AkzoNobel voerde voor de prestaties in 2009 voor het eerst een zogenoemde
‘groene bonus’ in. De beloning van de bedrijfstop werd niet alleen gebaseerd
op de koers van het aandeel ten opzichte van de concurrentie, maar ook op de
positie van het bedrijf in de
Dow Jones-duurzaamheidsindex.
Dat bleek vorig jaar verassend goed uit te pakken voor de top van AkzoNobel.
Het verf- en chemieconcern scoorde bij Dow Jones sterk op duurzaamheid, en
dat leverde topman Hans Wijers een 40 procent hogere, voorwaardelijke lange
termijnbonus op, ter waarde van 678 duizend euro. Dat kwam niet slecht uit,
want de financiële prestaties waren in het meetjaar 2009 door de economische
crisis niet optimaal.
Maar de buitenwereld moest vooral niet denken dat de bonuscriteria groener
werden gemaakt om de bonussen voor de top wat groter te doen uitvallen. Dat
was toeval.
"Het klopt dat de lange-termijnbonus over 2009 hoger uitvalt, nadat
duurzaamheidscriteria voor het eerst zijn gaan meetellen. Maar in andere
jaren kan dat weer anders zijn. Dit is een structurele keuze en AkzoNobel
staat daar volledig achter", meldde
de woordvoerder van AkzoNobel afgelopen jaar tegen Z24.
Draai
Hoe ‘structureel’ die keuze was, bleek maandag 21 februari. In een interview
met Het Financieele Dagblad kondigde Wijers aan dat de bonus voor de
bedrijfstop al weer wordt losgekoppeld van de positie van AkzoNobel in de
duurzaamheidsindex.
Toeval of niet: AkzoNobel is niet langer het hoogst scorende chemiebedrijf in
de Dow Jones duurzaamheidsindex. Dat is een ander Nederlands chemiebedrijf:
DSM. Dat bleek bij herberekening namelijk toch net wat groener dan
AkzoNobel, zo meldde de Vereniging
van Effectenbezitters eerder.
In Het
Financieel Dagblad zei Wijers maandag dat de bonus "gerelateerd
moet zijn aan meetbare prestaties". Omdat de positie van een bedrijf in
de Dow Jones-Sustainability-index mede wordt bepaald door een comité
dat ook een oordeel velt over bijvoorbeeld het sociale beleid van het
bedrijf, is het niet objectief genoeg vindt Wijers. Hij noemt het zelfs een "black
box".
Shell
Wijers wist natuurlijk al langer dat een comité van invloed is op de score
van bedrijven in de duurzaamheidindex. Dat hij dat plotseling als een
probleem ziet, komt waarschijnlijk door Shell. Wijers is namelijk
commissaris bij het Brits-Nederlandse energieconcern. In die functie is hij
bij Shell mede-verantwoordelijk voor het beloningsbeleid. En het was onder
verwantwoordelijkheid van Wijers dat ook bij Shell een deel van de bonus aan
de positie in de duurzaamheidsindex werd gekoppeld.
Shell werd afgelopen september echter plotseling geheel uit de index
verwijderd, vanwege olielekkages in Nigeria. Dat deed pijn bij de top van
Shell, waar in de boardroom misschien zelfs een ironisch 'Hansje
bedankt' heeft geklonken.
Maar gelukkig voor de top van Shell lijkt Wijers zijn 'fout' te hebben
ingezien. De koppeling van de bonussen aan de index wordt voor 2011 bij
Shell alweer geschrapt, zo meldde het FD afgelopen december al op basis van
anonieme bronnen. Wijers bevestgde dit maandag in diezelfde krant door te
zeggen dat het 'evident' is dat Shell niet langer blijft werken met de
duurzaamheidsindex.
En AkzoNobel zelf dus ook niet. Tenminste, als de aandeelhouders van AkzoNobel
daar eind april mee instemmen. Groen moet je doen, maar het moet wel leuk
blijven.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl