Mist Intel de boot? Zowel bij smartphones als tablets zit er geen ‘Intel
inside’. De Britse chipmaker ARM deelt de lakens uit.
Het is even wennen voor Intel, de positie van underdog. Het bedrijf is al
twintig jaar de grootste chipmaker gemeten in omzet, en marktleider met
lichtjaren voorsprong als het gaat om processoren in pc’s.
Pas de komende maanden komen de eerste tablets op de markt met een Intel-chip.
Voor smartphones met Intel Inside moeten we nog wat langer wachten, die
komen naar verwachting eind dit jaar.
Van een bedrijf dat niet meedoet op twee van de belangrijkste groeimarkten
verwacht je geen mooie cijfers. Maar Intel wist te verassen. De winst en
omzet waren fors hoger dan
analisten hadden voorspeld.
Enerzijds kwam dat doordat de pc-markt sterker blijkt dan gedacht. Consumenten
kiezen weliswaar vaker voor een tablet en stellen de aanschaf van een
werkpaard uit, bedrijven kopen nog gewoon laptops en desktops. En omdat ze
de door de crisis investeringen al een tijdje hadden uitgesteld, zijn ze nu
redelijk kooplustig. Daarnaast zijn er in opkoende economiën veel nieuwe
klanten te vinden.
Smartphone
Interessanter dan het onverwacht sterke herstel van de pc-markt is echter dat
Intel indirect wel degelijk lijkt te profiteren van de opkomst van de
smartphone en de tablet. Het levert dan wel niet de chips voor apparaten
zelf, het levert wel weer onderdelen voor de servers die staan opgesteld in
de datacenters die de datastroom verwerken die door al die iPhone- en
iPad-gebruikers wordt gegeneert.
De toekomst hoeft er voor Intel helemaal niet slecht uit te zien, zelfs al
spelen ze voorlopig geen echte rol op de markt voor telefoonchips. Ja, de
pc-markt zal, ook al valt het nu best mee, Intel niet de omzet blijven
brengen die het bedrijf gewend is. Nu meer en meer software via internet
beschikbaar is, wordt de noodzaak voor consument en bedrijf om telkens weer
een nieuwe pc met een nog krachtiger processor van Intel aan te schaffen
kleiner. Maar de datacenters staan juist weer te springen om Intels
rekenkracht.
Lees ook
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl