De Britse premier Theresa May heeft financiële markten vrijdag niet gerust weten te stellen.
In een toespraak die May vrijdag hield in Londen, na haar terugkeer van de Europese top in Salzburg, gaf ze aan: “Ik ga niet tornen aan het resultaat van het referendum. Ook ga ik mijn land niet opbreken.”
Met dat laatste refereerde May aan de heikele kwestie van de grens tussen Ierland en Noord-Ierland na de Brexit. De Europese Unie staat achter de Ierse premier Leo Varadkar. Die wil absoluut geen ‘harde grens’ met Noord-Ierland.
Handelaren op financiële markten kregen de indruk dat een zogenoemde harde Brexit zonder handelsovereenkomst met de EU waarschijnlijker is geworden, zodra May begon te spreken. Gevolg was dat het Britse pond ruim een procent verloor tegenover de euro.
(klik voor uitvergroting)
May waarschuwde dat het Verenigd Koninkrijk richting een 'no deal'-Brexit opschuift: "We moeten onszelf voorbereiden op 'no deal'. En dat doen we ook."
Als het VK in maart 2019 zonder akkoord met de EU de unie verlaat, kan dat leiden tot grote chaos.
May gaf nog eens expliciet aan dat ze niet accepteert dat er een (zee)grens tussen Noord-Ierland en de rest van het VK komt, een suggestie die EU-onderhandelaar Michel Barnier heeft gedaan om te borgen dat er geen belemmeringen komen rond de grens tussen Ierland en Noord-Ierland.
"Geen deal is dan beter dan een slechte deal", zei May vrijdag.
May erkende dat de Brexit-onderhandelingen in een impasse zitten. Ze wees de EU erop dat deze met een alternatief voor haar Brexit-voorstellen moet komen, nu de leiders van de EU haar zogenoemde Chequers-plan voor een 'softe Brexit' hebben afgewezen.
Op de top in Oostenrijk donderdag zeiden de EU-leiders dat ze volgende maand alles op alles zetten voor een Brexit-akkoord, maar ze verwierpen de plannen van May. Volgens de Britse premier duidde dat op een gebrek aan respect.
"Ik vrees dat het ingewikkeld wordt als de Britten niet nog een stap zetten. De Europese opstelling is niet onredelijk", zei premier Mark Rutte vrijdag over de top tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen.
Volgens Rutte had de Britse regering in eigen land de verwachtingen over de top "opgepompt". En dat "leidde weer tot veel kritiek in de Britse pers".