In een zaak rond Luxemburgse zwartspaarders krijgt de Belastingdienst achteraf deels gelijk. De naam van de anonieme tipgever hoeft niet te worden vrijgegeven.
Dat blijkt maandag uit het advies van advocaat-generaal Robert IJzerman aan de Hoge Raad, het hoogste rechtscollege. Voorafgaand aan een beslissing van het hoogste rechtscollege in Nederland geeft de advocaat-generaal een advies, dat de Hoge Raad al dan niet kan overnemen.
De zaak draait om een Luxemburgse bankrekening waarvan de Belastingdienst op de hoogte kwam via een tipgever. De tipgever kreeg een vergoeding voor het doorspelen van informatie over buitenlandse bankrekeningen op voorwaarde van anonimiteit.
De geheimhoudingskamer van de rechtbank heeft deze anonimiteit niet juist geacht. Het hof vond dit eveneens. De oplegde boetes en aanslagen zijn vervolgens vernietigd.
Anonieme tipgever Belastingdienst
De advocaat-generaal geeft aan dat het beroep in cassatie bij de Hoge Raad niet-ontvankelijk is, om procedurele redenen. De vernietiging van de boetes blijft in stand.
De advocaat-generaal gaat wel in op de vraag of de tipgever genoemd had moeten worden. Volgens de advocaat-generaal heeft de rechtbank door de stukken van de belastinginspecteur als bewijs te accepteren, in feite al in gestemd met de inzet van de anonieme tipgever.
Wel is het zo volgens de advocaat-generaal dat de Belastingdienst met het inzetten van een anonieme tipgever altijd een risico neemt. Want rechterlijke controle kan er altijd toe leiden "dat de naam van de tipgever in principe bekend moet worden gemaakt."
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl