De zelfrijdende auto’s gaan van de testbaan naar de openbare weg. Op woensdag 16 maart rijden ongeveer vijftig auto’s over de A2 van Amsterdam naar Beesd en terug. Dat gebeurt overdag, tussen het overige verkeer, om te kijken hoe dat gaat.

De auto’s – BMW, Hyundai, Mercedes, Tesla, Toyota en Volvo – rijden in treintjes van vijf of zes. Ze bepalen zelf hun snelheid en de afstand tot hun voorligger.

“Waar we 100 mogen rijden, rijden we 100. Waar 120 mag, rijden we 120”, zegt Mark Maaskant van het testcircuit in Lelystad dinsdag . Op het circuit zijn de auto’s de afgelopen tijd op de proef gesteld.

Als een andere automobilist zich in het peloton wurmt, remmen de auto’s erachter zelf af zodat ze weer genoeg afstand hebben. Als de ‘onderbreker’ weg is, herstelt het pelotonnetje zich.

De auto’s sturen zelf ook mee met de bochten in de weg. De bestuurders moeten wel hun handen op het stuur houden, loslaten mag van de wet niet, maar de auto’s doen in principe al het werk zelf.

"Het is absoluut niet de bedoeling dat je met je handen los gaat wapperen. Wij zeggen nooit dat je achter het stuur je e-mails nog even moet wegwerken. Maar de meeste ongelukken gebeuren in de spits. Als je dan zulke technologie hebt, in combinatie met de mogelijkheid om zelf te remmen, wordt het verkeer juist veiliger", zegt Maaskant.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl