Een paar weken geleden leek dat een uitgemaakte zaak. Het
Canadees-Oostenrijks-Russische consortium van auto-onderdelenmaker Magna en
de Russische Sberbank, werd met open armen ontvangen door zowel de Duitse
vakbonden (Magna zou geen Duitse fabrieken sluiten) als de Duitse overheid
(Magna wilde de productie opvoeren om de Russische markt te veroveren).
Concurrentie
Maar die eensgezindheid is voorbij, schrijft
persbureau Reuters. Moedermaatschappij General Motors is namelijk zeer
gecharmeerd van het tegenbod van de Belgische investeringsmaatschappij RHJ.
De maatschappij heeft in haar bod opgenomen dat GM Opel te zijner tijd mag
terugkopen. En de voormalig grootste autoproducent van de wereld wil die
positie graag heroveren.
Bovendien maakt Opel al sinds 1929 deel uit van het Amerikaanse concern. Opel
is vergroeid met het bedrijf, en GM heeft moeten garanderen dat elke koper
toegang heeft tot de kennis en kunde van GM die nodig is om Opel draaiend te
houden. Dat betekent dat ze de concurrentie in de eigen keuken moeten laten
kijken.
Staatssteun
Ook de Duitse regering ziet voordelen in het bod van RHJ. De
investeringsmaatschappij wil namelijk veel minder staatssteun dan de Russen,
3,8 miljard euro in plaats van 4,5 miljard euro. Maar officieel steunt de
regering nog steeds het Magna-bod, dat geen Duitse fabrieken wil sluiten.
RHJ daarentegen stelt voor banen te schrappen in alle Duitse fabrieken en
Opel kleiner en zo beter hanteerbaar te maken.
Bovendien heeft de Duitse minister van Economische Zaken laten weten dat voor
de overheid het terugkopen van Opel door GM geen optie is. Dat strookt,
volgens de minister, niet met de visie van de Duitse overheid, die bekend
staat om haar voorkeur voor lange termijn investeerders. RHJ zou slechts een
tussenpaus zijn om staatssteun op te halen en GM tijd te geven te
herstructureren.
De minste staatssteun vraagt het Chinese BAIC: 2,64 miljard euro. Zij zijn dan
ook volgens de Duitse overheid nog steeds een serieuze speler.
Magna
De bonden staan ondertussen vierkant achter Magna, dat banen garandeert en
deelname voor de werknemers in de nieuw uit te geven aandelen van Opel. Maar
Magna heeft sinds zijn verkiezing tot voorkeurskandidaat al laten weten nog
meer staatssteun te willen hebben. En dat de auto-onderdelenmaker misschien
toch een deel van de productie naar Rusland wil verplaatsen. Daar zou Opel
samen gaan werken met het Russische automobielbedrijf GAZ.
Eind juli besluit
Moedermaatschappij General Motors bespreekt tot 25 juli het bod van elke
bieder met de Duitse regering, de regeringen van de andere landen waar Opel
fabrieken heeft staan en met de Europese Unie. Eind juli moet de Amerikaanse
automaker, vers uit een faillissementszaak, afgeslankt en klaar om opnieuw
de wereld te veroveren, beslissen aan wie hij zijn Europese tak wil
verkopen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl