Tesla dook woensdag bijna 7 procent omlaag op de beurs in New York. De maker van elektrische auto’s maakte bekend hoeveel modellen er in het laatste kwartaal van de band zijn gerold. En dat viel beleggers tegen.
In het vierde kwartaal produceerde Tesla 86.555 auto’s, waarvan 61.394 exemplaren van de ‘goedkopere’ Model 3.
In totaal werden er 90.700 auto’s geleverd in oktober, november en december. Weliswaar 8 procent meer dan in het kwartaal ervoor, maar minder dan analisten vooraf hadden ingeschat.
Het bedrijf van Elon Musk maakte daarnaast bekend dat alle modellen 2.000 dollar goedkoper worden in de Verenigde Staten. Dit omdat de overheid de belastingteruggave op Tesla’s verlaagt, omdat productiedoelen zijn gehaald. Consumenten zijn daardoor 3.750 dollar extra kwijt bij aanschaf. Om dit te compenseren verlaagt Tesla de prijzen.
Analisten zien daarin een slecht voorteken, aldus persbureau Reuters. Het duidt erop dat de vraag naar Tesla-modellen misschien minder hoog is dan gedacht.
Reden voor optimisme
Toch is er volgens een vermaard analist geen reden voor paniek. Gene Munster was vroeger een toonaangevende analist van technologiebedrijven. Hij maakte de overstap naar de beleggingskant en werkt nu voor Loup Ventures.
"De prijsverlaging van 2.000 dollar komt overeen met een gemiddelde korting van ongeveer 3 procent op de aanschafprijs. Als Tesla een vraagprobleem had, zouden ze kopers meer dan 3 procent korting moeten geven", schrijft hij in een notitie.
Munster geeft toe dat de leveringen van de Model 3 wat tegenvallen, maar de doelen voor de Model S en Model X zijn wel gehaald. "Tesla verkocht meer auto's in 2018 dan in de veertien jaar daarvoor opgeteld", merkt hij op.
Al met al houdt Munster vertrouwen in de Amerikaanse maker van schone voertuigen. "Deze ontwikkelingen zijn een psychologische terugslag voor beleggers die nu zoeken naar lichtpuntjes voor Tesla, maar het verandert niks aan de kansen op de lange termijn voor het bedrijf."