Iemand die een treinkaartje koopt, koopt daarmee niet het recht op een zitplaats.
Dat heeft een rechter bepaald in een zaak aangespannen door ConsumentenClaim tegen de Nederlandse Spoorwegen (NS).
Volgens de rechtbank geeft het kaartje recht op vervoer. “En dat resultaat wordt ook behaald. De wijze waarop dat vervoer plaatsvindt, is niet in de wet bepaald”, aldus de rechter in het vonnis.
NS Reizigers maakt volgens de rechter verder aannemelijk dat “zij zich in voldoende mate inspant om het vervoer zo veilig mogelijk plaats te laten vinden”.
ConsumentenClaim, een bedrijf gespecialiseerd in massaclaims, daagde de NS voor de rechter wegens overvolle treinen. Uit een inventarisatie in november 2016 op het intercity-traject van Utrecht naar Amsterdam-Zuid zouden veel mensen (45 procent) langer dan een kwartier hebben moeten staan. Soms konden reizigers niet instappen omdat de trein al vol was.
Omdat in treinen geen handgrepen zaten, was er volgens de claimorganisatie ook sprake van onveilige situaties. ConsumentenClaim beschuldigde de NS ervan winst maken belangrijker te vinden dan het behoorlijk vervoeren van haar reizigers.
In een reactie zegt de NS dat "staan in de spits er in het drukke Nederland helaas bijhoort, hoe vervelend dat ook is". Het vervoersbedrijf zegt dat meer dan 95 procent van de reizigers in de spits een zitplaats heeft.
ConsumentenClaim noemt de uitspraak teleurstellend. Wel zegt de organisatie dat de NS mede onder druk van de procedure veel verbeteringen heeft doorgevoerd, waarmee reizigers "toch gedeeltelijk hebben gewonnen".