De Tesla Model 3 en de Opel Ampera-e zijn beide vol elektrische personenauto’s met een lange actieradius en kosten tussen de 35.000 en 41.000 euro. Toch hebben beide merken een totaal andere kijk op design.
De eerste Model 3 rolt vandaag van de band en is een ontwerp van Tesla’s hoofdontwerper Franz von Holzhausen. Toen het model in maart 2016 gepresenteerd werd, luidde dat een kleine, nieuwe richting voor de autobouwer in. De neus bevat bijvoorbeeld niet klassieke autokenmerken zoals een grill of onnodig ander element. Dit omdat Tesla’s geen lucht hoeven te pakken om de motor te koelen.
Hoe dan ook: bij de Model 3 blijft Tesla vasthouden aan de traditie om auto’s strak, snel en sexy eruit te laten zien. De Model 3 is misschien voor de massa, hij roept wel hetzelfde luxe gevoel op als de andere auto’s die Tesla verkoopt.
De Ampera-e is een heel anders: een vol elektrische auto die vooral praktisch is in plaats van sexy, maar wel heel goed presteert. (Lees onze review hier, in het Engels). Ontwerper Stuart Norris en de studio in Zuid-Korea wilden er zeker van zijn dat de Ampera-e ruim van binnen was en genoeg laadruimte zou hebben.
De Ampera-e lijkt veel meer op een dagelijkse vijfdeurs auto. In dit geval is het een terugblik op een paar eerdere ideeën over alternatieve brandstofauto's. Denk aan de Toyota Prius toen hij werd geïntroduceerd - niemand zou hem als mooi omschrijven. Zijn voorkomen liet zijn sterkste kant zien.
Het is sexy versus verstandig, als je de Ampera-e en Model 3 naast elkaar zet.
Onze Amerikaanse collega's maakten een overzichtsschema van beide auto's. Mocht je vragen hebben bij de naam Chevy Bolt: de Ampera-e wordt in de VS verkocht als Chevrolet Bolt.