Premier Theresa May heeft haar partij zondag opgeroepen tot eensgezindheid voor een goede regeling van de Brexit.
Ze deed dit in Birmingham op de eerste dag van het partijcongres van de Conservatieven, dat tot woensdag duurt.
Een belangrijke tegenstander is voormalig minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson. Die is het niet eens met de lijn de May heeft gekozen.
Johnson publiceerde vrijdag in de Britse krant The Telegraph een artikel van 4.600 woorden dat volgens hem een alternatief “zespuntenplan” is voor de Brexit.
Het zogenoemde Chequers-plan van May voorziet erin dat het Verenigd Koninkrijk onderdeel blijft van interne Europese markt voor goederen, maar niet meer meedoet aan het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal.
Dit plan is echter door de andere Europese leiders afgewezen. Ook Johnson ziet hier niets in, omdat het de mogelijkheden van het VK beperkt om na de Brexit zelfstandig handelsakkoorden te sluiten.
Brexit-besluit kost Britten nu al €560 miljoen per week
Het besluit van de Britse regering om uit de Europese Unie te stappen heeft Londen sindsdien ongeveer 560 miljoen euro per week gekost, zo staat in een studie die zondag is gepubliceerd door het Centre for European Reform. Het centrum gaat er daarbij onder meer vanuit dat de Britse economie nu 2,5 procent kleiner in omvang is, dan wanneer een meerderheid van de kiezers in 2016 voor het EU-lidmaatschap had gestemd.
Het onderzoek richtte zich op de periode van juni 2016 tot juni 2018. Volgens het centrum, dat naar eigen zeggen pro-Europees maar ook kritisch is, is de Britse staat bijna 30 miljard euro per jaar aan inkomsten misgelopen. Dat is circa 560 miljoen euro per week.
In vergelijking met soortgelijke economieën hapert de Britse sinds het Brexit-besluit. De economische groei in de eerste helft van dit jaar was de zwakste sinds de tweede helft van 2011.
Bedrijven investeren minder en lijken erg voorzichtig te worden met de naderende Brexit, die staat gepland op 29 maart 2019. Er is nog steeds geen overeenkomst met de overige lidstaten over hoe en onder welke voorwaarden de Brexit wordt uitgevoerd.
Britten steeds minder zeker van de Brexit
Uit het historische verloop van peilinguitslagen sinds het Brexit-referendum van juni 2016 blijkt verder dat de animo voor de Brexit steeds meer afneemt. Met het naderen van de vertrekdatum van maart 2019 neemt het aantal Britten toe dat zegt hun keuze om vóór de Brexit te stemmen te betreuren.
Onderstaande grafiek is gebaseerd op data van peilingbureau YouGov. Elke staaflijn geeft een gemiddelde van alle peilingen die in een bepaalde maand zijn gehouden. De trend is onmiskenbaar.
Het National Centre for Social Research heeft onlangs ook een samenvatting gegeven van de zes meest recente peilingen over de Brexit. Daarin komt nu een meerderheid naar voren van 52 procent van de ondervraagden die in de Europese Unie wil blijven, tegen 48 procent die voor de Brexit kiest.
John Curtice van het National Centre of Social Research zegt dat "het belangrijk is om te bepalen of er nog steeds een meerderheid vóór de Brexit is, zelfs als er geen tweede referendum wordt gehouden".
Dat er nu een kleine meerderheid vóór het behoud van het lidmaatschap van de Europese Unie lijkt te zijn, heeft volgens Curtice twee oorzaken: er zijn spijtoptanten bij de Leave-stemmers en groepen die niet hebben gestemd bij het Brexit-referendum zeggen nu alsnog dat ze tegen de Brexit zijn.
Verdeeldheid over tweede referendum
Over de vraag of er een tweede referendum moet komen over de uitkomst van de Brexit-onderhandelingen, heerst nog altijd grote verdeeldheid.
Recente peilingen laten zien dat 41 procent tegen een tweede referendum is en 40 procent vóór. De aanhangers van een tweede referendum lijken wel terreinwinst te hebben geboekt (zie blauwe lijn in de grafiek).
Volgens analist Samuel Tombs van Pantheon Macroeconomics stuurt Theresa May aan op een zachte Brexit, ook al zei ze recent dat een 'no deal'-Brexit "niet het einde van de wereld betekent".
Ondanks het felle verzet van harde Brexiteers zoals Boris Johnson, zal May uiteindelijk voor een Brexit moeten kiezen waarbij de banden met de EU zeer hecht blijven, denkt Tombs. Dit is namelijk de enige uitkomst die op een meerderheid in het Britse parlement kan rekenen.