Tolheffing is een eeuwenoud fenomeen. Al in een ver verleden moesten passanten
in de buidel tasten bij het passeren van wegen of rivieren. Of als ze een
grens overstaken: daar komt het Duitse woordje Zoll bij de douanepost
vandaan.
In Nederland mochten gemeenten lange tijd tol heffen; zelfs voor voetgangers.
Maar dat is in 1953 afgeschaft. We kennen in ons land nog maar twee
toltunnels: de Kiltunnel bij Dordrecht en de Westerscheldetunnel. Hiervoor
betaal je respectievelijk 2 euro en 4,90 euro.
Dit zijn voor vakantiegangers geen schokkende bedragen. Ook onze buurlanden
België en Duitsland zijn vriendelijk voor de automobilist. Maar in veel
andere Europese landen ben je al snel tientallen euro’s kwijt op weg naar je
eindbestemming. Omdat je het vaak in delen betaalt, gaat dat meestal
ongemerkt.
Tolvignet
Sommige landen, zoals Denemarken en Groot-Brittannië beperken de tolheffing
tot enkele bruggen en tunnels. Andere landen, zoals Spanje, Portugal, Italië
en Frankrijk, hebben daarnaast ook veel grote snelwegen voorzien van
tolpoortjes.
Verder zijn er landen die werken met een vignet: een belastingsticker die je
op de voorruit plakt als betalingsbewijs. Zwitserland kent slechts één
vignet, dat een heel kalenderjaar geldig is. Maar in Oostenrijk, Tsjechië,
Slowakije, Slovenië, Hongarije zijn er verschillende stickers beschikbaar,
afhankelijk van de reisduur, zodat je als passant of met een korte vakantie
een stuk voordeliger uit bent. Een aparte tolcategorie betreft de congestion
tax in Londen en Stockholm, die het autoverkeer in de binnenstad moet
afremmen.
Bij de tolpoortjes langs snelwegen moet je doorgaans meer betalen met een
caravan achter de auto. Dit kan behoorlijk in de papieren lopen. In
Frankrijk komt er circa 60 procent bij.
Betalen kan vrijwel overal contant en met de meest bekende creditcards, zoals
Visa. Maar om gestress vanwege een geweigerde kaart te voorkomen is het
verstandig altijd wat extra cash mee te nemen.
Rekentool
Om een aardige indicatie te krijgen van je reiskosten, is het verstandig
vooraf de globale toltarieven in kaart te brengen. Michelin heeft een
handige rekentool
ontwikkeld, die je daarbij helpt. Hieruit blijkt dat vooral autoritten naar
het zuiden een behoorlijk gat in je vakantiebudget slaan. Wie met een
middelgrote benzine-auto naar Barcelona reist, is ruim 80 euro aan tol
kwijt, enkele reis.
Zak je verder af naar het zuiden, naar de populaire badplaats Benidorm, dan
komt er nog veertig euro bij. Een rit naar Albufeira in de Portugese Algarve
brengt 120 euro aan tolkosten met zich mee. Tel daar de benzine en de kosten
voor enkele overnachtingen onderweg bij op (in totaal circa 1.400 euro voor
vier personen) en het is de vraag of je niet beter kunt vliegen (kosten:
1.200 euro voor vier personen).
Blijf je in Frankrijk, dan moet je voor een rit naar de Dordogne of de Côte
d'Azur rekenen op respectievelijk 67 en 58 euro aan tolheffingen. Een enkele
rit naar Parijs kost 15 euro. Ga je naar Italië, dan ben je naast een reeks
tolbetalingen langs de autostrada, ook geld kwijt voor een tolvignet voor de
doorreis door Oostenrijk of Zwitserland. Hierdoor kost een tocht naar
Venetië 38 euro aan tol en een rit naar Florence 54 euro.
Omzeilen
Het is in veel Zuideuropese landen wel mogelijk om de tolpoortjes te
omzeilen, maar dat brengt veel ongemakken met zich mee. Wie een
alternatieve, tolvrije route naar Florence kiest moet rekenen op drie uur
extra reistijd, omdat de reis langs tijdrovende secundaire wegen voert, met
veel bochten en weinig mogelijkheden om vrachtwagens in te halen. Daarnaast
ben je veertien euro extra kwijt aan benzine. Je zult je dan af moeten
vragen of die veertig euro opweegt tegen uren stress in de brandende zon.
Een vakantierit naar het oosten is een stuk goedkoper. Om in Bratislava (de
hoofdstad van Slowakije) te komen, ben je 12,80 euro aan tol kwijt. Dat is
circa 45 euro (en voor een retour dus 90 euro) voordeliger dan een
vergelijkbare afstand naar de Franse zuidkust. Een tocht naar Praag of
Kirchberg in Tirol brengt 9,70 euro aan tolkosten met zich mee.
Eenmalig betalen
Wil je richting Scandinavië, dan ben je een flink bedrag (39 euro) kwijt om
de Sontbrug - die Denemarken met Zweden verbindt - over te steken. Maar daar
blijft het verder bij. Of je in Malmö blijft steken of helemaal naar het
noorden doorrijdt, maakt niet uit.
De hoogte van het tolgeld zal waarschijnlijk weinig invloed hebben op de
keuze van je vakantiebestemming. De vakantielanden zijn immers heel
verschillend: een wandelvakantie in het Tsjechische Reuzengebergte is niet
te vergelijken met een strandvakantie aan de Spaanse costa's. Maar qua
tolkosten scheelt het wel een behoorlijke slok op een borrel of je koers zet
naar het zuiden of naar het oosten.
Lees hier:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl