De overheid moet niet ingrijpen bij de beloningsregeling van banken die in private handen zijn. Maar topbankiers moeten wel de pijn voelen, als een bank in de problemen komt.
Minister Wopke Hoekstra van Financiën wil een deel van het vaste loon gaan terugvorderen van bestuurders van banken of verzekeraars die overeind blijven door geld van de staat. Zo draaien bestuurders ook zelf op voor hun falende bedrijf.
Na alle commotie rond een geplande salarisverhoging voor een topman van ING, bekijkt het kabinet de mogelijkheden om de beloningsregels voor de sector aan te scherpen. Het is wel duidelijk dat er niet wordt ingegrepen in de vaste beloningen van financiële ondernemingen, behalve als die staatssteun krijgen.
Bankiersbeloning voor lange termijn
Hoekstra bekijkt verder maatregelen die voor de hele sector moeten gaan gelden. Zo zouden bestuurders en medewerkers die een deel van hun vaste beloning als aandelen van hun bedrijf krijgen, deze aandelen een paar jaar niet mogen verkopen. Dat is meer in het langetermijnbelang van de onderneming.
“Het is van groot belang dat we het vertrouwen in de sector herstellen”, aldus Hoekstra. “En dat betekent dat we op een verstandige en zuivere manier moeten omgaan met beloningen. Natuurlijk heeft de bankensector de afgelopen jaren een aantal stappen gezet, maar we hebben tegelijkertijd ook echt nog een weg te gaan.”
GroenLinks, dat zelf met een wetsvoorstel is gekomen om de topbeloningen bij banken aan banden te leggen, is niet onder de indruk. "Minister Hoekstra klonk voor de verkiezingen een stuk stoerder dan na de verkiezingen over het ingrijpen bij de salarissen van bankiers", vindt Tweede Kamerlid Bart Snels.