niet statisch zijn. Eerder al sprak de regering zich uit over het optreden van de Nederlandse overheid tijdens de Jodenvervolging en het extreme geweld van Nederlandse zijde tijdens de dekolonisatieperiode in Indonesië. Op weg naar de herdenking van 150 jaar afschaffing van de slavernij in 2023 is er opnieuw aanleiding onszelf rekenschap te geven van ook dit deel van onze geschiedenis.
Leden van de Staten Generaal,
‘Tezamen zullen wij werken voor het heil van Nederland’ – aldus mijn grootmoeder in 1948. Het zijn woorden die steeds opnieuw actueel zijn. Laat ons in deze onzekere tijd hoop en hernieuwd vertrouwen putten uit de wetenschap dat maatschappelijke vernieuwing in ons land altijd stapsgewijs en door samenwerking wordt bereikt. Zo was dat in het verleden, zo is het ook nu. Vanuit die gedachte wil de regering, samen met u en samen met alle positieve krachten in ons land, blijven werken aan oplossingen voor vandaag en een goede toekomst voor alle inwoners van het Koninkrijk. U mag zich in uw belangrijke werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden."