- De overheid is blind voor de rechten van mensen, oordeelt de parlementaire enquêtecommissie die het fraudebeleid van de overheid onderzocht.
- Zoiets als de toeslagenaffaire zou dan ook “morgen weer” kunnen plaatsvinden, aldus de commissie.
- Het is volgens de commissie “onvergeeflijk” als er niets wordt gedaan met het rapport.
- Lees ook: 6 schandalen die ‘Teflon Mark’ van zich af wist te schudden
De overheid was, en is nog altijd, blind voor mensen en hun rechten. Een schandaal zoals dat rond de kinderopvangtoeslag, kan daardoor “morgen weer” gebeuren. Tot die conclusie komt de parlementaire enquêtecommissie die het fraudebeleid van de overheid heeft onderzocht.
De leden van de commissie noemen deze vaststelling misschien wel de “meest indringende” uit hun ruim vijfhonderd pagina’s tellende rapport, waarin zij bikkelhard oordelen over regering, parlement en rechtspraak. Het toeslagenschandaal “lijkt een unieke gebeurtenis waaruit reeds lessen zijn getrokken”, waardoor het zich niet zal herhalen. Maar het onderzoek wijst op het tegendeel: “de blindheid van de overheid voor mens en recht is niet weg”. In het rapport concludeert de commissie dat die blindheid zelfs nog steeds “overal binnen de overheid” zit.
Kabinetten hebben ‘verkeerde keuzes’ gemaakt
Opeenvolgende kabinetten hebben volgens de commissie “verkeerde keuzes” gemaakt bij het ontwerp, de invoering en de uitvoering van wetten op het gebied van sociale zekerheid en toeslagen. Financiële overwegingen hadden de overhand, zonder dat er oog was voor de gevolgen voor mensen. Het parlement verzuimde niet alleen in te grijpen, maar moedigde dit harde fraudebeleid juist aan. De commissie wijt dit ook aan “een verhard politiek en maatschappelijk klimaat”.
De Tweede Kamer nam “kwalitatief slechte wetten” aan en samen met journalisten hebben Kamerleden hard fraudebeleid op momenten aangejaagd.
De commissie benadrukt tegelijkertijd dat de Tweede Kamer nauwelijks "als één instituut handelt". De conclusies en adviezen zijn dus gericht aan Kamerleden en niet aan de Kamer als geheel, aldus de commissie. Zij merkt op dat Kamerleden soms "tegen de stroom in" gaan en dat bijvoorbeeld het toeslagenschandaal nooit boven water was gekomen zonder het werk van enkele parlementariërs.
Er is volgens de commissie een patroon waarbij Kamerleden vaak wel vragen stellen, maar vervolgens niet doorpakken. Parlementariërs wijzen soms al in een vroeg stadium op grote problemen, en kunnen de "kern van ontwerp- of invoeringsfouten" raken. Maar het blijft veelal bij vragen, waardoor deze problemen blijven bestaan. Wetgeving wordt "soms heel oppervlakkig" behandeld, ook als het ingewikkelde wetten zijn met grote gevolgen voor mensen.
Kamerleden die wél hun huiswerk deden en slechte wetten probeerden aan te passen, kregen zelden steun van andere parlementariërs. Die lieten zich volgens de commissie te gemakkelijk "geruststellen" door het kabinet.
In sommige gevallen hebben Kamerleden niet alleen gefaald in hun taak als controleur van de overheid en medewetgever, maar hard en slecht fraudebeleid zelfs aangejaagd. Dit gebeurde veelal in "wisselwerking" met de pers, die er ook flink van langs krijgt in het rapport. De media hebben vaak te veel aandacht "voor ophef en conflict en minder voor het inhoudelijke debat".
Journalisten hebben onevenredig vaak over fraude met sociale zekerheid geschreven. "Sociale zekerheid werd synoniem voor fraude", concludeert de commissie. Kamerleden springen hier vaak weer op in, waardoor pers en parlement "het slechtste in elkaar naar boven" halen en een "papegaaiencircuit" ontstaat.
Grondrechten van burgers met voeten getreden
Door het gekozen beleid zijn de grondrechten van burgers, bijvoorbeeld op eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer en gelijke behandeling, met voeten getreden. Ook de rechtspraak kon jarenlang niet voorkomen dat mensen gediscrimineerd werden en voor de kleinste foutjes als fraudeur werden behandeld. "De staatsmachten waren blind voor de gevolgen van beleid en besluitvorming."
De enquêtecommissie zou het "onvergeeflijk" vinden als hier geen lering uit wordt getrokken. In reactie op onthullingen zijn "tal van verbeterprogramma's opgezet", maar er ligt een dieper probleem. "De patronen die dit veroorzaakt hebben, zijn nog steeds aanwezig." En verderop in het rapport: "laat het leed niet voor niets zijn geweest".
De commissie voegt daaraan toe dat veel van haar eigen conclusies niet helemaal nieuw zijn. "Veel is al eerder gezegd, opgeschreven of voor gewaarschuwd", aldus het rapport. Maar "dat maakt het des te erger dat niet is ingegrepen, dat de rechtstaat niet is gerespecteerd, grondrechten zijn geschonden en de menselijke waardigheid van individuen met voeten is getreden". Het "vermorzelen" van mensen had voorkomen kunnen worden als de rechtstaat eerder was versterkt, "zoals al meermaals indringend is aanbevolen".